Op de voorkant schrijf je de naam en het adres van de persoon of het bedrijf.Daar gaat de brief naartoe.Op de achterkant schrijf je je eigen naam en adres.
➏ Schrijf op de achterkant van de envelop je eigen adres (retouradres). Dat is belangrijk als de brief om een of andere reden wordt teruggestuurd. En zo ben je zeker dat de geadresseerde jouw adres heeft om je een brief terug te sturen.
Schrijf 'De familie (achternaam)' bovenaan het adres.
De makkelijkste manier om een envelop aan een hele familie te adresseren is door simpelweg 'De familie (achternaam van de familie)' als de eerste adresregel te schrijven.
Welke naam eerst op envelop? Bij stellen waarvan de partners allebei hun eigen achternaam gebruiken, worden in de adressering op de envelop en bovenaan een brief beide personen genoemd, met hun eigen voorletters: De heer A. de Zwart en mevrouw K. Verschuur.
Adressering in Nederland
Vermeld de titel bij de juiste persoon. Bij ongetrouwde koppels of bij twee getrouwde mensen die elk hun eigen achternaam gebruiken, worden in de adressering beide personen genoemd, ieder met hun eigen voorletters.
De correcte spellingen zijn envelop en enveloppe.
Als u de naam en het geslacht van de geadresseerde weet, is de beste aanhef in een zakelijke brief of e-mail Geachte heer + de achternaam of Geachte mevrouw + de achternaam. Als u het geslacht niet weet, is onder meer Geachte heer of mevrouw + de achternaam gebruikelijk.
Als u de naam van de ontvanger niet kent, maar zeker weet dat het om een man gaat, gebruikt u Geachte heer. Als het om een vrouw gaat, gebruikt u Geachte mevrouw. Als een persoon in een bepaalde functie wordt aangesproken, zijn combinaties met Mijnheer de en Mevrouw de gebruikelijk, zonder het woord geachte.
Een adres wordt op een enveloppe geschreven. De naam en het adres van de persoon of het bedrijf moeten op de voorkant worden geschreven. Dat is waar de brief naartoe gaat. Je schrijft je naam en adres op de achterkant.
Je plakt binnen Nederland een postzegel met het cijfer 1 op brieven tot en met 20 gram. Het cijfer 2 gebruik je voor brieven vanaf 20 tot en met 50 gram. Voor zwaardere post (350 gr - 2 kg) en/of enveloppen groter dan C4 formaat (32,4 x 22,9 cm) gebruik je de XL-zegel.
De voorzijde van de kaart aan de voorzijde van de envelop. Als je hem ontvangt kijk je naar de voorzijde. Dan draai je hem om zodat je de envelop open kan doen en dan weer terug om de kaart er uit te pakken.
De Nederlandse postcode bestaat uit vier cijfers, een spatie en twee letters. Dit geeft een postcode de vorm: 1234␣AB. De cijfers geven de stad, het dorp, de buurt of wijk aan, de letters zijn specifieker en geven de straat of een deel daarvan aan.
Een Belgische adressering verschilt niet veel van de Nederlandse. Het enige verschil is dat het voor de Belgen gebruikelijk is om de naam van de ontvanger altijd bovenaan te zetten en daaronder de bedrijfsnaam of instantie waar de geadresseerde werkzaam is. Voor een Nederlandse adressering is dat precies andersom.
Hier vermeld je de straatnaam met huisnummer en eventuele toevoeging. Als je naar een postbus of antwoordnummer stuurt hoeft er geen straatnaam bij geschreven te worden: Voorbeeld 1: Industrieweg 108. Voorbeeld 2: Postbus 123.
Neem een vierkant stuk en bepaal het midden met bijvoorbeeld een liniaal en vanuit twee uiterste punten te meten. Vouw twee overliggende punten precies naar het midden en daarna vouw je de derde punt over de andere heen iets verder dan het midden. Deze laatste flap plak je dan vast met lijm.
briefomslag, couvert, jiffy. als synoniem van een ander trefwoord: omslag (zn) : couvert, envelop, map, portfolio.
Namen op trouwkaarten
Voor jullie trouwdag is hij nog niet het hoofd van jullie gezin dus krijgt de vrouw de eer. Haar naam wordt dus als eerst vermeld op de trouwkaart voor de bruiloft. Na de bruiloft wordt op alle officiële communicatie de naam van de man eerst genoemd.
De heer en mevrouw wordt als dhr. en mevr. of dhr. en mw.