Nonkel heeft de betekenis 'broer of schoonbroer van iemands vader of moeder'. Standaardtaal in het hele taalgebied is in elk geval oom. In Nederland wordt in informele gesproken taal ook ome gebruikt.
Een oom is de broer van iemands vader of moeder. De echtgenoot van een oom of tante wordt een aangetrouwde oom genoemd.
Het woord nonkel wordt in België veelvuldig gebruikt in de betekenis 'broer of zwager van iemands vader of moeder', 'oom'. Zeker in informele en gesproken taal is het woord heel gebruikelijk, vooral als aanspreekvorm in combinatie met een voornaam (bijvoorbeeld nonkel Jan).
Nonkel is uit een Frans leenwoord: oncle werd den onkel werd de nonkel. De n is dus eigenlijk de n van 't lidwoord. In de Limburgse vorm nonk is de tweede lettergreep weggevallen.
oudooms (meerv.) [familie] een oom van een ouder. , oom van vader of moeder.
Het correcte woord is neef. Veel dialecten maken een onderscheid tussen de termen kozijn en neef.
oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
Nonkel heeft de betekenis 'broer of schoonbroer van iemands vader of moeder'.Standaardtaal in het hele taalgebied is in elk geval oom. In Nederland wordt in informele gesproken taal ook ome gebruikt.
Neef (m.)en nicht (v.) zijn twee verschillende familierelaties: Een zoon respectievelijk dochter van iemands broer/zus, ook wel oomzegger of tantezegger.
Ontleend aan het Duitse Onkel (oom). Dit leenwoord fungeert als neutraal equivalent voor farbror of morbror.
Tijdens de achttiende eeuw werd het Franse woord “tante” met open armen ontvangen in heel het Nederlandse taalgebied en verving vlug de oude benaming “meu”. De 'nonkel' bleef in Vlaanderen hangen. Nonkel Karel is de zot van onze familie. (enz.)
Achteroom, omdat zijn vader jouw oom is.
Je familie bestaat meestal uit: opa's, oma's, tantes, ooms, neven, nichten, papa, mama, broers en zussen. Bij je familie hoort ook een achternaam of familienaam, maar die is niet altijd hetzelfde. Deze volgt meestal de mannelijke lijn. Dus van opa op vader en vervolgens op de zoon.
uncle zelfst. nw.
Mijn familie betreurde de dood van mijn oom. My family mourned the death of my uncle.
Dat is een achterneef of een achternicht. Het kind van een neef/nicht word een achternicht genoemd het maakt hierin geen verschil of dat de genoemde neef/nicht in deze vraag een kind is van een broer/zus of de generatie erboven de term achter…
Of heet dat gewoon ook een achternicht, net zoals dat mijn nichtje voor mijn moeder ook een nichtje is.
, tante van vader of moeder.
In aanvulling op M. Wierda. In Nederland wordt ter onderscheiding van de kinderen van ooms en tantes (neven en nichten die dus van dezelfde generatie zijn) voor kinderen van broers en zussen (die dus van een jongere generatie zijn) ook wel de term 'oomzegger' gebruikt.
"Cousin" is vrij vertaald neef of nicht, let wel hier hebben we het over de zoon of dochter van je oom en/of tante. Jij bent voor hen ook neef of nicht (cousin). "Nephew" of "Niece" is ook vrij vertaald neef of nicht, echter hebben we het hier over de zoon of dochter van je broer of zus.
In gewoon Nederlands is een neef de zoon van je oom en tante of van je broer of zus. In de straattaal ligt dat anders. Daar is 'neef' een synoniem voor goede vriend.
Derde graad
neven en nichten (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Een schoonouder betreft de moeder of de vader van de persoon met wie men is (of was) getrouwd. Soms wordt het begrip schoonouder ook gebruikt in niet-huwelijkse relaties zoals een geregistreerd partnerschap.
Schoonzoon/schoondochter: de man of vrouw van zoon of dochter (= aanverwant). Zwager/schoonzus: de man of vrouw van broer of zus en de broer of zus van man of vrouw (= aanverwant).