Haaientanden zijn voorrangsdriehoeken op het wegdek. Deze hebben dezelfde betekenis als een voorrangsbord (B6). Bestuurders moeten voorrang geven aan bestuurders op de kruisende weg. Boete € 250,-.
Richting gevarendriehoek
U plaatst de driehoek op de weg, in de richting van het verkeer waarvoor uw voertuig gevaar oplevert. De gevarendriehoek moet goed zichtbaar zijn voor het verkeer.
Deze driehoeken wijzen in de richting van een bluswatervoorziening zoals een brandkraan of brandput. De brandweer gebruikt deze bluswatervoorzieningen bij het blussen van branden. Door de herkenbare gele driehoeken op het wegdek kan de brandweer gemakkelijk en snel een bluswatervoorziening vinden.
Dit lampje met een uitroepteken in een driehoek gaat branden als er een defect is met een elektrisch onderdeel in de auto. De auto wordt beperkt bruikbaar, of kan zelfs helemaal niet meer functioneren. Als dit lampje gaat branden moet er (als mogelijk) direct naar een garage gereden worden.
Het gele driehoekje op je dashboard geeft aan dat er iets mis is met de auto. Derhalve is het raadzaam de auto naar de monteur te brengen of de ANWB te bellen als dit branden niet ophoudt. Het kan om een storing gaan of om een foutmelding van iets wat bij openen van de motorkap niet zichtbaar is.
Een driehoekig wit bord met een rode rand waarschuwt je voor mogelijke gevaren op de weg. Op het bord wordt aangegeven waar voor wordt gewaarschuwd.
Een dubbele witte middenstreep met groen ertussen (100km/u), dubbele witte streep zonder groen ertussen (80km/u), ontbrekende middenstreep (80km/u) of onderbroken kantstreep zonder middenstreep (60km/u) geeft de toegestane maximumsnelheid op die weg aan.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Waar de witte strepen langs de groene ononderbroken zijn, mag u niet inhalen; u mag alleen inhalen op die plaatsen waar de witte strepen naast de groene streep onderbroken zijn. De doorgetrokken witte strepen aan de zijkant van de weg geven aan dat u van rechts en links geen verkeer hoeft te verwachten.
Een groene streep op de weg geeft aan dat de maximumsnelheid hier 100km/u is. De brede groene middenstreep maakt je extra alert op het gevaar van inhalen. Een groene streep op de weg met een onderbroken lijn geeft aan dat je op de weg wel mag inhalen. Aan de strepen kun je zien hoe hard je mag rijden.
Het beste antwoord. Dit zijn meetpunten. Ze worden vliegschijven genoemd. Het zijn belangrijke hulpmiddelen bij het maken van gedetailleerde landkaarten en plattegronden.
Hoe zie ik hoe hard ik mag rijden? Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster.
Voorrangswegen
Bestuurders op de kruisende weg zien een omgekeerde witte driehoek met een rode rand (bord B6). De betekenis is: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. Bord B6 staat ook bij kruisingen met een voorrangsweg. Een voorrangsweg herken je aan bord B1, een witte ruit met daarin een geel vlak.
C01 – Gesloten in beide richtingen verkeersbord
Wanneer je dit bord tegenkomt betekent het dat je deze weg niet in mag. Het betekent ook dat je de weg vanuit de andere kant ook niet in mag. Deze weg is afgesloten voor voertuigen, ruiters, en geleiders van rij- of trekdieren of vee.
Een bebouwde kom kenmerkt zich namelijk door langs de weg gelegen bebouwing van zodanige omvang en dichtheid dat een duidelijk verschil in wegkenmerken benadrukt wordt. Uit de algemene regels van een bebouwde kom komt voort dat de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h is, tenzij anders aangegeven.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
De meetcorrectie is 3 kilometer en de eerste 3 kilometer te hard rijden blijft onbestraft. Wie op een weg met maximaal 80 kilometer per uur de snelheid aantikt van 87, rijdt dus 1 kilometer te hard. Je kunt dan een boete krijgen voor 4 kilometer te hard rijden.
Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h. Daar ontstaat vaak de vergissing bij weggebruikers die de verkeersregels niet voldoende kennen, door standaard 80 km/h te rijden op een autoweg.
U herkent een 'verplicht fietspad' aan een blauw, rond bord met daarop een witte fiets. Het bord verplicht fietspad betekent dat de bromfietser op de rijbaan moet rijden.
Waarschuwingen. Een driehoekig wit bord met een rode rand waarschuwt je voor mogelijke gevaren op de weg. Op het bord wordt aangegeven waar voor wordt gewaarschuwd.
Het blauwe bord is in de binnenvaart een sein waarmee een schip aan een tegengesteld naderend ander schip kan aangeven dat het voorbijvaren stuurboord op stuurboord zal gebeuren. Midden in het blauwe bord bevindt zich een wit knipperlicht.
Gele streep op de stoeprand
Is de lijn onderbroken, dan mag je hier niet parkeren. Is de lijn doorgetrokken, dan is zelfs stilstaan verboden. Net als laden en lossen of even snel uitstappen.
Als aan de kant van de rijbaan een gele onderbroken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet parkeren. Stilstaan mag wel. U mag wel stilstaan om te laden of te lossen of om een passagier te laten in- of uitstappen.