Het beste antwoord. Dit zijn meetpunten. Ze worden vliegschijven genoemd. Het zijn belangrijke hulpmiddelen bij het maken van gedetailleerde landkaarten en plattegronden.
Als lengtemarkering als vorm van deelstreep om een uitrijstrook, invoegstrook, voorsorteerstrook of weefvak mee aan te duiden.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
De bestaande witte markering wordt, op de Nederlandse rijkswegen, gedurende die periode met een zwart product gedemarkeerd of weggestraald met water onder hoge druk. Op Nederlandse autosnelwegen is, bij de onderbroken streep tussen de rijstroken, de afstand tussen twee strepen 9 meter, en de streep zelf 3 meter lang.
Waar de witte strepen langs de groene ononderbroken zijn, mag u niet inhalen; u mag alleen inhalen op die plaatsen waar de witte strepen naast de groene streep onderbroken zijn. De doorgetrokken witte strepen aan de zijkant van de weg geven aan dat u van rechts en links geen verkeer hoeft te verwachten.
Hoe zie ik hoe hard ik mag rijden? Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster.
Heb je wel eens gezien dat de positie van dit bord bepaald bij een kruispunt niet altijd dezelfde is? Je kunt aan de plaats namelijk zien of je je binnen of buiten de bebouwde kom bevindt. Binnen de bebouwde kom staat het bord vóór het kruispunt en buiten de bebouwde kom erna.
50 km/h is de standaard binnen de bebouwde kom. Zoals aangegeven merk je dat aan het plaatsnaambord dat je voorbij rijdt. De rijbaan wordt vaak aangegeven door middel van een onderbroken of doorgetrokken streep tussen jou en de tegenligger.
Wegmarkeringen worden onder andere gebruikt om:
Rijstrookverdelingen aan te geven. Inhaalverboden aan te geven. parkeer of stopverboden aan te geven. Tijdelijke omleiding aan te geven.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
In de avond en nacht (van 19.00 tot 06.00 uur), mag u op sommige snelwegen 120 kilometer per uur of 130 kilometer per uur rijden. De maximumsnelheid in de avond en nacht is dus op veel snelwegen hoger dan overdag.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Een dubbele witte middenstreep met groen ertussen (100km/u), dubbele witte streep zonder groen ertussen (80km/u), ontbrekende middenstreep (80km/u) of onderbroken kantstreep zonder middenstreep (60km/u) geeft de toegestane maximumsnelheid op die weg aan.
Hoewel de zijweg van andere verharding is, is deze weg toch gelijkwaardig aan de geasfalteerde weg. De witte blokmarkering benadrukt dit. Verkeer van rechts heeft in deze situatie voorrang.
Blokmarkering. Een blokmarkering is een onderbroken streep die u mag overschrijden en geeft de invoeg- en uitrijstroken en splitsingen in wegen aan. Als langs een blokmarkering een doorgetrokken streep is aangebracht, mag u deze markering en streep pas dan overschrijden als u de onderbroken markering aan uw kant hebt.
snelheid van 30 km/u. Een 30km/h-zone (Nederland) of een zone 30 (België) is een gebied waar de maximumsnelheid op 30 kilometer per uur is vastgesteld, doorgaans toegepast op erftoegangswegen en in de buurt van scholen.
Er is onderzoek naar gedaan, en automobilisten geven deze redenen aan voor hun hoge snelheid³ : ze willen zich aanpassen aan het andere verkeer. ze hebben haast. ze vinden hard rijden leuk.
70 km/u. Buiten de bebouwde kom is de maximumsnelheid 70 km/u. Er moet dus geen verkeersbord geplaatst worden om je aan deze limiet te doen herinneren. Let op, in Wallonië en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom nog steeds 90 km/u.
Een bebouwde kom kenmerkt zich namelijk door langs de weg gelegen bebouwing van zodanige omvang en dichtheid dat een duidelijk verschil in wegkenmerken benadrukt wordt. Uit de algemene regels van een bebouwde kom komt voort dat de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h is, tenzij anders aangegeven.
De meetcorrectie is 3 kilometer en de eerste 3 kilometer te hard rijden blijft onbestraft. Wie op een weg met maximaal 80 kilometer per uur de snelheid aantikt van 87, rijdt dus 1 kilometer te hard. Je kunt dan een boete krijgen voor 4 kilometer te hard rijden.
Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h. Daar ontstaat vaak de vergissing bij weggebruikers die de verkeersregels niet voldoende kennen, door standaard 80 km/h te rijden op een autoweg.
Die is er niet. Voertuigen mogen alleen op autowegen als zij 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur. Deze snelheid heet de minimumconstructiesnelheid.
In een dergelijk geval ziet u onder het bord met de maximum snelheid (bijvoorbeeld 120 km/uur) de tijden waarop deze snelheid geldt (van 6-19 uur bijvoorbeeld). Daarbuiten is de limiet 130 km/uur, ook als u er overdag 120 km/uur mag.