In het buitengewoon secundair onderwijs (buso) zijn er 4 opleidingsvormen (OV). Een opleidingsvorm zegt iets over wat je na het buitengewoon secundair onderwijs kan doen. Een school voor buitengewoon secundair onderwijs kan 1 of meer opleidingsvormen aanbieden. Leerlingen uit verschillende types kunnen er terecht.
Buso is een letterwoord, een afkorting die gevormd is met de beginletters van afzonderlijke woorden (buitengewoon secundair onderwijs) en die als één woord uitgesproken wordt ([buuzoo]).
BuSO of Buitengewoon Secundair Onderwijs is een onderwijsvorm bedoeld voor leerlingen die tijdelijk of permanent extra ondersteuning nodig hebben. Mogelijke redenen daarvoor zijn een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking, gedragsproblemen en/of emotionele problemen, zware leerstoornissen.
In het BuSO kan je toewerken naar verschillende doelen: je kan een beroep aanleren, je kan je voorbereiden op je volwassen leven of je kan een diploma secundair onderwijs behalen. Het BuSO is daarom georganiseerd in verschillende afdelingen of opleidingsvormen.
BusO Opleidingsvorm 2 - Opleidingsvorm 2
Dit is onderwijs gericht op maatschappelijk functioneren en participereren in een omgeving waar ondersteuning voorzien is en op tewerkstelling in een werkomgeving waar ondersteuning voorzien is.
“Wetenschappen-wiskunde wordt vandaag in de markt gezet als dé moeilijkste richting. Grieks moet er dus toch ergens in slagen om de talenten die de leerlingen al hebben, verder aan te scherpen en te verdiepen.
Als je slaagt krijg je een getuigschrift alternerend beroepsopleiding, indien niet geslaagd dan ontvang je een attest. Je kunt ook nog een opleiding volgen bij de VDAB, Syntra of in het Volwassenonderwijs.
Type 9 onderwijs is er voor kinderen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben en ondanks begeleiding niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Binnen hetzelfde studiegebied mag een leerling altijd overstappen naar een andere richting. Voor een ander studiegebied beslist de klassenraad of dat kan, behalve in het studiegebied personenzorg kan dit niet. Voor het 7de jaar gericht op het hoger onderwijs bso maakt het studiegebied van het diploma niet uit.
Voor wie? Voor leerlingen waarvoor de redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs ontoereikend en disproportioneel zijn. Er is geen specifieke diagnose of IQ-criteria aan dit type verbonden.
Type 2: verstandelijke beperking. Type 3: emotionele of gedragsstoornis (zonder verstandelijke beperking) Type 4: motorische beperking. Type 5: leerlingen in een ziekenhuis, preventorium of residentiële setting.
Leerlingen in type 2 zijn per definitie kinderen met een matig tot ernstige verstandelijke beperking.
Voor een volledig schooljaar in het buitengewoon lager onderwijs bedraagt de mediaankostprijs 233,00 euro. Dit is de kostprijs zonder kosten voor vervoer en kosten verbonden aan een functiebeperking.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 7 richt zich binnen Stedelijk Onderwijs tot kinderen met Spraak- en Taalontwikkelingsstoornissen (STOS).
Buso is slang voor "slim", "sluw" of "vaardig" . Een vertaling zou "gek worden" kunnen zijn, maar drukt de betekenis niet echt uit. Een vertaling naar een bekendere Engelse uitdrukking zou "maak je klaar" of "ga ze halen" zijn, zoiets.
De autistische stoornis
Deze variant wordt vaak gezien als de meest ernstige variant van alle vormen van autisme. Kinderen met klassiek autisme hebben vaak moeite met communiceren. Daarnaast zie je ook vaak agressie en ongeremdheid en/of hyperactief gedrag.
Is er aangepast onderwijs voor kinderen met autisme in het buitengewoon onderwijs? Sinds het schooljaar 2015-2016 kunnen leerlingen met een autismespectrumstoornis en een normale begaafdheid (IQ > 70) naar het nieuwe type 9 in het buitengewoon onderwijs.
Graad 2: je hebt duidelijke problemen door tekorten in de sociale communicatie, interactie en kenmerken op het gebied van HBB (Herhalende gedragspatronen, Beperkte interesses en Beperkte activiteiten). Je kunt moeilijk zelfstandig functioneren en effectieve ondersteuning is nodig.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen met een motorische en/of meervoudige beperking. Binnen het stedelijk buitengewoon onderwijs kunnen de leerlingen een volledig leertraject, van kleuter tot schoolverlater, volgen op dezelfde locatie.
Normaalgezien is dit niet mogelijk.
Wat is OV4? In opleidingsvorm 4 (OV4) wordt het programma van het gewone secundair onderwijs gegeven, met aangepaste doelstellingen en ondersteuning voor onze leerlingen.
Het antwoord bevestigt het cliché: burgerlijk ingenieurs hebben gemiddeld het hoogste IQ. Bio-ingenieurs, wiskundigen, natuurkundigen en informatici staan op de tweede plaats. Daarin wordt de studieloopbaan van zo'n tienduizend jongeren die rond 1996 in het laatste jaar secundair onderwijs zaten, onder de loep genomen.
Antwoord. Iedereen die een diploma hoger secundair onderwijs heeft kan geneeskunde studeren.
Het 1ste, 3de en 5de zijn de 'moeilijkste' jaren. vooral omdat dit de keuzejaren zijn.