Een journalist probeert altijd een zo volledig mogelijk verhaal te vertellen. Daarvoor wordt in de journalistiek een ezelsbruggetje gebruikt: de 5W1H-methode. Ze geven antwoord op de vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Op deze fiche staan de vijf w-vragen: wie, wat, wanneer, waar, waarom. Door het beantwoorden van deze vragen, kunnen de leerlingen een krantenartikel bondig samenvatten.
De 5W2H-methode is een efficiënte tool voor het analyseren van een probleemstelling. De naam van de methode staat voor de 5 W's: Wie, Wat, Wanneer, Waar, Waarom en de 2 H's: Hoe en Hoeveel. Deze simpele vragen helpen je om de onderliggende oorzaken van een probleem te achterhalen.
De beschrijving van de vragen is als volgt: Wie: beschrijft de doelgroep die betrokken is bij het probleem. Het antwoord hierop is in de vorm van personen of groepen. Wat: maakt het probleem concreet door duidelijk te formuleren wat het effect van het probleem is en wat de wensen zijn van de oplossing.
Een vragend voornaamwoord verwijst naar personen of dingen en 'vraagt' daar iets over. De vragend voornaamwoorden (ook wel vraagwoorden genoemd) die in onze taal voorkomen zijn: wie, wat, welk, welke, wat voor (een) en wiens.
Een journalist probeert altijd een zo volledig mogelijk verhaal te vertellen. Daarvoor wordt in de journalistiek een ezelsbruggetje gebruikt: de 5W1H-methode. Ze geven antwoord op de vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
In een vraaggesprek zijn er verschillende 'soorten vragen' te stellen: Open vragen. Gesloten vragen. Suggestieve vragen.
Deze 3 vragen zijn: Wat zijn mijn mogelijkheden?Wat zijn de voor- en nadelen van die mogelijkheden?Wat betekent dat in mijn situatie?
Wie, wat, waar, wanneer, waarom? Er zijn een aantal vragen die je kunnen helpen bij het maken van de probleemanalyse voor je scriptie, de zogenoemde 6W-vragen (Verhoeven, 2007). Deze vragen zijn een leidraad, niet alle vragen zijn even relevant voor jouw probleem.
De 5W+1H methode helpt een probleem of idee scherp te krijgen door waarom, wat, wie, wanneer, waar en hoe vragen te stellen.
Het 6W model is ideaal om de huidige en potentiële afnemers van een organisatie scherp te krijgen. Door goed door te vragen, krijg je inzicht in waarom het de organisatie niet lukt om een product of dienst te verkopen aan afnemers.
Waar voldoen goede vragen aan? Een goede vraag bevraagt maar één onderwerp, stuurt niet, bevat geen dubbele ontkenningen, is niet te lang, is duidelijk geformuleerd, houdt rekening met alle mogelijkheden en genereert antwoorden waar je wat mee kan.
Een vraag is een zin die bedoeld is om informatie in te winnen, een verzoek te uiten of tot denken aan te zetten. In veel landen wordt zo'n zin op schrift beëindigd met een speciaal teken dat in het Nederlands "vraagteken" wordt genoemd. In de spreektaal stijgt de toon meestal aan het eind van de zin.
De Kiplingmethode, ook wel 5W1H genoemd en staat voor wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe. Uiteindelijk zal het moeten leiden naar de ook wel vaak gebruikte Root Cause Analyses.
Suggestieve vragen
Een suggestieve vraag stuurt bewust naar de antwoordmogelijkheden 'ja' of 'nee'.
Een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis is een psychische stoornis waarbij iemand zich overmatig afhankelijk opstelt. Dit wordt soms ook wel een afhankelijkheidsstoornis genoemd.
Andere voorbeelden:
- Hoe vaak bezoekt u een tandarts?- Hoeveel tijd besteedt u aan een bezoek aan een tandarts?- Hoe tevreden bent u met uw loon- en werkomgeving?- Hoe tevreden bent u met uw salaris?
Vragen stellen
De informatie wordt exacter door het stellen van een gesloten vraag ('Hoe oud ben je?').
De retorische vraag eindigt op schrift doorgaans met een vraagteken, maar de intonatie ervan laat eerder een uitroepteken horen.
“Heb ik gelijk als ik zeg dat je daar was?” (weinig suggestief) of “Je was daar hè?” (sterk suggestief). “U wilt toch niet zeggen dat u met vakantie naar het overvolle Mallorca gaat?” (suggereert dat vakantie op Mallorca niet leuk kan zijn, hoewel er misschien best rustige plekjes zijn).
Een klinisch chemicus is een laboratoriumspecialist die ervoor zorgt dat onderzoek op lichaamsvocht zoals bijvoorbeeld bloed, urine, ontlasting en hersenvocht (liquor) goed wordt uitgevoerd. Hierin geeft een klinisch chemicus leiding aan een team van (laboratorium)medewerkers.
Je gebruikt een vraagteken om een zin die een vraag betreft af te sluiten. Een vraagteken vervangt dus de eindpunt van de zin. Een vragende zin begint meestal met een persoonsvorm of vraagwoord aan het begin van de zin.