De Franken waren een federatie van reeds eerder bekende Germaanse stammen, die rond het midden van de 3e eeuw na Christus tot stand kwam. Wellicht verbonden deze stammen zich onder Saksische druk nabij de limes langs de Rijn van het Romeinse Rijk.
De Germanen is een verzamelnaam voor de volken en stammen uit de oudheid die een Germaanse taal spraken, zoals de Bataven, de Gothen, de Saksen en de Friezen. Ze ontwikkelden een eigen alfabet in runen. Lange tijd leefden ze in Europa naast de Romeinen en Kelten, van wie ze ook grote gebieden innamen.
De Germanen zijn de stammen en volken die tweeduizend jaar geleden in West- en Noord-Europa woonden. De verschillende volken en stammen die onder de Germanen vielen, spraken een Germaanse taal. Voorbeelden van Germaanse talen die nu nog worden gesproken zijn het Nederlands, het Fries, het Engels en het Zweeds.
Ook hadden zij zich later in het noordelijke gebied dat nu Nederland is gevestigd. Er waren verschillende stammen binnen het Germaanse volk: de Frisiï (Friezen), de Toxandriërs, de Bataven, de Cananefaten of Kaninefaten en de Tubanten.
Nederland. In Nederland bewoonden de Saksen het gebied ten zuiden van de Friezen en ten noorden van de Franken. In het westen reikte hun leefgebied ongeveer tot het Gooi en in het zuiden tot de Rijn. Hier worden nog steeds Nedersaksische dialecten gesproken, die weer afstammen van het Oudsaksisch.
De Franken waren een federatie van reeds eerder bekende Germaanse stammen, die rond het midden van de 3e eeuw na Christus tot stand kwam. Wellicht verbonden deze stammen zich onder Saksische druk nabij de limes langs de Rijn van het Romeinse Rijk.
Naar huidige inzichten stammen de tegenwoordige Friezen niet af van de Frisii van Tacitus, maar van landverhuizers uit de 5e en 6e eeuw die de kust van Nederland en Duitsland koloniseerden.
Visigoten, Ostrogoten, Vandalen en Franken rekenen we tot de Germaanse stammen met een eigen taal, godsdienst en cultuur. De Keltische stammen werden door de Romeinen Galliërs genoemd. De stammen verschilden onderling sterk maar hadden een gemeenschappelijke taal.
De nieuwkomers gingen Keltisch met een Germaans accent spreken, wat overging in een 'Gallo-Romaans' dialect door contact met de Romeinen. Rond 12 v. Chr. werden zij door de Romeinen onder Drusus onderworpen en werden daarna bondgenoten van het Romeinse Rijk, waarbij zij vrijgesteld waren van belastingen.
Verschillen met de Romeinen (2)
De Romeinen waren één volk. De Germanen bestonden uit stammen. De Romeinen hadden veel steden en dreven handel. De Germanen leefden veel in dorpen en leefden van landbouw.
Maar de Friezen geloven in Wodan (oppergod), Donar (dondergod) en Freya (godin van de vruchtbaarheid). Dat is volgens de christenen niet het ware geloof. De Friezen worden daarom heidenen (ongelovigen) genoemd en het geloof in hun goden noemt de kerk bijgeloof.
Odin heeft vele symbolen zoals een staf, een speer, een ring, twee wolven en een raaf. Zijn vrouw heet Freya (de naam vrijdag kom van Freya.) hij heeft vele zoons. Onder andere de bekende god van de donder Thor (Donar), en Baldr en Hodr die in veel verhalen voorkomen.
Odin (Oudnoords: Óðinn, Zweeds en Deens: Oden) wordt gezien als de oppergod of alvader in de Noordse mythologie.
Gallia (Grieks: Γαλλία) is nog altijd de Griekse naam voor Frankrijk, en bijv. in het Spaans wordt galo vaak gebruikt als synoniem voor Frans. Galliërs, ook bekend als Kelten, waren de bewoners van Gallië en een groot deel van overig Europa.
Langzamerhand werkte de economische tactiek van de Romeinen en namen de Germaanse stammen aan de rivier de Romeinse geldeconomie over. De romanisering begon voornamelijk bij de bovenste lagen van de bevolking omdat zij het meeste in contact kwamen met de Romeinen.
Grote Visigotische nederzettingen waren oorspronkelijk geconcentreerd langs de rivier de Garonne tussen Bordeaux en Toulouse in Aquitaine, en later toen Spanje en Portugal veroverd werden bij de Ebro rivier, rond de stad Mérida, tussen de bovenloop van de Douro, in Tierra de Campos ook bekend als Campi Gothorum in ...
De Germanen waren een volk met veel stammen, zoals de Bataven en Cananefaten. Ze waren boeren en woonden in dorpen in simpele boerderijen. Wat moeten ze opgekeken hebben toen ze voor het eerst de Romeinse soldaten zagen met hun blinkende helmen, zwaarden en schilden!
De Bataven, Batavi of Batavieren waren een West-Germaans volk/stam die leefden rond de Betuwe. De Bataven waren waarschijnlijk afgesplitst van de Chatten, een volk dat rond het huidige Baden-Württemberg woonde. Onder andere Julius Caesar en Publius Cornelius Tacitus beschrijven de stam! die ze als zeer moedig zien.
Vlamingen zijn niet zuiver Germaans, maar stammen grotendeels af van de Franken die in de derde eeuw vanuit het hertogdom Franken in het huidige Duitsland naar de gebieden trokken die de Romeinen in de derde eeuw hadden verlaten.
De Belgae ten zuiden van de Ardennen waren in hoofdzaak van Keltische afkomst, ten noorden van de Ardennen van Germaanse, maar allen hadden ze een (gedeeltelijke) Germaanse afkomst.
Dit is met name te zeggen over de taal. Gebieden waar Keltische talen nog steeds gesproken worden zijn Ierland (Iers), Schotland (Schots-Gaelisch), Wales (Welsh) en Frankrijk (Bretons).
Niet alleen Scandinaviërs waren Vikingen, ook inwoners van Frisia sloten zich aan bij de Vikingen. Soms werden ze gedwongen na een ontvoering, maar vaak gingen mannen, vrouwen en zelfs kinderen vrijwillig mee op de gewelddadige plundertochten.
Het Fries is een West-Germaanse taal (vgl. hierbij de karakterisering van de Germaanse taalfamilie) die door ongeveer 400 000 mensen in de provincie Friesland wordt gesproken. Het is nauw verwant met het Nederlands maar vertoont ook een aantal frappante overeenstemmingen met het Engels, vooral op lexicaal niveau.
De Friese taal
De 17 keuren en 24 landrechten van het Friese volk zijn tussen de 11e en 13e eeuw in het Oudfries geschreven, een Germaans dialect. Vanaf het moment dat hertog Albrecht van Saksen in 1498 besloot dat het Nederlands de bestuurstaal in Friesland moest worden, werd het Fries voornamelijk een gesproken taal.