Het is belangrijk om de werknemer na het mislukken van de arbeidstherapie terug te sturen naar de bedrijfsarts voor een herbeoordeling. Zo voorkom je dat je puur gaat 'varen' op het verhaal van de werknemer.
Hoe lang kan dat? Een medewerker kan volgens de STECR-richtlijn (voor bedrijfsartsen) maximaal zes weken werken op arbeidstherpeutische basis. Twee weken wordt vaak als voldoende beschouwd.
Als een werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet nakomt, heeft u als werkgever een aantal wettelijke mogelijkheden om de naleving af te dwingen. U kunt een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV om de re-integratie-inspanningen van werknemer te laten toetsen.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Het is niet de bedoeling dat er te lang wordt gewerkt op arbeidstherapeutische basis. De STECR Werkwijzer Arbeidstherapie (editie 2020) geeft aan dat werken op arbeidstherapeutische basis in beginsel niet langer mag duren dan 4 tot 6 weken. Met een goede onderbouwing van een bedrijfsarts kan dit worden verlengd.
Als een arbeidsongeschikte werknemer het werk weer (gedeeltelijk) ging hervatten maar nog onduidelijk was of hij zijn eigen werkzaamheden weer zou kunnen uitvoeren, dan kon het instrument arbeidstherapeutische werkhervatting worden ingezet.
Tijdens de eerste 2 jaar van uw ziekte of arbeidsongeschiktheid mag u niet worden ontslagen. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Bent u langer dan 2 jaar ziek of arbeidsongeschikt? Dan kan uw werkgever ontslag voor u aanvragen bij UWV.
Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.
Wanneer het eerste spoor niet haalbaar blijkt is het opstarten van een tweede spoortraject wettelijk verplicht voor je werkgever. Dit tweede spoortraject kan al in de eerste week van je re-integratietraject (dat is 8 weken na je eerste ziekteverzuim) worden opgestart.
De werknemer kan evengoed rechtstreeks in dienst treden. De (eerste) werkgever blijft verantwoordelijk voor de loonbetaling ongeacht de vraag of de werknemer het werk bij de nieuwe werkgever verricht of niet, en ongeacht hoeveel zij van de nieuwe werkgever aan vergoeding ontvangen.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
Bent u het niet eens met het Plan van aanpak en komt u er niet uit met uw casemanager? Dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV. Dan geeft UWV een onafhankelijk oordeel over de re-integratie.
Psychisch verzuim is een vorm van ziekteverzuim. Een medewerker is dan niet in staat om te werken vanwege psychische klachten. Denk bijvoorbeeld aan overspannenheid, een burn-out, een depressie of een angststoornis. Het duurt vaak langer voor de werknemer helemaal is hersteld bij psychische klachten dan gemiddeld.
Een plan van aanpak is een verplicht onderdeel van de Wet verbetering poortwachter. Dus ja, deze is verplicht. Als er niet tijdig een plan van aanpak en eventueel een bijstelling is opgesteld kan dit resulteren in een loonsanctie bij de WIA-aanvraag.
Na 2 jaar ziekte (wachttijd) kan de zieke werknemer in aanmerking komen voor een uitkering. Het gaat dan om een (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA-uitkering). UWV bekijkt of hij hier recht op heeft.
Het recht op loon tijdens ziekte is (in de wet) niet gekoppeld aan gedeeltelijke werkhervatting. Pas op het moment dat de werknemer weer volledig is hersteld, en dus de bedongen arbeid in zijn volledige omvang kan verrichten, ontstaat voor de werknemer weer het recht op het volledige loon.
Stel je zit in een re-integratietraject en je wilt een vakantie plannen, mag dat? Werknemers die langdurig ziek zijn en in een re-integratietraject zitten, behouden recht op hetzelfde aantal vakantiedagen als niet zieke werknemers.
Mag ik een 2e spoor traject weigeren? Nee, medewerking door de werknemer aan het tweede spoor is verplicht op basis van de Wet verbetering poortwachter. Bij weigering of onvoldoende inspanning moet de werkgever het loon stopzetten.
Bij andere bedrijven, welteverstaan. Zo bepaalde Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onlangs dat een werkgever, in het kader van spoor 2, van een medewerker kan verwachten dat hij of zij vier keer per week, twee uur per dag naar kantoor komt om sollicitatieactiviteiten te verrichten1.
Meestal bestrijkt een re-integratie 2 spoor traject een periode van minimaal 6 maanden en maximaal 12 maanden. De uiteindelijk duur van 2e spoor is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de leeftijd en perspectieven van de re-integratiekandidaat.
Volgens de wet is het de werkgever niet toegestaan te vragen naar medische klachten, symptomen of naar de aard of oorzaak van de ziekte. Griep, migraine, nekklachten, een blaasontsteking, een burn-out of iets anders ergs.
als van 80 tot 100% bent afgekeurd ontvang je IVA-regeling (inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten). Hier is de uitkering 75% van je laatst verdiende inkomen tot maximaal 36.536 euro een IVA-uitkering ontvang je als je niet kunt werken en geen kans hebt op herstel.