Van februari tot en met april is de paartijd van de haas. De mannetjes vechten in deze periode om de vrouwtjes en dat gaat er wild aan toe. Net een kickboksgevecht en dus een indrukwekkend schouwspel!
Om elkaar te leren kennen, lopen de mannetjes achter de vrouwtjes aan, door de velden. Rammelen noemen we dat. Het begint vaak met één of enkele mannetjes (rammelaars) die de vrouwtjes (moeren) achterna zitten. Dat trekt ook andere Hazen aan om mee te rennen.
Rond de kortste dag begint het nieuwe voortplantingsseizoen, waarvan de piek ligt tussen februari en mei. In deze periode worden vaak grote groepen hazen gezien, van 10 tot 30 tot soms wel 75. Overdag rennen de hazen over de kale velden. Dit schouwspel heet 'rammelen'.
Als je de familie van haasachtigen nog verder verdeelt, kom je bij de soorten uit. Hazen en konijnen behoren tot verschillende soorten binnen deze familie. Hun manier van leven onderscheidt zich op veel manieren en ook de voortplanting tussen beide soorten is niet mogelijk. Hazen kunnen dus niet paren met konijnen.
De haas springt nog hoger en verder dan zijn vriend het konijn. Als je geluk hebt, kan je een haas meters hoog de lucht in zien vliegen, tot 3,5 meter. Dit is ver boven het menselijk record dat momenteel op 2,45 meter ligt. Hazen zijn niet enkel snel maar ook slim.
Als een haas in een leger ligt, zijn meestal enkel zijn kop en rug zichtbaar. De achterzijde ligt in het diepste deel van het leger. Hier houdt hij een slaap, die zo licht is dat de haas door ieder geluid of trilling van de bodem wordt gewekt. Een slaapperiode is zeer kort, zelden meer dan een paar minuten.
Roofvogels, vossen en katten zijn (natuurlijke) vijand nummer één van hazen. Maar ook mensen vormen een gevaar met auto's, landbouwmachines en soms ook jacht*.
Overdag rusten hazen uit in hun leger. Als een haas in een leger ligt, zijn meestal enkel zijn kop en rug zichtbaar. Hier houdt hij een slaap, die zo licht is dat de haas door ieder geluid of trilling van de bodem wordt gewekt.
Ze zijn gebaat bij een grote variatie in gewassen en habitat en een groot voedselaanbod. Overdag houdt de haas zich schuil in een zelfgegraven ondiep kuiltje in de grond, het 'hazenleger'. In de winter maken ze gebruik van het bos als schuilplaats.
Het is Nederland verboden om hazen en wilde konijnen als huisdier te houden. Het diertje heeft echt de beste kansen bij een ervaren opvang. Er staan zelfs hoge boetes op als je wilde hazen en wilde konijnen toch als huisdier houd, het is bij wet verboden om in Nederland deze diersoorten in huis te hebben.
Bijzonder aan de haas is dat 'ie tijdens een vlucht recht om de hoek kan gaan (het 'haken slaan') om aan het gevaar te ontsnappen. Hij maakt dan een hoek van 90 graden. Galopperend beweegt de haas zich het liefst. Of hij nu hipt of rent, de achterpoten worden voor de voorpoten geplaatst.
Optimale biotopen bevinden zich op de kleigronden in laag Nederland en in het rivierengebied. Hier kunnen dichtheden oplopen tot wel 40 hazen per 100 hectare. Maar hazen komen ook voor in bosgebieden en heidegebieden. De dichtheden liggen hier vrij laag en bedragen soms maar enkele hazen per 100 ha.
Hazen zijn geen liefhebbers van water maar het zijn goede zwemmers. Ook in vaarten en vlieten worden soms zwemmende hazen gespot.
De haas leeft namelijk solitair, ze komen alleen samen om te paren. Daarnaast krijgen ze lang niet zo veel jongen als bijvoorbeeld konijnen. Met andere woorden: kweken is absoluut niet rendabel.
Haas kan in bomen klimmen
Net als andere dieren zoeken ook zij dan een veilig heenkomen. Meestal trekken ze naar hoger gelegen gebied.
Traditioneel wordt er in de herfst en de winter het meeste wild gegeten, omdat de wildpopulaties in Nederland dan het grootst zijn en het jachtseizoen voor de meeste diersoorten open is. Maar eigenlijk kun je vers wild het hele jaar door eten. Voor een deel is het dus ook gewoon traditie, die haas met kerst.
Hazen eten grassen (winter), kruiden (zomer) en akkerbouwproducten zoals graan, maïs, klaver en aardappelen. Door hun knaaggedrag worden ze wel tot de 'kleine grazers' gerekend en hebben ze een grote invloed op de vegetatie.
Hazen maken geen hol, wel een kuiltje dat een leger wordt genoemd. Ze proberen predatie te vermijden door hun schutkleur. Al eens een boksmatch tussen hazen gezien. Op de website van Onze natuur kan je toeschouwer zijn.
Haasjes worden boven de grond geboren en niet – zoals konijnen – blind en onder de grond. Een haas kan per jaar 3 tot 4 keer jongen werpen, waarbij er per worp tussen de 1 en 5 jonge haasjes worden geboren. Na ongeveer vier weken zijn de haasjes zelfstandig.
Haas of konijn? Veldhazen zijn niet alleen groter en zwaarder dan wilde konijnen, ze hebben ook langere poten. Hun oren hebben een zwarte punt en zijn meestal langer dan hun kop. De oren van konijnen zijn relatief kort.
Wilde konijnen kennen immers vele vijanden. Ze zijn een ideale prooi voor wilde vogels zoals uilen, haviken, adelaars en valken, wilde honden, katten en zelfs grondeekhoorns. Voedsel zoeken ze om die reden voornamelijk 's avonds en 's nachts. In het (schemer)donker kunnen ze zich makkelijker verstoppen voor roofdieren.