Wie nog een appeltje met iemand te schillen heeft, is kwaad op iemand en wil hem/haar op het matje roepen of met gelijke munt terugbetalen. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt een iets andere variant: een appeltje (met iemand) schillen.
Het gezegde 'een appeltje voor de dorst' komt uit de 18e eeuw! Het gezegde is ontstaan doordat er in arme tijden een appeltje werd bewaard voor de latere dorst, aangezien appels aardig lang te bewaren zijn! Het gezegde betekent dus als het ware 'iets bewaren om het in nood te gebruiken'.
Mosterd na den maaltijd,
d.i. het benoodigde brengen als het niet meer noodig, als 't te laat is.
[idioom] In de wolken zijn. Opgetogen, blij zijn.
Dit gezegde bedoelt dat alles geld of moeite kost, behalve als het van de zon komt. De zon krijgen we elke dag voor niets, maar voor onze (nieuwe) omzet zullen we moeite moeten doen.
Men moet geen slapende honden wakker maken = Spreekwoorden: (1914) Men moet geen slapende honden wakker maken,d.w.z. een sluw (of oneerlijk) Mensch moet Men niet waarschuwen; Men moet geen moeilijkheden, die Men mijden kan, veroorzaken.
'Het is lood om oud ijzer' wordt gezegd om uit te drukken dat twee zaken weinig van elkaar verschillen: ze zijn allebei even goed of slecht. Het betekent dus iets als 'het komt allemaal op hetzelfde neer'.
Wie meelacht met anderen, zonder zelf een reden tot lachen te hebben, lacht als een boer met kiespijn, vaak met een wat zuur gezicht.
Iets doen met hart en ziel; jezelf overleveren aan een reeks gebeurtenissen in het hier en nu, gericht op het realiseren van iets moois of het ervaren van iets prettigs, niet afgeleid en in de onbewuste wetenschap dat dit iets bijdraagt aan je mens-zijn.
Geld over de balk gooien/smijten betekent: 'geld verspillen, met geld smijten', 'veel te veel uitgeven (aan nutteloze dingen)'. Volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) en F.A. Stoett luidde de oorspronkelijke vorm van deze uitdrukking: het (niet) over de balk gooien.
Op zijn pooten (of pootjes) terecht komen, d.w.z. goed terecht komen; goed afloopen; eig. gezegd van de kat, die bij een val of een sprong altijd op haar pooten terecht komt.
Een wolkbreuk ontstaat als buien lang boven een bepaald gebied blijven hangen doordat het weinig waait. Wolken regenen dan leeg boven één plek. In korte tijd valt er een enorme hoeveelheid water uit de lucht: minstens 25 millimeter in een uur of minstens tien millimeter in vijf minuten.
Als ineens duidelijk wordt hoe iets zit, of als eindelijk iemands ware bedoeling of karakter blijkt, is het heel gewoon om uit te roepen 'Nu komt de aap uit de mouw! ' Volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) gaat deze zegswijze letterlijk terug op een aap die in een mouw zat.
De kogel is door de kerk wordt gezegd als er (meestal na lang overleg) ergens een beslissing is genomen; de knoop is (eindelijk) doorgehakt. Sommige spreekwoordenboeken vermelden dat deze uitdrukking voortkwam uit de ongeschreven regel om bij gevechten uit respect kerkgebouwen te ontzien.
Oude koeien uit de sloot halen betekent '(opnieuw) beginnen over iets (vervelends) wat vroeger is voorgevallen', 'bijna-vergeten, vaak vervelende gebeurtenissen oprakelen'. Het gaat in deze zegswijze oorspronkelijk om het opvissen van kadavers van verdronken koeien.
sigaar: een — uit eigen doos krijgen, iets dat schijnbaar geschonken wordt zelf moeten betalen; zelf moeten opdraaien voor een bepaald voordeel. Iemand een sigaar uit eigen doos presenteren is 'de (politieke) tegenstander trakteren op een koekje van eigen deeg'.
Beeldig, snoezig, hartveroverend, snoeperig. Je bent toch niet van suikergoed. Je kunt tegen een stootje.
Wie a zegt, moet ook b zeggen,
d.i. men moet voortgaan gelijk men begonnen is; of ook: na de eerste schrede kan men niet meer stilstaan; fr.
[idioom] Frisse neus halen. Naar buiten gaan om een helder hoofd te krijgen.