Die opwaartse druk noemen we drijfkracht en daar maken boten ook gebruik van. Een zware boot zinkt als zijn gewicht niet voldoende verdeeld is, want dan kan het water niet hard genoeg terug duwen. Maar als diezelfde last over voldoende oppervlakte verdeeld is, blijft hij drijven.
Cruiseschepen zijn ook heel zwaar, maar blijven toch drijven omdat deze schepen vol met lucht zitten. Als er ergens lucht in zit, blijft het drijven. Het drijfvermogen noemen we de Wet van Archimedes.
Om te kunnen blijven drijven, dient de opwaartse kracht op het lichaam gelijk te zijn aan het eigen gewicht. Om in dezelfde toestand te blijven liggen, dienen de opwaartse kracht en het gewicht boven elkaar te liggen. Het gewicht of deplacement Δ van het schip grijpt aan in G, het scheepszwaartepunt.
Waarom zinken schepen? Stijgt de massadichtheid boven die van water dan zal het schip zinken. In dit geval is het schip overladen. Het verplaatst te weinig water om zijn gewicht drijvende te houden.
Een voorwerp drijft in een vloeistof als de dichtheid van de vloeistof groter is dan de dichtheid van het voorwerp. Als de dichtheid van het voorwerp groter is dan die van de vloeistof, dan zal het voorwerp zinken. Als de dichtheden precies gelijk zijn, zal het voorwerp zweven.
Een liter zout water is zwaarder dan een liter gewoon water. Je kunt ook zeggen dat de dichtheid van zout water groter is dan de dichtheid van gewoon water. Het ei zinkt in gewoon water, omdat het ei zwaarder is dan water. De dichtheid van een ei is dus groter dan de dichtheid van water.
Een zware boot zinkt als zijn gewicht niet voldoende verdeeld is, want dan kan het water niet hard genoeg terug duwen. Maar als diezelfde last over voldoende oppervlakte verdeeld is, blijft hij drijven.
Kans van 1 op 3 dat de boot zinkt: stapt u in zonder reddingsvest?
Een boot zinkt natuurlijk niet zomaar. In Nederland zijn er steeds meer oude pleziervaartuigen. Deze worden niet meer gebruikt en blijven dagen, maanden of zelfs jaren liggen aan de waterkant. Natuurlijk hartstikke zonde, want deze bootjes kunnen in de meeste gevallen een tweede leven krijgen.
In de periode 2010 tot 2019 zijn er wereldwijd 39 bulkcarriers verloren gegaan, waarbij 173 zeevarenden het leven hebben verloren. Dat blijkt uit het Bulk Carrier Casualty Report 2019 van brancheorganisatie Intercargo.
De kans dat een schip zinkt is klein.
The New York Times stelt echter dat er maar 16 cruiseschepen zijn gezonken tussen 1980 en 2012. Een van de grootste ongelukken in de recente geschiedenis was het zinken van de Costa Concordia in 2012.
De kracht die ervoor zorgt dat het schip weer stabiel ligt is de vormstabiliteit, dat is de vorm van het onderwaterschip dat door de helling van het schip veranderd is. Er is nu aan de “lage” kant meer water verplaatst dan aan de “hoge” kant.
Door de stroming tijdens het varen zorgen de elektrisch of hydraulisch aangestuurde vinnen voor een liftende of neerwaartse kracht waardoor het schip stabiel gehouden wordt.
De maximale diepgang (de diepgang van een vaartuig geeft aan hoe diep het in het water ligt. Het is de verticale afstand tussen de waterlijn en het laagste vaste punt) bedraagt 8,8 meter.
Lekkende elementen op het dek (schroefgaten, platen, verstaging). Overal waar door de huid van het schip is geboord, of zaken bevestigd zijn, (handvatten, wandputtingen) kunnen - zeker mits onvoldoende gekit - lekkages ontstaan waarvan het water zich uiteindelijk in de bilge verzameld.
Je hebt bijvoorbeeld een ronde rompvorm (rondspant) of een rompvorm met een knik erin (knikspant). De achterkant van de boot. De spiegel wordt ook wel “hek” genoemd. Een touw (lijn) om de boot mee vast te maken.
Kapseizen is het omslaan van een boot. Meestal is dit het gevolg van het verschuiven van zware lading in het schip, waardoor het schip slagzij maakt en uiteindelijk kan omdraaien. Ook golven opgewekt door andere schepen of de wind kunnen leiden tot kapseizen van het schip.
Wanneer het waait gaat de boot wel een beetje schuin, maar dat hoort zo. Wanneer het hard waait gaat de boot wat verder schuin maar kan nog steeds niet omslaan. Onder water zit namelijk een hele zware kiel aan de boot.
Om met uw boot op zee te varen heeft u Vaarbewijs 2 nodig. Dit wordt ook wel Klein Vaarbewijs II genoemd. Met Vaarbewijs 2 mag u ook op de grotere wateren en kustwateren varen. Dit zijn dus grotere meren en de zee, zoals de Waddenzee, het IJsselmeer, het Markermeer, het IJmeer en de Oosterschelde en Westerschelde.
Een boot of schip drijft, omdat de opwaartse kracht van het water even groot is als het gewicht van het schip. Het volume van het schip dat zich onder water bevindt, is in dat geval dus - volgens de wet van Archimedes - van die omvang dat een even groot volume water evenveel weegt als het volledige schip.
De hoge opbouw bestaat voor een groot deel uit lucht. De schepen hebben geen bijzonder hoog zwaartepunt of andere eigenschappen die de stabiliteit nadelig beinvloeden.
Met een kajuitboot omslaan is vervelend, maar met bijvoorbeeld een Laser is het geen probleem, die zijn daar op gemaakt. Maar goed, daarom heb je meestal ook een wetsuit aan.
Zinken (bv een steen) komt doordat de zwaartekracht groter is dan de Archimedeskracht. Drijven (zoals een bal op water) als het precies omgekeerd is. Het voorwerp gaat dan zo drijven dat het gewicht van de verplaatste vloeistof weer gelijk wordt aan de opwaartse kracht.
Het materiaal van een voorwerp bepaalt of het voorwerp drijft of zinkt. Je kunt zeggen: massieve voorwerpen van hetzelfde materiaal blijven (altijd) drijven, dan wel gaan (altijd) zinken. Het gewicht van het materiaal bepaalt of het voorwerp drijft of zinkt.
De soortelijke massa van de mens kan actief worden beïnvloed door het volume te vergroten en de massa nagenoeg gelijk te laten. Dit gebeurd door in te ademen. Door inademing zetten de longen uit en stijgt dus het volume zonder dat de massa noemenswaardig wijzigt.