Betekenis van coward in het Engels. a person who is not brave and is too eager to avoid danger, difficulty, or pain: brand someone a coward They branded her a coward for informing on her colleagues during the interrogation.
Jij bent een lafaard. You are a coward. Je bent een lafaard.
Hij verachtte zichzelf omdat hij zo'n lafaard was. Hij is een lafaard en een pestkop. Zij vond hem een lafaard omdat hij niet meedeed aan de oorlog.
zelfstandig naamwoord. een persoon die niet moedig genoeg is om gevaar, moeilijkheden, tegenstand, pijn, enz. onder ogen te zien; een verlegen of gemakkelijk geïntimideerd persoon .
: gebrek aan moed : schandelijk verlegen. een laffe schurk. 2. : kenmerkend voor een lafaard. een laffe aanval van achteren.
angsthaas, lafbek, bangerik, schijterd, bangerd, schijtebroek, bloodaard. als synoniem van een ander trefwoord: bangerd (zn) : angsthaas, lafaard, bangerik, schijterd, schijtlijster, schijtebroek, schijtlaars, schijtluis, hazenhart, haasvreter, labbekak.
chagrijnig bijv. nw.
My little brother gets grumpy when he is hungry. Mijn broertje wordt chagrijnig wanneer hij honger heeft.
warmonger {werkwoord}
volume_up oorlog zoeken {ww.}
: iemand die oorlog wil of probeert andere mensen aan te zetten tot het beginnen of voeren van een oorlog . de oorlogsstokers in het Congres.
bijvoeglijk naamwoord. geïrriteerd en prikkelbaar . synoniemen: slechtgehumeurd, humeurig, humeurig, boos, kieskeurig, knorrig, slechtgehumeurd. slechtgehumeurd. een prikkelbare en onaangename geaardheid hebbend.
Je hebt gezocht op het woord: soggy. soggy 1doorweekt2drassig3klef (van brood e.d.)
zwak, teer, breekbaar, broos, bros. als synoniem van een ander trefwoord: broos (bn) : kwetsbaar, zwak, teer, breekbaar, teder, fragiel, onvast, frêle, teertjes.
klef (bn) : vochtig, plakkerig, kleverig, nat, nattig, plakkend, tets. klef (bn) : opdringerig, knuffelig, aanhalig.
gebrek aan moed; verachtelijk timide. Synoniemen: lafhartig, lafhartig, lafhartig, lafhartig, lafhartig, lafhartig, lafhartig, lafhartig, lafhartig, lafhartig, bang, bevreesd .
handigheid (zn) : behendigheid, handgreep, slag, kunstgreep, truc, kneep, foefje, foef, vindingrijkheid, slimmigheidje. gimmick (zn) : kunstje, kunstgreep, maniertje, truc, kneep, list, foefje, foef, slimmigheidje, handigheidje.
ruiken (ww) : geuren, stinken. meuren (ww) : stinken.
Een ander woord voor fakir is 'yogi'. Hoewel beide termen vaak door elkaar worden gebruikt, zijn er subtiele verschillen. Een yogi is meer gericht op meditatie en spirituele groei, terwijl een fakir meer bekendstaat om zijn fysieke prestaties, zoals vuurspuwen of het lopen over spijkers.
Steamy stoominzet. Slimmer stomen doe je met onze Steamy! Dit stoominzetstuk maakt gezond koken extra makkelijk, met een ingenieus ontwerp dat maximaal de aroma's, vitaminen en kleur van jouw ingrediënten behoudt. Het enige wat je nodig hebt is een kookpan van 24 cm.
weak, unsatisfactory, or not firm: One of the legs on this chair is a bit wonky. He may have to stop playing tennis because of his wonky knee.
: verzadigd of zwaar met water of vocht : zoals. a. : doorweekt, kletsnat. een drassig gazon.
Soggie, het lammetje dat uit logeren gaat. Het is voorjaar, de tijd dat een geboortegolf over schapeneiland Texel trekt. Duizenden en nog eens duizenden lammetjes worden er geboren. Daar zitten heel wat soggies tussen, liefdevol geadopteerd door menig Texels gezin.
nors of slechtgehumeurd; ontevreden of humeurig prikkelbaar; humeurig.