Iemand die zijn huik naar de wind hangt, verandert zijn standpunt als hem dat verstandig lijkt. De uitdrukking heeft vaak een negatieve ondertoon: wie zijn standpunten aanpast aan de omstandigheden, staat niet achter zijn overtuigingen, maar kijkt in de eerste plaats naar wat voor hem handig of voordelig is.
Een huik is een lange zijden of stoffen kapmantel zonder mouwen. Het woord komt al sinds de 14e eeuw voor in het Nederlands, maar de etymologie is onzeker: taalkundigen vermoeden dat het afkomstig is uit het Frans of uit het Arabisch. Het werd gedragen in de Nederlanden en in Duitsland.
Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd - dit betekent: 'je kunt niet alles ineens doen, alles heeft zijn tijd nodig'; 'iets groots tot stand brengen is nu eenmaal een zaak van lange adem'.
Spreekwoorden: (1914) Iets op zijn lever hebben, d.w.z. iets op zijn hart hebben; iets hebben dat drukt; ook: schuldig zijn aan iets. Vgl. Tuinman I, 16: Hy heeft wat op zyn lever, dit wil zeggen, hy is zich bewust, dat hy aan iets schuldig is; Harreb.
Toen de islam in de zevende eeuw ontstond, werd de plaatselijke praktijk van de sluier overgenomen. Zo hadden bijvoorbeeld rijke christelijke vrouwen in het Byzantijnse rijk de gewoonte om zich te bedekken opdat de `gewone' man op straat hen niet kon zien.
Veel moslima's kiezen ervoor om een hoofddoek te dragen omdat dit het makkelijker maakt hun religie uit te beoefenen of simpelweg doordat ze zich hierdoor beter voelen.
Allah zegt ook: 'En zij moeten hun khimaar over hun boezems dragen. ' De khimaar is een kledingstuk waarmee de vrouw haar hoofd bedekt. Ook wordt zij opgedragen om deze khimaar over haar boezems te slaan, zodat niets van haar hals zichtbaar blijft.
DE SLUIER. Er zijn vier soorten gewaden die sommige islamitische vrouwen dragen om hun gezicht te bedekken: de niqaab, de boerka, de gimaar en de sharfsharf.
De nikab (ook nikaab, niqab of niqaab) (Arabisch: نقاب, niqāb) is de Arabische benaming voor een sluier die het gezicht bedekt en de ogen (meestal) vrijlaat.
De chador of tsjador (Perzisch: چادر , Châdor) is een Perzisch gewaad dat het gehele lichaam behalve het gezicht bedekt. Hij wordt met name gedragen door islamitische vrouwen en maakt vrouwelijke vormen onzichtbaar.
Het verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding geldt in en rondom gebouwen van de zorg, het onderwijs, de overheid en in de voertuigen van het openbaar vervoer. U mag op deze locaties geen kleding dragen die uw gezicht onherkenbaar maakt.
De moslima's die in het openbaar een hoofddoek (hijab of hidjaab of jilbab) dragen, doen dit veelal omdat zij dit als een islamitisch voorschrift zien. Zij baseren zich daarbij op ayaat uit de Koran, Soera Het Licht 31, Soera De Partijscharen 59.
De Koran zegt dat een hijab het lichaam moet bedekken, behalve het gezicht en de handen. Een moslima hoort zich bescheiden te kleden. Over het bedekken van het haar wordt niets vermeld. Het is niet de bedoeling je schoonheid aan iedereen te tonen.
“De geleerden zijn het er unaniem over eens dat het bedekken van de 'awrah verplicht is voor alle mensen.” En zo zei Ibn Hazm: “Zij (de geleerden) zijn het erover eens dat het haar van de vrije vrouw en haar lichaam, met uitzondering van haar gezicht en handen, 'awrah is.
De straf om in het openbaar gezien te worden zonder hoofddoek omvat arrestatie, een gevangenisstraf, geseling of een boete - dit alles voor de "misdaad" van het uitoefenen van hun recht om te kiezen wat te dragen.
Hijab is een verzamelbegrip voor verschillende hoofddoeken. Een hijab bedekt meestal het haar, de nek en de schouders, maar sommige modellen zitten los over het haar of lijken op een tulband. Hijab is de meest gebruikte bedekking bij moslimvrouwen in het Westen.
Er wonen bijna een miljoen moslims in Nederland. Ze vormen nu 5,1% van de bevolking in Nederland. Hoewel hun aantal relatief klein is in vergelijking met de bevolking, is de islam de tweede religie na het christendom in dit land.
Zijn gal spuwen, zijn gal uitspuwen en zijn gal spugen ('zijn boosheid uiten') zijn alle drie correct. Zijn gal spuwen is het gebruikelijkst.
Spreekwoorden: (1914) Op grooten voet leven, d.i. op rijkelijke, ruime wijze leven; ook wel in scherts gebezigd voor: groote voeten hebben.
' Wat baten kaars en bril, Als de uil niet zien en wil. Dit wordt gezegd als men tevergeefs zijn best doet om iemand, die dom of eigenwijs is, beter in te lichten.
Waar het paard aangebonden is, moet het vreten.
Wie gebonden is moet zich aanpassen.
Wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet. Zelfreflectie is een moeilijke zaak. Wie zich met zijn eigen zaken bezighoudt, stoort zich niet aan andermans fouten.
Amnesty International wijst een algemeen verbod af, omdat dat strijdig is met mensenrechtenverdragen. Velen vinden een boerka of niqaab vrouwonvriendelijk, onveilig en in strijd met de Europese waarden, en pleiten daarom voor een verbod.