De verhuurder kan de huur niet beëindigen omdat hij de woning wil verkopen. Als hij het huis verkoopt, draagt hij de bestaande huurovereenkomst onder dezelfde voorwaarden over aan de nieuwe eigenaar. In de wet is namelijk bepaald dat koop geen huur breekt.
Een huurder eruit zetten bij verkoop van een woning is helaas niet mogelijk omdat een huurder huurbescherming heeft. Dit gaat zelfs zo ver dat dit ook geld wanneer er in het huurcontract staat dat de huurder akkoord gaat met beëindiging van de huur als de verhuurder de woning verkoopt.
Uw verhuurder mag niet zomaar de huur opzeggen van uw woning. Dat kan alleen met een goede reden. Bijvoorbeeld omdat u geluidsoverlast geeft. Het maakt niet uit of u een vast huurcontract heeft.
Werd je huurcontract geregistreerd voordat de woning verkocht werd? Dan neemt de nieuwe eigenaar alle rechten en plichten van de vorige eigenaar over. Hij kan het huurcontract alleen opzeggen onder dezelfde voorwaarden als de vorige eigenaar.
Vanaf 1 mei 2021 mag een verhuurder: niet meer huurverhoging vragen dan het maximum; geen nieuw huurcontract aanbieden met een hogere (kale) huur voor uw huurwoning; niet de huur opzeggen als u niet instemt met een hogere huur.
Sinds 1 juli 2022 mag uw verhuurder de huur verhogen met: maximaal 2,3%, als de (kale) huur € 300 of meer per maand is. maximaal € 25, als de (kale) huur lager is dan € 300 per maand. Dat is hoger dan 2,3 %.
Uw verhuurder mag in de vrije sector de huurprijs vanaf 1 januari 2022 maximaal met 3,3% verhogen. Als u niet weet of u een sociale of een vrije sector huurwoning of ligplaats huurt, zie dan de website van de Rijksoverheid.
Voor het uitkopen van een huurder voor eigen gebruik zijn er altijd minimale verhuiskosten van toepassing. Hierbij bent u een minimaal bedrag van €6253 per huurder aan kwijt. Dit bedrag is alleen van toepassing wanneer het een woning betreft en u zelf weer moet gaan wonen in het pand.
Als u uw huurder wilt buitenzetten, moet u naar de vrederechter om de beëindiging van de huurovereenkomst en de uithuiszetting te vragen. Een clausule in het huurcontract die u toelaat zonder vonnis tot een uitzetting over te gaan is niet geldig.
Wanneer u vermoedens heeft dat uw huurder uw pand niet zal verlaten of meer nog, wanneer uw huurder u laten weten heeft het pand niet te zullen verlaten, dan kan u meteen naar de Vrederechter stappen voor de bevestiging van de opzeg en een uitzettingsbevel.
Een huurder uitzetten betekent dat de huurovereenkomst door de rechter ontbonden moet worden. Dat kunt u helaas niet zelf doen. Een rechter maakt een einde aan de huurovereenkomst als de huurder de huur niet betaalt.
De voornaamste vereiste om huurders uit uw woning te zetten is dat er sprake moet zijn van een huurachterstand van minimaal drie maanden. Dat wordt “de woning ontruimen” genoemd.
De rechter stopt uw huurcontract vaak bij een huurachterstand van 3 maanden of meer. Of als u regelmatig te laat betaalt. Als de rechter uw huurcontract stopt, moet u uw huis uit.
Opzegtermijn verhuurder
3 maanden als u korter huurt dan 1 jaar. 4 maanden als u meer dan 1 jaar huurt. 5 maanden als u meer dan 2 jaar huurt. 6 maanden als u meer dan 3 jaar huurt.
De verhuurder heeft immers bezoekrecht, hetgeen betekent dat hij, in samenspraak met de huurder, bijvoorbeeld één keer per jaar mag langskomen om te zien of de verhuurder zijn verplichtingen nakomt. Concreet betekent dit dat de huurder het pand moet onderhouden als een goede huisvader.
De verhuurder kan het huurcontract op elk ogenblik opzeggen met een opzeggingstermijn van 6 maanden als hij de woning zelf wil gebruiken. De opzeg begint te lopen op de eerste dag van de maand, ná de maand waarin de opzegging is gedaan. Hij kan het contract ook opzeggen om familieleden in de woning te laten wonen.
Wanneer de rechter de uithuiszetting uitspreekt, heeft de huurder exact 1 maand de tijd om de woning te verlaten. De termijn van 1 maand gaat in vanaf de betekening (officiële bekendmaking) van het vonnis door de gerechtsdeurwaarder.
In de wet staat dat bij 2 maanden huurachterstand het verzuim van rechtswege in gaat. Een ingebrekestelling is niet nodig en de woningbouwvereniging mag bij een huurschuld van 2 maanden incassomaatregelen treffen. De meeste verhuurders doen dit niet.
Als de verhuurder de huur correct opzegde en de huurder niet wil vertrekken, kan de verhuurder naar de vrederechter stappen. Hij kan daar een vordering tot uithuiszetting aanhangig maken. Als hij dat vonnis krijgt, kan hij hiermee de huurder uit zijn woning laten zetten. Wacht hier als verhuurder niet te lang mee.
Maar ook als je de woning dringend nodig hebt voor eigen gebruik óf in geval van ernstige overlast of illegale onderverhuur, kun je als verhuurder verschillende stappen ondernemen om een huurder eruit te laten zetten. Duidelijk is dat je hiervoor wel toestemming van een rechter nodig hebt.
Een voorkeursrecht – ook wel recht van eerste koop – in een huurovereenkomst houdt in dat de huurder als eerste de gelegenheid moet krijgen om het gehuurde te kopen als de verhuurder zijn onroerend goed wil verkopen.
Voor een 'oprotpremie' zijn geen wettelijke regels of richtlijnen. Huurder en verhuurder moeten samen bepalen wat redelijk is. Om toch wat houvast te geven kun je het volgende aanhouden: Verhuizen kost al gauw zo'n 400 euro.
De huidige wetgeving bevat voor dit soort huurovereenkomsten geen limiet op de jaarlijkse huurverhogingen, waardoor de verhuurder in beginsel vrij is om de huur ieder jaar te verhogen, uiteraard mits de huurovereenkomst in een huurprijsverhogingsbeding voorziet.
In de wet staat dat voor drie jaar de huren in de vrije sector jaarlijks mogen worden verhoogd met een maximum van inflatie + 1% (2022: 2,3% inflatie + 1%). Dit geldt voor 1 mei 2021 tot 1 mei 2024. Het inflatiepercentage wordt jaarlijks berekend met gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Eén keer per jaar mogen wij de huren met een bepaald percentage verhogen. De overheid bepaalt met hoeveel procent we de huur maximaal mogen verhogen. De Woningstichting moet dit jaar de huurprijs verhogen om de kwaliteit van de woningen en in de wijken te behouden en te verbeteren.