Wanneer een contact open is met het relais in rust, wordt dit normaal open (NO) genoemd, terwijl als het contact gesloten is met het relais in rust, het relais normaal gesloten (NC) is.
Normal Closed contactelement voor schakelaars.
Dit is een standaard schakelmethode, die inhoudt dat de schakelaar "gesloten" blijft totdat deze wordt ingedrukt. Dit betekent dat een NC schakelaar altijd contact maakt.
Het betreft veelal een relais dat schakelt. Het relais kan NO (Normally Open) schakelen waarbij de verbinding in ruststand niet gesloten is of NC (Normally Closed) schakelen waarbij de verbinding in ruststand gesloten is.
Bij een normaal gesloten contact opent het contact wanneer de instelwaarde wordt bereikt. Een normaal gesloten (NC) manometer met schakelcontacten heeft twee elektrische contacten die normaal met elkaar in contact staan, waardoor er stroom door het circuit kan lopen.
Een normally closed (NC)-schakelaar
Een normaal gesloten circuit daarentegen heeft wel een constante stroom door het circuit en schakelaar wanneer deze niet is geactiveerd. Schakel je de schakelaar in dan verbreekt dus de stroom door het circuit.
Bij een pulsdrukker (met veer die altijd in zijn russtand terugkeert als je hemt niet bediend) heb je meestal te maken met een NO (Normal Open) contact. Sommige schakelaars hebben een extra contact dat stroom doorlaat wanneer je de schakelaar niet indrukt (in ruststand).
Een opening in een serieschakeling (vb.open schakelaar) voorkomt dat er stroom door de schakeling vloeit. Dit houdt in dat over elke serieweerstand geen spanning staat en dat de volledige bronspanning over de opening (open schakelaar) staat.
Een standaard 4-polig relais aansluiten gaat als volgt:
De rode lijnen zijn draden waar spanning (stroom) op staat. De zwarte stippellijn is de massadraad. De draad die naar nummer 86 loopt komt vaak van een schakelaar af, maar kan ook van een ander plusdraad worden afgetapt.
De meeste relais hebben ten minste een set met een zogeheten wisselcontact, bestaande uit drie contacten: moedercontact, maakcontact en verbreekcontact.
Standaard relais zijn ontworpen om 10 tot 20 miljoen mechanische cycli te schakelen.
Contactoren worden vanop afstand bediend. Ze hebben 2 schakelstanden (bij normale toepassingen schakelen ze monostabiel). In tegenstelling tot relais hebben contactoren altijd 2 onderbrekingen per contact. De reden hiervoor is voornamelijk veiligheid en slijtage.
Op een relais wordt vaak aangegeven wat de spoelspanning is, voor welke soort stroom het bedoeld is (AC of DC), en wat het maximaal te schakelen vermogen (spanning × stroom) is.
1) Na Christus 2) Na christus'' geboorte (Afk.) 3) Nederlandse courant 4) Nederlandse courant (Afk.) 5) Netwerkcomputer 6) Nostro conto 7) Onze rekening 8) Onze rekening (Afk.) 9) Op onze rekening (Afk.)
Twee soorten hulpcontacten en functie
Ten eerste zijn er contacten die sluiten bij het aantrekken van het relais. Deze contacten noemen we maakcontacten. Daarnaast zijn er contacten die openen bij het aantrekken van het relais. Dit noemen we verbreekcontacten.
Reed-contacten worden meestal gebruikt voor het schakelen van stuurstromen met een lage stroomsterkte (ampèrage). Wanneer een magneet in de nabijheid van het reed-contact komt, zullen de tongen door de magneetkracht (het magnetisch veld) worden aangetrokken, waardoor ze elkaar aanraken en het gewenste contact ontstaat.
Een magneetschakelaar wordt ook wel een relais genoemd. Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt. Een magneetschakelaar is een door een elektromagneet bediende schakelaar die een willekeurig aantal schakelcontacten kan openen of sluiten. Hierdoor kan met een kleine schakelaar een relatief groot veld schakelen.
Schakelingen met een relais (verbruiker ingeschakeld):
De stuurstroom is met rood aangegeven. Deze loopt via de ECU naar massa. De hoofdstroom (met blauw aangegeven) loopt via de klemmen 30 en 87 door de lamp naar massa.
Wordt het relais geschakeld met een schakelaar met ingebouwde LED dan is het zelfs mogelijk dat de LED kapot gaat. Daarom dus een relais zoals dit met een ingebouwde diode die de inductiespanning onschadelijk maakt.
Voor gebruik sluit je de twee klemmen op de accu van de wagen aan, waarna je selecteert of het om een 4- of 5-polige relais gaat. Je drukt op de testknop. Zie je een rood LED licht, dan is er een fout. Is het licht groen, dan functioneert de relais goed.
Een relais is in feite een op afstand bediende schakelaar. Een relais bestaat uit maak en/of verbreek contacten die bediend worden door een elektromagneet. Door deze techniek is het mogelijk om met een kleine stroom een grote stroom te schakelen.
Werkingsprincipe van fasebewakingsrelais:
Een driefasig bewakingsrelais werkt door constant de spanningen van alle drie de fasen in een systeem te controleren. Als een van de fasen buiten het acceptabele bereik komt, zal het relais uitschakelen en de apparatuur loskoppelen van de voeding.
Zo bevat de processor van een computer miljoenen digitale schakelaars (transistors). Hiermee worden vervolgens signalen verwerkt, waarbij het maken van een verbinding een logische 1 vertegenwoordigt (bij een lichtschakelaar aan) en het verbreken van een verbinding een logische 0 (bij een lichtschakelaar uit).
Een schema van een stroomkring. Het teken met de plus en min erbij is de batterij, de zwarte lijntjes zijn draden of kabels en het rondje met het kruisje erin is een lampje.
De ampersand, ook wel het en-teken of et-teken genoemd, is de ligatuur die het woord "en" vertegenwoordigt: &.