'Iemand met hoge bloeddruk kan ook tientallen van die vlekjes hebben, en ook als het geen MS is, zijn witte vlekjes over het algemeen geen goed nieuws. Het zijn bloedvaten die moeite hebben om bloed naar een bepaald gebied te brengen.
Een lekkende bloed-hersenbarrière gaat samen met geheugenproblemen. Foto: Witte vlekken op deze MRI-scan van een brein tonen een hersenziekte ontstaan door een beschadigde bloed-hersenbarrière. Ziektes of een verhoogde bloeddruk kunnen oorzaken zijn van de beschadiging.
De witte stof wordt gevormd door uitlopers (axonen) van zenuwcellen. De stof is ook werkelijk wit, dat komt door de witte laag die om de axonen ligt, de myelineschede. De witte stof legt verbindingen tussen je hersengebieden en zorgt voor de communicatie tussen de gebieden en het doorgeven van informatie.
Wittestofziekten (leukodystrofieën) Bij een leukodystrofie gaat er iets mis met de witte stof in je hersenen. Als dit door een foutje in je genen komt, dan noemen we het een leukodystrofie. Door deze ziekte krijg je vaak problemen met denken en bewegen.
De witte stof bevindt zich binnenin de hersenen. Aan de buitenkant van de hersenen zit de grijze stof, ofwel de hersencellen. Witte stof zijn de uitlopers van de hersencellen, waardoor de verschillende delen van de hersenen onderling verbonden zijn.
Plek in de hersenen alzheimer
De plek waar zenuwcellen bij alzheimer vaak als eerst kapotgaan is de hippocampus. Dit is een klein hersengebied gelegen in de slaapkwab of 'temporale kwab'. Door beschadiging van de hippocampus kan iemand moeilijker nieuwe dingen onthouden.
Bij de ziekte van Alzheimer is de hippocampus vaak één van de eerst aangedane gebieden in de hersenen. Dit kleine hersengebiedje, in de vorm van een zeepaardje, zit in de slaapkwab of 'temporale kwab'. Deze hersenkwab zit aan de zijkant van het brein. Het gebiedje is in beide hersenhelften aanwezig.
Een MRI-scan brengt met onschadelijke magnetische stralen de hersenen gedetailleerd in beeld. Op de beelden zijn afwijkingen te zien die passen bij de verschillende vormen van dementie. Het onderzoek is pijnloos en ongevaarlijk. Het apparaat ziet eruit als een kleine tunnel waar je in wordt geschoven.
Een MRI-scan van het hoofd (schedel en hersenen) geeft inzicht in de gezondheid van je hersenen. We kunnen bijvoorbeeld zien of er een herseninfarct is doorgemaakt, of er hersentumoren of hersenbeschadigingen zijn en of er risicofactoren zijn voor een vaataneurysma.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
In de hersenen bevindt de witte stof zich onder de grijze massa, de hersenschors, terwijl deze in het ruggenmerg de grijze massa juist bedekt. Axonen sturen sensorische en motorische informatie naar de juiste plaats, waardoor er witte stof ontstaat.
En wat er precies pijn doet? Je brein zelf niet. Er zitten geen uiteinden van gevoels zenuwen in je hersenen die een signaal van pijn kunnen oppikken en doorgeven aan het gebied in je brein dat pijn verwerkt. Als je met een stokje in je hersenen zou roeren of er een stuk uit- snijdt, dan voel je daar niets van.
De mate van volumeverlies wordt daarbij uitgedrukt in een visuele schaal volgens Scheltens. De eventueel optredende schade van de witte stof (chronische vaatschade) wordt uitgedrukt volgens de schaal van Fazekas. De CT en de MRI geven de structuren, de bouwstenen van de hersenen aan.
Er bestaat geen specifieke diagnostische test voor MS. De diagnose MS wordt daarom gebaseerd op een combinatie van klinisch onderzoek (symptomen en lichamelijk onderzoek), beeldvorming (MRI) en/of laboratoriumonderzoek (ruggenprik en/of bloedtest).
De witte stof in de hersenen heeft als functie het verzorgen van de communicatie tussen de zenuwcellen. De witte kleur komt van de myeline, het omhulsel dat voor de elektrische geleiding zorgt. Het axon stuurt informatie door naar andere hersencellen en ruggenmerg (het centraal zenuwstelsel).
Wat kun je uit een CT-scan afleiden? “Je kunt interne organen bekijken zoals longen, lever, hart of hersenen. Maar ook botstructuren, breuklijnen, prothesemateriaal en gewrichten zijngoed zichtbaar. Bovendien kun je met een scan bekijken waar een bepaalde afwijking in een orgaan zich bevindt.
Heel wat hersentumoren worden ontdekt naar aanleiding van aanhoudende, met de tijd erger wordende hoofdpijn die al dan niet gepaard gaat met misselijkheid, braken, slechter zien en bewustzijnsdalingen. Die symptomen komen hoofdzakelijk voor door een drukstijging in het hoofd.
De eerste verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Het valt op dat iemand terugkerende geheugenklachten, gedragsproblemen en veranderingen in karakter heeft. Iemand heeft bijvoorbeeld moeite om te onthouden welke dag het is, of wordt sneller boos.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
De nieuwe bloedtest richt zich op het aantonen van het schadelijke eiwit 'tau'. In het brein veroorzaakt dit eiwit schade bij mensen met alzheimer. De onderzoekers kunnen met de test deze alzheimerprocessen signaleren. Blom: “De onderzoekers kunnen de ziekteprocessen aantonen, jaren voordat iemand dementie krijgt.
Dementie herkennen
Overzicht verliezen in drukke situaties zoals op het werk (bij complexe situaties) of in het huishouden. Gedragsveranderingen zoals minder remmingen en/of initiatiefverlies (apathie). Vermindering van de woordenschat en problemen om woorden te vinden. Karakterverandering.
Bij beginnende dementie kost het steeds meer energie om je met je gedachten ergens op te focussen. Het wordt lastig om een gesprek te volgen, beslissingen te nemen, een kleine rekensom of een goede planning te maken. Een verhaal vertellen is soms moeilijk als je niet op namen of woorden kunt komen.
Nachtrust mensen met dementie verbeteren
Ze functioneren minder goed en het kan zorgen voor eiwitopstapeling en daardoor verdere achteruitgang. Mensen met dementie worden overdag vaak minder actief en vallen dan soms zelfs in slaap. Door die 'middagdutjes' zijn ze 's avonds niet moe genoeg om goed te kunnen slapen.