Wiskunde B is met name geschikt voor jou als je denkt aan een vervolgstudie in de bètarichting. Dat kan bijvoorbeeld geneeskunde zijn of scheikunde. Met wiskunde B in je profiel ben je sowieso minder beperkt in je studiekeuze dan met wiskunde A.
In wiskunde B wordt er veel gewerkt met functies en formules, zoals manipuleren, differentiëren en integreren. Ook de meetkunde en goniometrische functies worden behandeld. In wiskunde B zit geen statistiek. Wiskunde B is vooral handig voor vervolgopleidingen in de sectoren Techniek en Natuur & milieu.
Bij wiskunde B krijg je onderwerpen die belangrijk zijn voor opleidingen in de exacte hoek, bijvoorbeeld aan een technische universiteit.Ook voor universitaire studies zoals natuurkunde en scheikunde is wiskunde B verplicht.
Geneeskunde toelatingseisen
Je bent toelaatbaar met zowel wiskunde A als B.
Vwo wiskunde B behandelt de abstracte wiskunde. Je leert hierbij bijvoorbeeld wiskundige bewijzen. Vergelijkingen, func es, grafieken, formules, algebra, meetkunde met coördinaten en goniometrie komen allemaal voor bij Vwo wiskunde B. Je zult hier wel wat inzicht voor moeten hebben en ook er voor moeten willen werken.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
Wiskunde D is namelijk de meest zware versie van wiskunde die je zult vinden op de middelbare school en alleen geschikt voor mensen die een enorme passie of talent voor het vak hebben.
Over het algemeen wordt wiskunde A als makkelijker ervaren dan wiskunde B, al verschilt dit ook weer per persoon.
"Het wiskunde B-eindexamen was vrij lastig. In mijn aantekeningen heb ik vaak opgeschreven dat een vraag verrassend was of dat de vraag niet vaak voorkomt. Aan het begin viel het mee, de eerste twee vragen waren prima, maar vanaf vraag 3 tot en met 16 dacht ik wel: jeetje, waar gaat dit heen.
Diploma's met de vwo-profielen Economie en Maatschappij, Natuur en Techniek en Natuur en Gezondheid geven rechtstreeks toelating tot de bacheloropleiding Bedrijfskunde. Voor diploma's met het profiel Cultuur en Maatschappij is aanvulling vereist op wiskunde C door wiskunde A of wiskunde B.
Om biologie te studeren is officieel alleen wiskunde-a nodig, maar studenten die niet ook wiskunde-b hebben gedaan, zijn ernstig in het nadeel bij het volgen van statistische en biomathematische vakken....
Wanneer je je aanmeldt op basis van een hbo-propedeuse of een Associate Degree geldt de extra eis dat je minimaal kennis van Wiskunde A (of B) moet hebben op havoniveau. Zonder een voldoende (eindcijfer van 5,5 of hoger) voor wiskunde A (of B) op minimaal havo-eindexamenniveau, voldoe je niet aan de wiskunde-eis.
Wiskunde B is wat moeilijker. Het is vooral bedoeld voor wie graag wiskunde deed in de onderbouw en het ook goed kon. Het is een keuzevak, behalve voor scholieren die het profiel Natuur en Techniek kiezen.
Wiskunde B examens: in de periode van 2000 tot en met 2023 deden in totaal 708.014 leerlingen hun Wiskunde B examen. Dit was in de vakken Wiskunde B, Wiskunde B1 en Wiskunde B12. Hierbij haalden zij gemiddeld een 6,40 als cijfer. 26% van de kandidaten kreeg daarbij een onvoldoende voor Wiskunde B.
Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.
Elke wiskunde B cursus heeft een vast aantal uur om de hele bovenbouwstof te doorlopen. De intensiteit en duur verschillen echter per cursusblok en variëren in een studielast van 7 tot 35 uur per week.
Op de meeste scholen wordt wiskunde B aangeraden voor natuurkunde. De belangrijkste reden hiervoor is dat je voor natuurkunde hetzelfde soort logisch denken nodig hebt dat je ook bij wiskunde B gebruikt.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Bij het vak wiskunde leer je problemen te analyseren en op te lossen. Op het havo kun je kiezen tussen wiskunde A en B, op het vwo tussen wiskunde A, B en C.
Haast iedereen kan goed worden in wiskunde, maar het zit 'm vooral in het oefenen en verbanden kunnen leggen. Het oplossen van wiskundige sommen gaat de een beter af dan de ander, maar dit betekent niet dat je nooit beter kunt worden. Vraag jij je af: hoe haal je een voldoende voor wiskunde?
De Riemann Hypothese
Dit probleem wordt door veel wiskundigen beschouwd als een van de moeilijkste wiskunde raadsels aller tijden. Als gevolg hiervan is de Riemann-hypothese nooit opgelost!
Wiskunde op school
Voor je profiel heb je de keuze uit de varianten A en B. Op de havo en het vwo kun je bij het profiel N&T wiskunde D als profielkeuzevak toevoegen. Op het vwo is er nog wiskunde C als profielkeuzevak bij het vak C&M. Niet alle middelbare scholen bieden overigens alle wiskundevarianten.