Dit is een getal wat aangeeft op welke manier de cijfers worden aangepast. Een N-term hoger dan 1,0 betekent dat de cijfers worden opgehoogd. Een N-term lager dan 1,0 betekent dat de cijfers worden verlaagd. En een N-term gelijk aan 1,0 betekent dat je cijfer gelijk blijft.
De examenmakers streven naar een N-term van 1,0. De N-term kan tussen de 0,0 en 2,0 liggen.
Dat wil zeggen dat N de waarden van alle tienden tussen 0 en 2 kan aannemen. In principe is het maximum 2,0. Het College van Toetsen en Examens legt ieder jaar opnieuw weer de normering vast.
De N-termen van 2024 vind je hier. De N-term wordt ook wel de normeringsterm (of nog korter: normering) genoemd. De N-term bepaalt hoeveel vragen je goed moet hebben om een voldoende te halen voor je examen. Het kan zo zijn dat de eindexamens het ene jaar moeilijker zijn dan het andere jaar.
Een N-term kan tussen de 0 en 2 liggen. Als 1 dus normaal is, dan heb je bij een N-term van 2 met een hele moeilijke toets te maken. Is de N-term 2, dan krijg je dus bijna een punt extra bovenop je cijfer, omdat het examen relatief moeilijk.
In schooljaar 2023/2024 is het slagingspercentage van alle examenleerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs gestegen naar 91,4%. Dat blijkt uit de examenmonitor van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) die staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) vandaag aan de Tweede Kamer stuurt.
Als een examen relatief makkelijk is, wordt de N-term laag (minimaal 0,0). Je moet dan meer scorepunten halen voor een voldoende, dan wanneer een examen relatief moeilijk is. Is een examen relatief moeilijk, dan wordt de N-term hoger (maximaal 2,0, in principe).
De gemiddelde N-term bij wiskunde A was 1,60 in 2024.
Som tot n termen van de rekenkundige reeksformule: De som van de eerste 'n' termen in een rekenkundige reeks (AP) wordt gedaan met de formule: Sn = n/2 [2a + (n-1)d] , waarbij 'a' de beginterm voorstelt, 'd' het consistente verschil en 'n' staat voor de hoeveelheid termen.
In de normeringssystematiek voor 2024 gebruiken we alle beschikbare bronnen om tot een n-term te komen. Waar de normering eerdere jaren per examen kon verschillen, afhankelijk van bijvoorbeeld het aantal kandidaten, het soort examen of het tijdvak, passen we vanaf nu dezelfde systematiek toe op ieder examen.
Allereerst maar even een ranking van de examens die tot nu toe het meest beklaagd zijn. Op nummer 1 staat het vwo-examen Nederlands, met zo'n 25.000 klachten. Op nummer 2 volgt het havo-examen wiskunde A (15.000 klachten).
Van de 45,8 procent slagingspercentage bij het eerste theorie-examen, bleef bij een herexamen niet meer dan een schamele 38,4 procent kans op een positieve uitslag over.
Over het algemeen worden natuurkunde en wiskunde beschouwd als de moeilijkste examenvakken, gevolgd door Nederlands, economie en geschiedenis.
Klagen bij het LAKS kan zin hebben, ook voor een hogere N-term. Heel soms wordt de N-term namelijk aangepast naar aanleiding van ontvangen klachten. De klachten die het LAKS verzamelt, worden beoordeeld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE).
Toegestane uitzonderingen eindcijfers
Je bent geslaagd als al je eindcijfers en combinatiecijfer 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één eindcijfer 5 halen, maar de overige vakken moeten dan allemaal een 6 of hoger zijn.
De n-term voor het VMBO Kader examen Engels was gemiddeld 0,80. De n-term voor het VMBO Gemengde & Theoretische examen Engels was gemiddeld 0,71. De n-term voor het HAVO examen Engels was gemiddeld 0,70. De n-term voor het VWO examen Engels was gemiddeld 0,69.
Als je al denkt te weten hoeveel punten je hebt gehaald, kun je je cijfer berekenen, zodra de n-term bekend is. De formule voor het berekenen van je eindexamencijfer is vrij simpel: (behaalde punten/totaal aantal punten) x 9 + n-term = cijfer.
De som van de eerste n natuurlijke getallen wordt gegeven door de formule: ∑n1=[n(n+1)2] . waarbij n het natuurlijke getal is. De som van de eerste n natuurlijke getallen zoals hierboven gelezen kan worden gedefinieerd met behulp van rekenkundige progressie.
n = aantal termen . a n = n-de term. Voorbeeld: Vind de n-de term van AP: 1, 2, 3, 4, 5…., a n , als het aantal termen 15 is. Oplossing: Gegeven, AP: 1, 2, 3, 4, 5…., a n .
Bekendmaking n-termen 2024
De n-termen van de cspe's vmbo worden al op 5 juni gepubliceerd in verband met voorbereidingen die getroffen moeten worden door scholen bij mogelijke herkansing.
Een N-term hoger dan 1,0 betekent dat de cijfers worden opgehoogd. Een N-term lager dan 1,0 betekent dat de cijfers worden verlaagd.
Doorgaans worden leerlingen tussen 12:00 uur en 17:00 uur gebeld over de examenuitslag. De normering van het tweede tijdvak wordt op dinsdag 1 juli 2025 bekendgemaakt. Later die dag ontvang je de uitslag en weet je of je cijfer voor je herkansing voldoende is om te slagen.
Een 5 (of lager) geldt als onvoldoende, een 6 (of hoger) geldt als voldoende.
Wat er in de praktijk gebeurt zie je hieronder: Zodra de lijn van de hoofdrelatie buiten het toegestane gebied valt, geldt één van de grensrelaties. Gevolg is dat cijfers opgehoogd of verlaagd kunnen worden met de N-term maar dat het cijfer altijd tussen 0 en 10 blijft liggen.
Om de eerste term te vinden, vervangen we n = 1 in de n-de term .