Na een moeizame tocht kwam op 12 oktober 1492 land in zicht. Het was een matroos die de eerste waarneming deed, maar Columbus beweerde zelf de dag ervoor al iets te hebben gezien. Zo streek hij zelf het beloofde jaargeld van 10.000 maravedi's op — een voorbode van ander laakbaar gedrag.
Columbus ging op reis om een nieuwe route naar Indië te ontdekken. Na een paar maanden zeilen... Land in zicht! Columbus heeft altijd gedacht dat hij een nieuwe route naar Indië had gevonden.
Hij maakte naam door zijn 'ontdekking' van Amerika onder Spaanse vlag in 1492. Columbus dacht na het oversteken van de Atlantische Oceaan Indië bereikt te hebben, maar was in werkelijkheid gestuit op een (voor hem en zijn plaats- en tijdgenoten) Nieuwe Wereld.
Columbus neemt in de haven van Palos afscheid van koningin Isabella en koning Ferdinand van Spanje. De opperbevelhebber van de kleine vloot was Christoffel Columbus, en het doel van de reis was om de onbekende westelijke oceaan over te steken naar het mythische Azië.
Miljoenen woonden in Amerika
Hoe groot de bevolking van de Nieuwe Wereld in 1492 was, is niet zeker. Schattingen variëren van 8 miljoen tot meer dan 100 miljoen. Een plausibele schatting is dat er 60 miljoen mensen in de Nieuwe Wereld woonden toen Columbus en zijn gevolg aankwamen.
De Italiaanse ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus wordt gezien als de ontdekker van Amerika in 1492. Hijzelf heeft echter nooit geweten dat het niet Indië was waar hij aankwam.
Door de ontdekking van Amerika konden veel nieuwe vruchten zoals tomaten en aardappelen (die nergens elders in de wereld groeiden) naar Europa gebracht worden, waardoor Europa er financieel beter op werd.
Columbus wist natuurlijk niet dat er nog een heel onbekend continent op zijn route lag. Toen hij in Amerika aankwam, dacht hij dan ook dat hij in Indië was aangekomen. Hij noemde de bewoners daarom indianen.
De bedoeling van Columbus was om vanuit Europa (dat samen met Afrika en Azië gezien werd als de 'Oude Wereld') een westelijke route naar Indië te vinden, en hij veronderstelde aanvankelijk die inderdaad gevonden te hebben.
Ontdekken Amerika
De ontdekking van Amerika door Columbus was eigenlijk een soort toeval, want hij wilde eigenlijk naar India varen. Toen hij in 1492 in Amerika aankwam, dacht hij dat hij in India was. Dit was ook de reden dat hij de oorspronkelijke bewoners van Amerika indianen noemde.
Hij wilde ook bewijzen dat de wereld niet plat maar rond was. De schepen (Nina, Pinta en Santa Maria) waren tussen de 15 en 36 meter lang en varieerden in gewicht van 50.000 tot 100.000 kilo. De schepen voerden een vlag die liet zien dat ze voor koning Ferdinand II en koningin Isabella van Spanje op reis waren.
Columbus wilde graag een nieuwe route naar Indië ontdekken. Columbus wist niet hoe groot de aarde was en had geen idee wat hij tegen zou komen op zijn lange reis. Ontdekkingsreizer Columbus ging met zijn plan naar de Portugese koning, maar die had niet zoveel belangstelling.
Op 19 november 1493 zette Christoffel Columbus voet aan land in Puerto Rico. Het eiland in het Caribische gebied werd "ontdekt" op de tweede reis van Columbus naar Amerika.
Columbus staat bekend als de ontdekker van Amerika, maar hij was niet de eerste Europeaan die daar voet aan land zette. Dat was Leif Eriksson uit IJsland. De eerste Europeaan die Amerika zag, was Bjarni Herjólfsson.
Dat ontdekkingsreiziger Columbus een grote visionair was, die in tegenstelling tot zijn tijdgenoten doorhad dat de wereld niet plat was maar rond, is een verzinsel uit de Romantiek. De zeevaarder ging zelfs met volledig verkeerde berekeningen op pad. Dat maakt zijn prestatie echter niet minder groot.
Columbus dacht dat hij in Indië was aangekomen en noemde de bewoners daarom indianen.
Heel lang vertelden geschiedenisboeken dat Christoffer Columbus in 1492 Amerika ontdekt heeft. De middeleeuwse sagen over de Viking Leif Eriksson die als eerste het Noord-Amerikaanse continent bereikte, werden lang afgedaan als fictie. De Noormannen staken al vanaf de 8e eeuw de oceaan over.
De meest onbegrepen koning van Engeland was zonder twijfel George III, die regeerde van 1760 tot 1820 – op dat moment een absoluut record, later alleen nog verbeterd door Victoria en Elizabeth II. Men kent hem hooguit als de koning die de Amerikaanse koloniën verloor en de laatste jaren van zijn leven krankzinnig was.
Nadat Columbus het nieuwe land ontdekt had, keerde hij terug naar Spanje. Als buit nam hij goud en zes Indianen mee. De Spanjaarden waren blij met de ontdekkingsreiziger omdat ze dachten dat ze rijk zouden worden van al het goud dat hij beloofde. Columbus kreeg meteen een opdracht voor een tweede expeditie.
Dertien kolonies kwamen in 1776 in opstand tegen de Britten door ruzies over belasting en inspraak, en stichtten de Verenigde Staten van Amerika. Desondanks veroverden de Britten met hulp van de Verenigde Staten van 1818 tot 1846 grote delen van de Amerikaanse westkust, die bekendstond als Oregon Country.
Uiteindelijk toonden de Spanjaarden interesse, al waren koning Ferdinand II van Aragon en koningin Isabella I van Castilië sceptisch over de plannen. In 1492 kwam Spanje in het bezit van het koninkrijk Granada. Hiermee kwam genoeg geld vrij om Columbus te ondersteunen in zijn plannen.
Het schip van Columbus heette oorspronkelijk María Galante, maar aangezien dit ook een synoniem voor prostituee was, werd besloten de naam te veranderen. Op 24 december 1492 leed de Santa Maria schipbreuk voor de kust van Quisqueya, later Hispaniola genoemd.
Op 2 april 1595 voer de Gouwenaar Cornelis de Houtman voor de Amsterdamse Compagnie van Verre als eerste Nederlander langs deze route naar Indië. Op 27 juni 1596 kwam hij in Bantam (Java) aan. Zakelijk was de reis geen succes en van de bemanningsleden kwam bijna tweederde om het leven.