Dit hafniumcarbide en nitride heeft veruit het hoogste smeltpunt van alle materialen ter wereld.
Kwik is het enige metaal dat vloeibaar is bij kamertemperatuur. Soms wordt kwik wel quicksilver genoemd. Het komt nauwelijks in vrije vorm in de natuur voor en wordt vooral gewonnen uit ertsen (HgS e.a.), in Spanje en Italië.
Nee, een goede brand kan wel 1200 graden worden, maar staal smelt pas rond 1500 graden. Voor de verzwakking van het staal is het ook niet nodig om te smelten, de microscopische veranderingen die in het staal optreden, zoals het groeien van de staalkristallen, zijn voldoende om het staal te verzwakken.
Het metaal met het laagste smeltpunt is kwik (-38,8 °C).
De eenvoudigste manier om metaal tot vloeistof te smelten is door het te verhitten in een klein en afgesloten vat dat van onderaf wordt verwarmd. Je kunt er zelf een maken met een kleine lege propaancilinder of een metalen emmer, gips, zand, een metalen pijp, houtskoolbriketten, en een stalen blik.
Gallium is bij kamertemperatuur een vast, glanzend metaal. Maar het smelt al bij 30 graden Celsius - in je hand bijvoorbeeld.
Ongeveer de helft van de totale wereldproductie is afkomstig uit Spanje en Italië. Op kleinere schaal wordt kwik gewonnen in Slovenië, Rusland en Canada. Het kwik wordt geïsoleerd door het mineraal te verhitten in een luchtstroom waarbij het kwik verdampt en daarna condenseert in een gekoelde recipiënt.
Stenen smelten bij een temperatuur tussen de 650 en 1200 graden Celsius. 1200 graden Celsius is bijna vijf keer zo warm als de hoogste stand van de oven thuis. Een steen smelt dus niet zomaar. Elke steen is opgebouwd uit allemaal kleine deeltjes, moleculen.
Dankzij de veel hogere dichtheid dan lood wordt dit metaal en de legeringen als stralingsafscherming ingezet van onder andere collimators en als radioactieve stralingsafscherming. Daarnaast is wolfraam/tungsten in tegenstelling tot lood geen giftig element en geeft het geen irritatie op de huid.
Edelmetalen als zilver en goud laten zich namelijk omsmelten. Daarvoor dient wel een hoge temperatuur te worden bereikt. Het smeltpunt voor goud ligt op 1337 °C.
Het smeltpunt van messing ligt tussen de 900°C en 940°C, afhankelijk van de samenstelling van de legering.
Probeer een propaanbrander te gebruiken om goud te smelten.
Zet de kroes dan op een brandwerend oppervlak en richt de brander op het goud in de kroes. Als je eerst natriumtetraboraat aan het goud toevoegt, dan kun je het op een lagere temperatuur smelten, wat mogelijk nodig is als je een brander gebruikt.
De magnetische eigenschappen kunnen uitsluitsel geven. Koper en brons zijn absoluut niet magnetisch. Messing kan enigszins magnetisch zijn, afhankelijk van de samenstelling. Met een sterke magneet is het onderscheid waar te nemen.
Lood heeft een relatief laag smeltpunt (327,5 0C). Het smelten van lood gebeurt bij een temperatuur iets hoger dan het smeltpunt. Dit voorkomt tussentijdse stolling van het metaal. Bij deze temperatuur komen zeer lage loodemissies voor.
Een beschrijving van beide processen en de verdere verwerking van het staal. tevens gebruikt om een hoeveelheid schroot te smel- ten en om de temperatuur van het ruwijzer (circa 1300 °C) op te voeren tot die van vloeibaar staal (circa 1600 °C).
Gietijzer is een legering van ijzer met koolstof (2-4,5%), silicium (1,5-3,5%) en mangaan (max 1%). De smelttemperatuur ligt, afhankelijk van het C gehalte, tussen 1200 en 1400 ºC.
Dat kun je in corrosietabellen opzoeken, daar help ik klanten vaak mee.” “Bij temperaturen hoger dan 1000 graden kom je uit in de hittebestendige nikkellegeringen: Heat Resistant Alloys. Je hebt daarbij twee soorten nikkellegeringen: corrosiebestendige alloys (CRA's) en hittebestendige (HRA's).
Naast vuil is zeelucht één van de grootste vijanden van RVS. Zeelucht bestaat uit minuscule druppeltjes zeewater die zowel zout als chloriden bevatten.
RVS is sterker en kan een hogere temperatuur aan dan staal. Over het algemeen heeft roestvrij staal een temperatuurbestendigheid tot wel 650 graden celsius. Nadeel van RVS is dat het duurder is. Daarnaast is roestvrijstaal ook moeilijk te lassen, dit komt door de snelle dissipatie van hitte.