Deze kon uit brood, aardappelen, vlees (meestal rundvlees in blik: corned beef, ook 'koude aap', 'apenvlees' of 'plata' genoemd) of vis, thee of koffie, suiker, zout, peper en zelfs alcohol en tabak bestaan. Daarnaast kregen ze soms ook kaas, spek, reuzel, confituur, rijst, groenten of meel.
Deze bestond uit vlees uit blik, harde koeken (beschuiten), suiker, koffie, zout en alcohol. De inhoud kon verschillen naargelang het leger en het aanbod aan voedingswaren. Bij gebrek aan voedsel werd er ook soms eten of dieren uit nabijgelegen boerderijen gestolen.
Er werd weinig vlees, weinig suiker en weinig vet gegeten. In plaats daarvan kwam een voornamelijk plantaardig dieet van aardappelen, granen, peulvruchten, groenten en fruit, aangevuld met een beperkt aantal vetten.
Nederland voedt zich zelf. Vanaf 1940 wordt de landbouw hervormd. Mensen eten hierdoor minder vlees en vet en meer aardappelen, granen en groenten dan in de jaren dertig. Het dagelijks menu wordt daardoor gezonder.
Bij een leven in de modder horen nu eenmaal geen W.C.'s, geen riolering, geen stortbaden en niet de minste vorm van hygiëne. Een dagelijkse wasbeurt, schoon ondergoed, droge kleren, waren zo goed als onbereikbare idealen. Geen wonder dus dat het in de loopgraven krioelde van de parasieten.
Deze kon uit brood, aardappelen, vlees (meestal rundvlees in blik: corned beef, ook 'koude aap', 'apenvlees' of 'plata' genoemd) of vis, thee of koffie, suiker, zout, peper en zelfs alcohol en tabak bestaan. Daarnaast kregen ze soms ook kaas, spek, reuzel, confituur, rijst, groenten of meel.
Ziekten als gevolg van vocht, kou en slechte voorzieningen kwamen veel voor: maag – en darmklachten, verkoudheid, bronchitis, longontsteking, reumatische aandoeningen, bevroren neuzen, tenen en vingers, loopgraafkoorts, loopgraafvoeten soms leidend tot amputatie van voeten en tenen etc.
Bij de rijke mensen worden de resten van het middageten verwerkt in ragouts, pasteien en moezen. Om vier uur eten de mensen dit op. Verder eten de rijke veel wafels, suikergoed en taart. Voordat we gaan slapen, eten we vaak nog pap of rijstebrij in zoete melk.
Als hoofdmaaltijd aten ze meestal een stamppot met veel aardappelen of een gerecht van peulvruchten, zoals bruine bonen en erwtensoep. Rijke mensen konden vaker vlees, vis en zuivel kopen. Behalve je rijkdom, bepaalde de plaats waar je woonde het menu. Aan de kust of dichtbij de rivier aten mensen meer vis.
De maaltijd van de armen was zeer eenzijdig en bestond vooral uit roggebrood en aardappelen. De goedkope aardappelen werden soms vermengd met wat groente of met een beetje vet of met wat peper en azijn. Vaak kwam het voor dat het voedsel van slechte kwaliteit was.
In de hongerwinter van 1944 aten mensen in de Tweede Wereldoorlog tulpenbollen, aardappelschillen en suikerbiet. Om te overleven.
'Die was fout in de oorlog'! Het is een uitspraak die lange tijd gebruikt werd voor mensen die in de Tweede Wereldoorlog samen werkten met de Duitsers en betrokken waren bij de NSB. Anton Mussert volgde in Nederland het voorbeeld van de nazi's.
In de Hongerwinter was men veel creatiever in het vinden van eten dan we dachten. Biologiestudent Tom Vorstenbosch ontdekte dat mensen in die tijd niet alleen bloembollen aten, maar bijvoorbeeld ook radijsloof en wilde planten zoals zuring en vogelmuur.
Om zichzelf te beschermen tegen kogels en artillerievuur groeven soldaten loopgraven. Dit was al eeuwenlang een praktische oplossing wanneer het terrein onvoldoende bescherming bood en in de 19e eeuw was het een geaccepteerd onderdeel van de toenmalige moderne oorlogvoering.
Vooral het stelsel van loopgraven uit die tijd is nog goed zichtbaar in het landschap. Loopgraven waren in de Eerste Wereldoorlog gewoonlijk ongeveer 2 meter diep en relatief breed. Ze liepen niet in een rechte lijn, maar zigzaggend. Daardoor hadden inslaande granaten een minder schadelijk effect.
Na de Eerste wereldoorlog verdwenen heel wat loopgraven, omdat de lokale bevolking het 'gewone leven' hervatte. Hierbij werden heel wat loopgraven dichtgegooid en werden de gronden opnieuw gebruikt om landbouw te doen. Op enkele plekken in en rond Ieper kun je nu nog steeds loopgraven bekijken en bezoeken.
Vlees, melk en kaas
Een groot deel daarvan was van bekende landbouwdieren, zoals rund, varken, schaap, geit en paard. De bewoners van de nederzetting aten vooral rundvlees. Varken en schaap kwamen minder vaak op het bord, al hadden ze in de loop van de eeuwen wel steeds meer voorkeur voor schapenvlees.
Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten. Als smaakmakers werden verjus, wijn en azijn gebruikt.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten.Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
Ontbijt, lunch & avondeten
Hun ontbijt bestond uit brood en olijven, voor de rijke Romeinen dan. Arme mensen aten vaak pap dat met granen in melk werd gekookt. Tijdens de lunch aten de mensen brood met eieren of geitenkaas.
Gouden jaren twintig en zware jaren dertig
De koopkracht steeg snel. Vers fruit, chocolade, kaas, vis, rijst, koekjes en frisdranken verschenen op tafel. Voor het eerst aten arbeiders minder aardappelen en brood. De dagelijkse voeding werd gevarieerder en van betere kwaliteit.
Hoofdmaaltijd. Bij de hoofdmaaltijd hoort als het even kan vet vlees, zoals klapstuk of doorregen spek. Vis is goedkoper dan vlees. Vooral armere mensen eten haring uit de Noordzee, paling en snoekbaars uit het IJsselmeer en mosselen uit Zeeland.
Het stonk naar uitwerpselen, verrot voedsel, bloed, lijken, urine enzovoort. Het was een ongezonde omgeving, waardoor er veel soldaten ziek werden. Als het regende werd de grond tot modder en zakten de soldaten er soms wel tot hun middel in; als soldaten er lang in bleven kon dat leiden tot loopgravenvoeten.
Dat wisten de Romeinen al, tijdens het Beleg van Alesia in 52 v. Chr zouden de troepen van soldaten van Caesar al loopgraven hebben aangelegd, en ook tijdens het beleg van Sebastopol tijdens de Krimoorlog gebruikten de Franse en Britse troepen loopgraven.
In de Peel kwam in 1938-39 een zogenaamd Peeldetachement. Op deze plaats liggen de laatste restanten van de loopgraven die net voor de tweede wereldoorlog in 1939 zigzag door de Peel werden aangelegd. De loopgraven maakten deel uit van de Nederlandse verdediging tegen de binnendringende vijand uit het oosten.