Percutane nefrolitholapaxie - Als de niersteen in de nier te groot is of niet met de niersteenvergruizer te vergruizen is, bestaat een kijkoperatie via de huid tot de mogelijkheden (zie folder 'Behandeling van een grote steen in de nier'). Tijdelijke katheter - Soms lukt het niet meteen om een steen te verwijderen.
Meestal plast u het steentje vanzelf uit, na enkele uren of dagen, soms pas na een paar weken. Kom ongeveer 1 week na de niersteenaanval bij de huisarts voor controle. Neem een potje urine mee en het steentje als u dit heeft kunnen opvangen.
Nierstenen kunnen de nieren beschadigen en tot chronische nierinsufficiëntie leiden. Wat kunt u doen om het risico te beperken? Volgens de statistieken krijgen 5 tot 10% van alle mensen minstens één keer in hun leven last van nierstenen.
Bij ernstige en aanhoudende klachten is het soms noodzakelijk om de steen acuut operatief te verwijderen, soms iseen kleine operatie nodig als de steen de nier afsluit. Na de acute fase kan een steen ook vergruisd worden. Hiervoorwordt de patiënt doorverwezen naar de uroloog.
Veel mensen hebben last van nierstenen. Gelukkig worden de meeste niersteentjes spontaan geloosd. Het uitdrijven van de stenen is vaak pijnlijk en kan pijnaanvallen (koliekpijn) geven.
Dit komt door te weinig drinken, diarree of overmatig zweten; • Een te hoge uitscheiding van mineralen door de nieren waardoor de kans op steenvorming groter is. Voorbeelden zijn: calcium, oxalaat en urinezuur; • Gebruik van bepaalde medicijnen; • Veel eiwitten (vlees) eten; • Veel zout eten.
Grootte. Nierstenen variëren doorgaans in grootte van zandkorrelgroot tot kastanjegroot; de klachten nemen niet noodzakelijk toe met de grootte. In 2009 werd een uitzonderlijk grote niersteen met een diameter van 17 centimeter en een gewicht van ongeveer 1125 gram bij een Hongaarse man verwijderd.
Een vastzittende steen kan een felle krampachtige pijn veroorzaken. Dit kan gepaard gaan met bewegingsdrang (niet stil kunnen zitten) en misselijkheid. Dit wordt ook wel koliekpijn genoemd. Vaak zit er ook bloed in de urine.
U ondergaat binnenkort een nefrolitholapaxie (PNL) in verband met een niersteen. Na deze ingreep blijft u minimaal een nacht in het ziekenhuis.
Oorspronkelijk zitten de steentjes in de nier zelf, maar soms komen ze los en gaan ze met de urine mee in de urineleider. Kleine stenen kun je meestal gewoon uitplassen. Soms komen ze echter vast te zitten in de urinewegen en beletten ze de afvoer van de urine.
Er bestaan ook andere aandoeningen die nierschade kunnen veroorzaken. Bijvoorbeeld nierstenen, nierfilterontsteking en slagaderverkalking. Nierstenen. Nierstenen ontstaan door het samenklonteren van afvalstoffen in je urine.
- De vergruisde steen wordt langs natuur- lijke weg uitgeplast. Hierdoor kunt u last krijgen van pijn of kramp in uw zij, die uitstraalt naar uw onderbuik (koliekpijn). Na de behandeling krijgt u een recept mee voor pijnstillers. - Wanneer u pijn heeft adviseren wij u het drinken te beperken tot één (1) liter per dag.
Drink zo min mogelijk mineraalwater met bicarbonaat (HC03) en weinig natrium, citrus drank (verdunnen met water). Mineraalwater, nier/blaasthee, kruidenthee en fruitthee mag u gewoon drinken. Drink maximaal twee koppen koffie en zwarte/groene thee per dag. Drink geen suikerrijke dranken en alcohol.
De meeste bestaan uit een combinatie van veel calcium en wat magnesium, fosfor en oxalaat. Ze kunnen in grootte variëren van enkele millimeters tot enkele centimeters. Een verzameling kleine niersteentjes wordt gruis genoemd.
Deze stenen zijn ontstaan in de nier als kristallen die langzaam groter worden en tenslotte een steen vormen. De kans dat een niersteen terugkomt, is vrij groot: 30 – 40% na 5 jaar, 50 – 60% na 10 jaar en 70 – 75% na 20 jaar. De kans op het terugkomen van een niersteen hangt af van de samenstelling van de steen.
Een niersteen kan helemaal geen symptomen hebben tot het moment dat het zich binnen de nieren verplaatst of door de urineleider trekt, dit is de buis die de nieren en de blaas met elkaar verbind. Op dat moment kunnen klachten optreden: ernstige pijn bij de zijkant en achterkant van het lichaam, direct onder de ribben.
Tijdens een URS brengt de uroloog een dun kijkbuisje (uretero-renoscoop) via de plasbuis en blaas in de urineleider waar de niersteen zich bevindt. Met speciale instrumenten kan de uroloog, afhankelijk van de grootte, de steen in zijn geheel verwijderen. Soms moet de steen echter eerst verkleind worden.
Met echografie kunnen afwijkingen in de nieren zoals stenen of bepaalde letsels (cysten, tumoren) vastgesteld worden. Dit is een pijnloos onderzoek en geeft geen stralingsbelasting. Het kan dus veilig bij zwangere patiëntes gebruikt worden.
Dat kan variëren van lichte last tot heel hevige, intense pijnopstoten (nierkolieken). De pijn verloopt in golven, met pieken die meestal 20 tot 60 minuten aanhouden. Soms kan het leed zo fel zijn, dat een ziekenhuisopname nodig is. De pijn is te wijten aan wat zich afspeelt in de urineweg.
De koliekpijn is vaak zo hevig dat u ook misselijkheid bent. Daarom zal de arts de pijnstillers meestal in de vorm van zetpillen voorschrijven. Voorbeelden zijn diclofenac, metamizol en naproxen. Metamizol krijgt u via een injectie en het wordt gebruikt als andere ontstekingsremmende pijnstillers onvoldoende werken.
Als een niersteen zich verplaatst, kan deze in de urineleider komen. Deze urineleiders zijn zeer dun en hebben een gespierde wand. Deze spieren proberen het steentje naar de blaas te persen. Dit zorgt voor de typerende heftige pijn.
Er zijn verschillende redenen om een niersteen weg te halen, bijvoorbeeld heftige pijnaanvallen (kolieken) of infecties. Bij een Percutane niersteenverwijdering wordt de nier aangeprikt met een naald. Daarna wordt een hol buisje in de nier geschoven. Via dit buisje wordt de steen met speciale instrumenten verwijderd.