Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
U herkent het fasedraad niet alleen aan z'n bruine kleur. Ook wordt het fasedraad wel L-draad genoemd. De 'L' staat hierbij voor “live” en wordt enkel gebruikt bij een eenfasespanning. Onder meer bij het aansluiten van een stopcontact is er vaak sprake van een eenfasespanning.
Kleur: bruin. Functie: zorgt voor de toevoer van de stroom. Symbool: L.
De schakeldraad is zwart, deze wordt gebruikt om stroom vanaf een wandschakelaar naar het armatuur (de lamp). Sluit de zwarte draad aan op de bruine draad aan.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
Specialist Elektra
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
De bruine (of zwarte) fasedraad sluit je aan op ingang 'L1'. De blauwe nuldraad plaats je in de opening waar 'L2' bij staat. Er zijn nu nog twee opening over in het midden van de schakelaar. Deze zijn bedoeld voor de draden die naar de lamp of het elektrische apparaat lopen.
Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
De nuldraad wordt ook wel nulleider genoemd. Het is een elektriciteitsdraad met een blauw omhulsel die zorgt voor de afvoer van stroom van elektrische apparaten. Vaak is de nuldraad elektrisch gekoppeld met de aarde en voert de nuldraad nauwelijks spanning ten opzichte van de aarde.
Met een 2-polige lasklem kunt u twee draden verbinden. Met een 3-polige lasklem kunt u 3 stroomdraden verbinden of een bestaande draad splitsen. Om te testen of alles goed zit zijn er twee manieren, namelijk de groep weer inschakelen of een spanningsmeter gebruiken in het gaatje van de lasklem.
Let op dat u de juiste kleur draad met elkaar verbindt. Verbind de zwarte of bruine draad uit de lamp met de zwarte of bruine draad uit het plafond. Verbind de blauwe draden met elkaar en sluit tot slot, indien mogelijk, ook de geel-groene aardedraad aan.
De fasedraad is een elektriciteitsdraad met een bruin omhulsel die zorgt voor de toevoer van stroom naar elektrische apparaten. De spanning die een fasedraad voert, bedraagt 230 volt. Samen zorgen de fasedraad en de nuldraad voor het transport van stroom naar elektrische apparaten en vanaf elektrische apparaten.
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
De nuldraad (blauw) gaat alleen naar de lamp omdat deze bij de schakelaar niet nodig is. De lamp verbruikt namelijk elektriciteit en niet de schakelaar. In een domoticasysteem is elk onderdeel actief en gebruikt dus elektriciteit. Dus dan heb je een bruine + blauwe draad nodig.
De kleur fasedraad (vaak aangeduid met P) was vroeger groen en is tegenwoordig bruin. De kleur nuldraad (vaak aangeduid met N) was vroeger rood en is tegenwoordig blauw. De kleur aardedraad (vaak aangeduid met een “antenne”-symbool) was vroeger grijs en is tegenwoordig geel/groen.
Stroom bestaat uit + en -. In je huis is de plusdraad bruin gekleurd en de - draad blauw.
De bruine en blauwe draad kunt u zowel links als rechts aansluiten. Het is alleen wel van belang dat zowel de ingaande als uitgaande kabels van dezelfde kleur maar aan één kant zitten.
Wanneer je de primaire van de trafo kant bedoelt: N=nuldraad. Lichtblauw L=Fasedraad. Bruin (spanning) Vermoedelijk heb je een een niet standaard kleur gecodeerd snoer.
Er wordt vaak expliciet vermeld dat de rode kabel op de plus polen moet en de zwarte op de min polen. Maar waarom is dat zo? Beide kabels zien er (los van het kleurverschil) hetzelfde uit en het draad is in beide gevallen even dik.
Let op dat u de juiste kleur draad met elkaar verbindt. Verbind de zwarte of bruine draad uit de lamp met de zwarte of bruine draad uit het plafond. Verbind de blauwe draden met elkaar en sluit tot slot, indien mogelijk, ook de geel-groene aardedraad aan.
bruin = fase draad – de aanvoerdraad van de stroom. blauw = nul draad – de afvoerdraad van de stroom. geel/groen = aarde draad, voor de aarding -beveiliging – zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. zwart = schakeldraad – draad waar de stroom doorgaat bij aan- en uit signaal bij schakelaars.
Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.
Een éénpolige schakelaar beschikt over 2 aansluitingen; 1 fasedraad en 1 schakeldraad. Bij deze schakeling wordt alleen de schakeldraad onderbroken. In dit geval loopt de schakeldraad naar de lamp, de draad wordt dan ook wel lampendraad (L) genoemd. De nul- en aardedraad wordt rechtstreeks met het lichtpunt verbonden.