Veel vogels gebruiken graag een nestkast. Niet alleen om in te nestelen; ze gebruiken de kasten ook om in te slapen. Met een nestkast lokt u vogels naar uw tuin of balkon, wat veel leuke bedrijvigheid met zich meebrengt. En met een groene, vogelvriendelijke tuin, helpt u de vogels om hun jongen groot te brengen.
Zorg voor voldoende voedsel in de omgeving, hang een voedersilo op en zet een waterschaal neer, maar plaats deze op een paar meter afstand van de nestkast, anders kan dit leiden to conflicten over territorium. De beste periode om een nestkast op te hangen is gek genoeg het najaar.
Vergeet niet om in de winter ook zelf vetbollen te maken en de vogels goed bij te voeren bij kou en als het bijvoorbeeld sneeuwt. Dat kan ook met een vogelhuisje waar simpelweg een pot (zoutarme) pindakaas inpast. Daar zijn ze dol op!
Dus als u in een bosrijke omgeving woont kunt u verschillende nestkasten ophangen: kasten geschikt voor mezen, winterkoninkjes, boomkruiper, boomklevers, de bonte vliegenvanger, de grote bonte specht en de bosuil.
Koolmees houdt huis
De opening van het huisje blieft haar niet, dus gaat ze driftig tikken om het wat groter te maken.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Het territorium en andere factoren.
Vogels gaan zich namelijk niet nestelen in een vogelhuisje dat in het territorium hangt van een ander vogel. Dit is vooral het geval bij de wat kleinere vogels. Het advies is om de vogelhuisjes minimaal 30 meter van elkaar af te hangen. Een vrije aanvliegroute is ook belangrijk.
Een goede nestkast bevat een degelijke constructie van stevig, dik hout. Ze heeft weinig kieren en is gemakkelijk schoon te maken. Een hip vogelhuisje in felle kleuren ziet er vrolijk uit, maar valt erg op bij roofdieren. Neem beter neutrale kleuren, zoals groen, bruin en houtkleur.
Kijken in een mezen-, mussen- of andere nestkast is bij wet verboden. Er zijn heel veel camera's te koop, daarmee kan ongehinderd in een nestkast gekeken worden.
Bij de meeste nestkasten van tuinvogels is het raadzaam om ze in ieder geval eens per jaar schoon te maken. Omdat de meeste soorten meerdere legsels per zomerseizoen hebben, kunt u het beste wachten tot het najaar. Zo voorkomt u dat u een laat legsel verstoort.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Vogels kunnen denken, leren en plannen en ze hebben een goed geheugen. Afhankelijk van de soort beschikken ze over een bepaalde mate van zelfbewustzijn en intelligentie. Vogels kennen gevoelens van pijn, empathie, verdriet en plezier.
Let bij het ophangen op de hoogte
Hang de kast minimaal 2 m boven de grond. Op plekken met veel roering, zoals bij het terras in de buurt, is het beter om het nestkastje iets hoger te hangen, zo'n 2,5 tot 3,5 m van de grond.
De nestkast breedte * diepte is 120 bij 120 mm, omdat er tot 14 mezen moeten passen. Groter mag altijd. Rechthoekig kan ook (110 * 134 mm).
Een nestkast mag niet in de volle zon en regen hangen. Hang de invliegopening daarom het liefst in oostelijke richting, noord tot zuidoost is ook goed, als hij maar naar het licht gericht is. Vogels houden van ochtendzon in de nestopening.
Bied in je tuin vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten aan voor de koolmees. Geef zijn voedsel op een voedertafel of in een voederbuis of hang het op in bomen of struiken. Proper water om van te drinken en in te baden is essentieel.
Nest. De koolmees is als boomvogel een holenbroeder, die zijn nest in een boomholte of een namaakholte (nestkast) maakt. Tussen begin april en begin mei legt het vrouwtje 4-12 eieren (gemiddeld 8-9). Ze moet ongeveer twee weken broeden voor de eieren uitkomen.
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.
Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel. Liefst soorten die fruit of bessen dragen of doorns hebben.