Wanneer aardappelen aan licht worden blootgesteld worden ze groen en neemt het giftige solanine gehalte toe. Solanine is een alkaloïde dat van nature voorkomt in aardappelen, met name in de schil van onrijpe aardappelen, maar het zit ook in de uitlopers van wat oudere aardappelen.
Ja, groene, bruine en beurse plekken en uitlopers moet je goed wegsnijden uit aardappels. In de uitlopers van oudere aardappelen en in de schil van onrijpe aardappelen kan namelijk de stof solanine voorkomen. In grote hoeveelheden is deze stof giftig voor de mens.
Wanneer aardappelen blootgesteld worden aan licht, worden ze groen, en produceren ze meer glycoalkaloïden. De groene kleur is een aanwijzing dat er verhoogde hoeveelheden van de glycoalkaloïden solanine en chaconine aanwezig zijn. Groengekleurde delen van de aardappel zijn daarom niet meer geschikt voor consumptie.
Solanine en tomatine geeft een bittere smaak en een wat brandend gevoel in de mond. In grote hoeveelheden zijn solanine en tomatine giftig voor mensen. Ze kunnen misselijkheid, overgeven, buikkramp en diarree veroorzaken. In ernstige gevallen kunnen bewustzijnsverlies, ademhalings- of hartproblemen ontstaan.
De belangrijkste alkaloïden zijn solanine (in groene aardappelen en als 'tomatine' in tomaten), nicotine (kleine hoeveelheden die niet verslavend zijn) en capsaïcine (waardoor pepers pittig zijn) vormen een natuurlijke afweer tegen insecten waardoor ze simpel gezegd giftig zijn.
Bewaar je aardappelen te warm (>8°C), dan lopen ze uit. De uitlopers (wortels) en 'pitten' zijn niet gezond, ze bevatten solanine, een voor sommige mensen licht giftige stof die in grote hoeveelheden buikklachten, depressies en slapeloosheid kan veroorzaken.
Het ontstaan van solanine kun je grotendeels voorkomen door aardappels koel, donker en droog te bewaren. Je kunt aardappels in de schil eten, maar verwijder de plekjes dan ook goed. Ze dienen daarnaast vers en onbeschadigd te zijn. Snijd groene plekken, uitlopers en beschadigde plekjes van aardappelen ruim weg.
Op aardappels hoeft geen houdbaarheidsdatum te staan. Gemiddeld zijn ze in huis twee tot drie weken houdbaar, maar na een tijdje treedt er wel kwaliteitsverlies op. Bewaar aardappelen altijd op een donkere plaats. Onder invloed van licht wordt de natuurlijke gifstof solanine gevormd.
Uw aardappelen zijn niet meer te eten als ze erg groen zijn, rot zijn of een ander ziektebeeld vertonen. Vaak gaat dit gepaard met een stinklucht. Zelfs als de aardappels slap worden of worteltjes beginnen te schieten, kunt u ze nog prima eten.
'Door het droge weer van de afgelopen weken bevatten de aardappelen veel zetmeel', zegt Marc Goeminne van het 'Interprovinciaal proefcentrum aardappelteelt' uit Kruishoutem. 'Dat zorgt ervoor dat de knollen bij een duwtje of een val zeer makkelijk blauwe plekken vertonen.
De uitlopers zelf kun je beter niet opeten. In de uitlopers zit namelijk het giftige stofje solanine, waarmee de aardappel beschermd wordt tegen schimmels en insecten. Maar geen nood, als je ze er goed afsnijdt is er niks aan de hand. Van dit stofje kun je overigens flink buikpijn, diarree of koorts krijgen.
De aardappel behoort net zoals overigens de aubergine en de tomaat tot de nachtschadefamilie en bevat het giftige solanine. Daarom eet u ze beter niet rauw. Het meeste gif zit net onder de huid, reden waarom u aardappelen best schilt.
Hoe weet ik of een product niet meer goed is? De aardappelen zijn beschimmeld, uitgedroogd of verrot. Bederf herken je snel door goed te kijken, ruiken of proeven.
De aardappel is een gezonde energieleverancier. Het levert energie in de vorm van complexe koolhydraten maar ook essentiële voedingsstoffen zoals voedingsvezels, mineralen en vitaminen. In de voedingsdriehoek staat de aardappel in de donkergroene zone, naast brood en andere volkoren graanproducten.
Om optimaal te profiteren van de gezonde voedingstoffen van aardappelen, moet je ze in de schil koken of stomen. Zo verliezen ze minder mineralen, vitaminen en smaak. Borstel ze wel grondig schoon onder stromend water. Alleen dan is de schil eetbaar.
Bij het bakken of frituren van aardappels wordt vet gebruikt. Dit vet wordt deels door de aardappels opgenomen en vervolgens geconsumeerd. Hiermee bevatten gebakken of gefrituurde aardappels vet, en leveren ze per portie meer calorieën dan gekookte of gepofte aardappels waarbij geen vet wordt toegevoegd.
Ja hoor eet ze gerust, maar snij de uitlopers wel ruim uit. Op plaatsen waar uitlopers groeien, zit namelijk de natuurlijke gifstof solanine. Deze stof breekt niet af tijdens koken. Je kunt er allerlei klachten van krijgen, zoals buikpijn, diarree of koorts.
Aardappelen bewaren doe je best in een geperforeerde papieren of juten zak, een net of een open mand. Plaats ze op een koele, donkere, goed verluchte en droge plaats (bvb. een kelder of berging), tussen 4 en 10°C is ideaal.
Bij de aardappel vindt de bescherming onder andere plaats dankzij het gif solanine in de schil. In de schil zitten geen overdaad aan stoffen die in de rest van de aardappel ontbreken. Je kunt ze dus gerust schillen. Wel zitten er vezels in de schil, maar voor de vitamines hoef je dus geen aardappelschil te eten.
Vastkokende aardappel
Vastkokende aardappelen bevatten relatief weinig zetmeel waardoor ze hun vaste en fijne structuur behouden na het koken. Ze zijn dus ideaal om gewoon in hun geheel of in de schil te serveren.
Het remmende effect van alkaloïden uit aardappels op het enzym acetylcholine-esterase kunnen de volgende symptomen tot gevolg hebben: Zweten. Overgeven. Diarree.
Aardappelziekte tijdig herkennen
Dat doe je aan de bruin zwarte vlekken op de stelen en het blad van de aardappelplant. Deze vlekken ontstaan meestal het eerst op de stengels, specifiek bij de bladoksels. Bij vochtig weer merk je aan de onderkant van het blad witte schimmel pluisjes.
Een bedorven aardappel ruikt zuur en muf.
Bewaar de aardappels maximaal 24 uur in de koelkast.
Zorg dat je het water de volgende dag uit de kom giet als je de aardappels in de oven of frituurpan wilt bereiden. Als je aardappels langer dan een dag in water bewaart, kunnen ze zich volzuigen met water, waardoor de smaak en textuur kunnen veranderen.
Het kan maar ideaal is het zeker niet. De aardappel verliest veel van zijn smaak en neemt veel vocht op dat ijs vormt in de vriezer. Bij het ontdooien gaat de aardappel dat vocht vrijlaten en dus weer redelijk wat smaak erbij. Wanneer je het toch doet, zorg er dan voor dat ze heel goed luchtledig verpakt zijn.