procesrecht - toetsing door de rechter of hij tot dezelfde beslissing komt. Bijv. de appèlrechter toetst het vonnis in eerste aanleg inhoudelijk op houdbaarheid.
Marginale toetsing is het voorleggen van een uitspraak van De Geschillencommissie door één van de partijen aan de rechter. Voor zo'n procedure is het doorgaans wel noodzakelijk een advocaat in te schakelen.
Van oudsher is betoogd dat, indien de democratisch gelegitimeerde wetgever bewust beoordelings- en/of beleidsvrijheid toekent aan het bestuursorgaan, de rechter het bestreden besluit in dat geval marginaal (of: terughoudend) moet toetsen.
In (hoger) beroep moet de bestuursrechter het bestreden besluit toetsen aan de hand van de gronden die in bezwaar en beroep zijn ingediend. Nieuwe feiten of omstandigheden, die dateren van na de beslissing op bezwaar, tellen echter niet mee. Dat wordt de ex tunc toetsing genoemd.
Iedereen is voor de wet gelijk. Bij het doen van een uitspraak kijkt de rechter naar de wet, de feiten (wat is er precies aan de hand), persoonlijke omstandigheden en verklaringen van deskundigen en getuigen.
Constitutionele toetsing door de rechter houdt in dat de rechter toetst (of mag toetsen) of wetten al dan niet in overeenstemming zijn met de Grondwet. Het huidige artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat de rechter niet mag beoordelen of wetten en verdragen in strijd zijn met de Grondwet.
Beoordelingsvrijheid. Bij beoordelingsvrijheid draait het om de vraag of aan de voorwaarden voor rechtmatige uitoefening van een bevoegdheid in een concreet geval is voldaan en daarmee of het bestuur bevoegd is.
Wat is discretionaire bevoegdheid? De vrije beslissingsruimte van de rechter.
Beleidsvrijheid. De woorden 'kan' en 'kunnen' geven in de regel aan dat een bestuursorgaan de keuze is gelaten om al dan niet iets te besluiten en dat dus beleidsvrijheid is gegeven.
Dit betekent onder meer dat als de belastingschuldige in een verzoek aan de Belastingdienst aannemelijk heeft gemaakt dat er gegronde twijfels zijn bij de verschuldigdheid van een onherroepelijk geworden belastingaanslag, de ontvanger de belastingaanslag marginaal toetst.
Marginaal betekent zowel klein, onbelangrijk als zich aan de grens bevindend. Belangrijke synoniemen van marginaal zijn onder meer: bijkomend, op de rand en de kantlijn b...
Een bestuursrechtelijke procedure is een rechtszaak tegen de overheid. In het bestuursrecht staan de regels waar de overheid zich aan moet houden bij het nemen van besluiten. Bijvoorbeeld over subsidies of vergunningen. Bestuursrecht heet ook wel administratief recht.
Beschikt een bestuursorgaan over beoordelingsruimte, dan betekent dit dat het bestuursorgaan vrijheid heeft bij de beoordeling van wettelijke criteria, ook wel normcondities genoemd. 1 Deze normcondities zijn bepalend voor de vraag of van een bepaalde bestuursbevoegdheid gebruik mag worden gemaakt.
Van 'objectieve' beoordelingsruimte is dan sprake als de normcondities weliswaar ruimte laten voor verschillende oordelen, maar deze ruimte niet bedoeld is als vrijheid voor het bestuur. De rechter dient in dat geval tot een integrale toetsing over te gaan.
Een discretionaire bevoegdheid is in het Nederlands bestuursrecht een bevoegdheid die een bestuursorgaan in meer of mindere mate de vrijheid toekent om in concrete gevallen naar eigen inzicht een besluit te nemen.
Het onderscheid tussen gebonden en vrije beschikkingen ziet op de mate van vrijheid die een bestuursorgaan al dan niet heeft bij het uitoefenen van een (beschikkings)bevoegdheid, ook wel aangeduid als beslisruimte.
Het specialiteitsbeginsel
Dat beginsel zorgt ervoor dat het openbaar bestuur in speciale gevallen waarvoor wet- of regelgeving is vastgesteld, alleen het specifieke belang behartigen waarop die wet- of regelgeving zich richt.
Het toekennen van een bevoegdheid aan een bestuursorgaan houdt vrijwel steeds in dat het bestuursorgaan beslissingsruimte krijgt: ruimte om te bepalen of en hoe een besluit moet worden genomen. Die ruimte kan heel groot zijn als het bestuursorgaan vrijheid wordt geboden,.
De bevoegdheid om wetten, decreten en ordonnanties te toetsen aan titel II van de Grondwet, is namelijk voorbehouden aan het Grondwettelijk Hof.
Argumenten voor het toetsingsverbod
De rechter wordt aangesteld en dus niet democratisch gekozen. Het zou niet democratisch zijn als de rechter de wetten aan zou kunnen passen. Ten tweede vermindert het de rechtszekerheid en het vertrouwen in de wetgevers. De toetsing ondermijnt de rechtszekerheid.
De Afdeling bestuursrechtspraak streeft ernaar om binnen zes weken na een rechtszitting uitspraak te doen. Mocht er meer tijd nodig zijn, dan krijgt u bericht dat deze termijn nog eens met zes weken wordt verlengd. U ontvangt de uitspraak via de post.
Een redelijke termijn kan variëren van enkele weken tot enkele maanden. De overheid moet in ieder geval binnen 8 weken een besluit nemen of een nieuwe beslistermijn bekendmaken.