De oorzaak ligt echter ergens anders. Andere kenmerken van een licht verstandelijke beperking zijn beïnvloedbaarheid en een gebrekkige impulscontrole. Ze hebben vaak moeite met het omgaan met regels. Ook zijn mensen met een LVB extra kwetsbaar wanneer het gaat om criminaliteit en verslavingsproblematiek.
Het vroegtijdig signaleren van een LVB is erg belangrijk. Het voorkomt onder andere dat cliënten worden overvraagd door hun behandelaren en zorgt ervoor dat de behandeling beter aansluit op wat iemand kan en aankan.
Een licht verstandelijke beperking uit zich in een IQ-score tussen de 50 en 70. In Nederland kunnen mensen met een IQ-score tussen de 70 en 85 die eigenlijk zwakbegaafd zijn en (ernstige) bijkomende problematiek hebben, eveneens gebruik maken van de zorg voor mensen met een LVB.
Mensen met een LVB kunnen zich moeilijk inleven in een ander
Ze kunnen anderen moeilijk lezen, niet goed begrijpen wat iemand bedoelt en zich ook minder goed verplaatsen in een ander.
Mensen met een LVB hebben in hun leven vaak te maken met kwetsbaarheden en tegenslagen. Zo kunnen ze zichzelf minder goed staande houden in de complexe maatschappij, kost het aangaan van sociale relaties veel moeite, hebben ze moeite met omgaan met stress en missen ze vaak sociale steun.
Een licht verstandelijke beperking is deels erfelijk. Het komt ook voor dat er een spontane mutatie is in de genen van het baby. Dat leidt uiteindelijk tot een afwijking. Die afwijking komt dus niet voor in beide kanten van de familie.
Er zijn verschillen tussen ouders met een LVB in de mate waarin ze moeite hebben met de opvoeding. Ouders met een LVB functioneren gemiddeld beter wanneer zij beschikken over emotionele stabiliteit, een positief zelfbeeld, impulscontrole, frustratietolerantie, gewetensfunctie, vertrouwen en vermogen tot zelfreflectie.
Uit internationale literatuur kunnen we afleiden dat 40-60% van de mensen met een LVB ook een vorm van autisme heeft (Kraijer en Plas, 2004). ASS is de nieuwe benaming van drie diagnoses die zijn gesteld over autisme: PDD-NOS, Asperger en Klassiek Autisme.
Bij de communicatie richting mensen met een LVB is het belangrijk een rustige en gelijkwaardige houding aan te nemen. Gebruik korte zinnen (5-7 woorden) zonder moeilijke of buitenlandse woorden. Gebruik geen verwijswoorden (woorden die verwijzen naar een woord dat eerder is gebruikt, zoals die, dat, hem enzovoort).
Tussen ongeveer 40% en 55% van de volwassenen met een LVB (zonder en met bijkomende problemen) is actief op de arbeidsmarkt, terwijl zeven van de tien mensen zonder gezondheidsbeperkingen werkt. Het vinden en houden van werk is voor mensen met LVB+ vanwege hun beperking niet vanzelfsprekend.
Ongeveer 30-40% van de kinderen met een LVB heeft psychische problemen. Een LVB kan samengaan met één of meer andere, psychiatrische stoornissen. De combinatie van een LVB met psychische problemen maakt een juiste beoordeling moeilijk.
Mensen met een psychische stoornis en ZB/LVB bevinden zich overal in de maatschappij en zijn – soms onopgemerkt – in beeld of in zorg bij meerdere instanties en hulpverleningssectoren. Deze mensen bevinden zich binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.
Een IQ tussen de 50 en zeventig duidt op een lvb, een IQ tussen de 70 en 85 duidt op zwakbegaafdheid.
Mensen met een matige of lichte verstandelijke beperking, die veelal in bezit zijn van een hoog niveau van vaardigheden, zijn gevoelig voor het ontwikkelen van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. Zij kunnen vaak meer dan zij aankunnen.
Over het algemeen wordt gezegd dat het hebben van een LVB een risicofactor is voor crimineel gedrag. Dit komt omdat zij extra kwetsbaar zijn voor het ontwikkelen van crimineel gedrag, door bijvoorbeeld overvraging, minder zelfcontrole, zelfvertrouwen of inlevingsvermogen.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
Heel belangrijk is eenvoudig taalgebruik. “Gebruik bijvoorbeeld in een gesprek geen dubbele ontkenningen en vermijd jargon. Formuleer je mailtjes in korte zinnen en zorg voor een duidelijke boodschap. Maak jouw taalgebruik en houding dus toegankelijker.
Probleemgedrag, ook wel onbegrepen of moeilijk verstaanbaar gedrag genoemd, komt regelmatig voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Er zijn geen harde criteria om gedrag als problematisch te definiëren, maar denk bijvoorbeeld aan agressief, zelfverwondend, teruggetrokken of angstig gedrag.
'Kinderen met autisme hebben vaak een zeer lage sociaal-emotionele ontwikkelingsleeftijd en kunnen de testcondities daardoor nog niet aan. Het gevolg is dat je niet betrouwbaar en valide hun intelligentie kunt meten en de uitslag van de test dus geen recht doet aan de mogelijkheden van het kind op cognitief gebied.
Algemene kenmerken
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
Een lvb kan ontstaan door verschillende biologische factoren, zoals een genetische afwijking, ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap, en blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, drugs en medicijnen tijdens de zwangerschap.
Van zwakbegaafdheid wordt gesproken als een persoon een IQ heeft van tussen de 70 en 85. Iemand die zwakbegaafd is heeft meer moeite met leren en heeft een vertraagde ontwikkeling. Het begrip zwakbegaafdheid is een andere term voor laagbegaafdheid of voor minder dan gemiddeld begaafd.