De bodem is de bovenste laag van de aardkorst, maar de definitie in de bodemkunde is specifieker, namelijk die laag van de aardkorst die door planten beworteld wordt (de rhizosfeer), of waarin zich bodemvormende processen afspelen.
Het deel van de (zelf door verwering of afzetting gevormde) grond, dat onder invloed van het klimaat, de begroeiing en de fauna geleidelijk verandert. De bodem vinden we dus aan de aardoppervlakte.
De bodem is letterlijk en figuurlijk een belangrijke onderlegger voor duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast is de bodem ook de natuurlijke drager van de identiteit van veel gebieden. De bodem biedt daarbij kansen voor ontwikkelingen maar legt ook beperkingen op.
De bodem is de schors van onze planeet, de oppervlaktelaag die enkele centimeters tot enkele meters dik is. Nochtans is de bodem veel meer dan dat. In de realiteit is het een complexe matrix die wordt gevormd door stukjes rots, korrels van verschillende grootte (zand , leem, klei ), resten van planten en dode dieren.
Met grond bedoelen we het losse materiaal aan de oppervlakte van de aardkorst. Neem je hiervan een hoeveelheid om te onderzoeken, dan spreek je van een grondmonster. De bodem is de wijze waarop de gronddeeltjes in bepaalde patronen zijn neergelegd door de natuur.
HOE WORDT DE BODEM GEVORMD? - Minerale oorsprong : Afhankelijk van het moedergesteente, ontstaan door degradatie van de rotsen deeltjes met verschillende grootte: zand, leem, klei en mineralen. Niet alle deeltjes die we terugvinden in een bodem zijn echter van lokale oorsprong.
Bodemdieren zijn diertjes die net boven of onder de grond leven. Ze zijn onder te verdelen in 10 hoofdgroepen: de regenworm, naaktslak, huisjesslak, spinachtigen, pissebed, miljoenenpoot, duizendpoot, kever, mier en de mol.
Dit uiterlijk, alle laagjes horizonten op elkaar, noemen we een bodemprofiel. Bodemprofielen zijn vaak heel oud, doordat het erg lang duurt om een horizont te vormen. De bodem in Nederland is ongeveer 10.000 tot 15.000 jaar oud. Dit klinkt heel oud, maar is eigenlijk nog best jong in vergelijking tot andere bodems.
De Nederlandse bodem is een mix van meerdere bodemsoorten. We hebben onder meer zand, klei en grind. De bodem verandert voortdurend in Nederland door diverse invloeden. Zo heeft het weer een aanzienlijke invloed op de bodem, maar ook dieren zorgen voor verandering in de bodem.
bodem {de} bottom {znw.}
Door temperatuurveranderingen in de bodem veranderen volumes van water en lucht, waardoor verplaat- sing van water en lucht kan optreden. Tijdens het dalen van de grondwaterstand worden grotere watergevulde poriën leeggezogen en met lucht gevuld.
Definitie: Humus is organisch materiaal waarvan de gemakkelijk verteerbare delen reeds zijn afgebroken. Een humeuze bovenlaag ontstaat wanneer organische stof (afgestorven planten- en dierresten, uitwerpselen) wordt afgebroken door het bodemleven.
Materiaal waaruit een bodem is gevormd en hun onderlinge verhouding (fracties of procenten). Eventueel tevens hun korrelgrootteverdeling.
Op basis van de erfgoedverordening is het verboden om zonder (omgevings)vergunning de bodem dieper dan 40 cm onder de oppervlakte te verstoren, tenzij het gaat om onder andere een gebied met lage archeologische verwachtingswaarde.
De munten of baren worden gewikkeld in lucht- en waterdichte verpakking en dan opgeborgen in een PVC-buis welke de grond in gaat. Kiest u voor deze methode, denk dan aan het graven van een diep gat (ruim 1 meter diep) en pas op voor ongewenste toeschouwers. Vergeet vooral niet WAAR in uw tuin het goud verstopt zit.
Dat is goed nieuws, want ook met een klein tuintje ben je dus grootgrondbezitter. Je kunt namelijk namelijk 6371 kilometer graven tot het middelpunt van de aarde.
Hij heeft dan wel veel harten, maar tanden hebben ze niet. Hij eet zijn voedsel met zand en al, waardoor het voedsel door het zand in zijn maag vermalen wordt. Het zand poept hij weer uit. We praten nu wel over een 'hij', maar een regenworm is zowel een man als vrouw!
Bacteriën spelen een rol in de afbraak van vervuiling en gifstoffen en kunnen antibiotica produceren die de plant ten goede komen. Saprotrofe schimmels breken vooral houtig materiaal (weinig N, veel lignine e.d.) af. Met hun schimmeldraden dringen ze de bodem binnen en helpen zo mee om de structuur te verbeteren.
Volgens een voorzichtige inschatting zijn 6.300 soorten te classificeren als sterk afhankelijk van de bodem (zie de tabel hieronder). Dit is 22% van het aantal Nederlandse diersoorten. Daarmee maakt de bodemfauna een substantieel deel uit van de Nederlandse biodiversiteit.
De bodemvormende factoren zijn moedermateriaal, klimaat, topografische ligging, biologische factoren en tijd. Onder invloed van deze factoren vinden diverse chemische, fysische en biologische veranderingen plaats in het uitgangsmateriaal.
Maaien is een middel om de graslanden te verarmen, hierdoor ontstaan voedselarme omstandigheden. Door regelmatig te maaien, de vegetatie (deels) af te voeren zal de grond verarmen. Een bodem arm aan voedingsstoffen zorgt voor veel soorten, omdat er niet een soort is die genoeg te eten heeft om te gaan woekeren.
Sommige bodems vormen zich binnen enkele tientallen jaren, andere hebben tienduizenden jaren nodig. Duidelijk herkenbare horizonten zijn het gevolg van bodemvormende processen, bijvoorbeeld: ophoping van voedingsstoffen en organische stoffen, zoals plantenresten, vormen de organische toplaag van het bodemprofiel.