Er zijn verschillende factoren waardoor je tijdelijk meer last kunt krijgen van een tremor. Zoals stress, angst, moeheid, stoppen met alcohol en het gebruik van cafeïne. Vaak hoeft een tremor dan ook niet te worden behandeld: het helpt namelijk al om deze dingen aan te pakken.
Beven of trillen kan verschillende oorzaken hebben. Gebruik van stimulerende middelen, zoals alcohol of drugs, kan ervoor zorgen dat je gaat trillen. Ook wanneer je ergens heel bang voor bent, kun je plotseling gaan trillen. Verder kunnen aandoeningen aan de zenuwen of spieren een trilaanval uitlokken.
Neem genoeg rust. Als u moe bent kan het trillen erger worden. Bent u angstig of heeft u veel stress? Door beter om te gaan met stress kan het trillen minder worden.
Beven of tremor zijn herhaalde, kort op elkaar schokkende bewegingen van één of meerdere lichaamsdelen. Ze worden veroorzaakt door onwillekeurige samentrekking van spiergroepen. De twee belangrijkste aandoeningen die met een tremor gepaard gaan zijn een essentiële tremor en de ziekte van Parkinson.
Het trillen van spieren is dus te verminderen door je energievoorraad op peil te houden, rekken en voldoende rust te nemen. Je trillende spieren zijn een teken van overbelasting of vermoeidheid. Wees niet bang, want deze vermoeidheid en het daaropvolgende herstel is juist nodig om je spierkracht te verbeteren!
Je arts kan, afhankelijk van hoe uitgebreid de klachten zijn, medicatie voorschrijven om het beven te onderdrukken. Het meest gebruikte medicijn is propranolol. Er worden soms ook medicijnen tegen epilepsie gebruikt. Bij beven van het hoofd injecteert men soms botox.
Diagnose. Bij de diagnose van een tremor worden eerst andere oorzaken, zoals de ziekte van Parkinson uitgesloten; bij Parkinson komt het beven vooral voor in rust. Een medisch onderzoek en een hersenscan of een bloedonderzoek kan andere oorzaken uitsluiten.
Stress of spanning kunnen er voor zorgen dat je gaat trillen of beven; dit komt omdat je lichaam energie wil afvoeren.
Als spieren onbekend zijn met een nieuwe beweging, dan worden je spiervezels ongecontroleerd opgerekt en samengetrokken. Hierdoor raken de zenuwuiteinden geïrriteerd, wat ervoor zorgt dat de spieren ongecontroleerd gaan trillen.
Een tremor herken je vaak aan een paar van deze kenmerken: je handen, armen, romp of gezicht trillen in rust. trillende benen als je stilstaat. wankel en duizelig gevoel.
versnelde hartslag en ademhaling. opgejaagd gevoel. snel boos zijn, huilen. piekeren, slecht slapen.
En hoewel tremor geen Parkinson is, en niet kan uitgroeien tot een levensbedreigende neurologische aandoening, kan het de kwaliteit van leven wel sterk aantasten. De oorzaak van essentiële tremor is niet exact duidelijk.
Behandelings-opties. Er bestaat momenteel geen genezing voor essentiële tremor. Er zijn echter wel enkele behandelingen beschikbaar die uw klachten kunnen verlichten. Een van die behandelingen is diepe hersenstimulatie (DBS-therapie).
Het benigne fasciculatiesyndroom (BFS) is een neurologische stoornis met als belangrijkste kenmerk fasciculaties (spiertrekkingen) in de ledematen. De fasciculaties kunnen zich overal in het lichaam voordoen, maar de armen, benen en voeten zijn de voornaamste plekken waar de fasciculaties plaatsvinden.
Functioneel trillen (tremor) is de meest voorkomende functionele bewegingsstoornis. Het is het ongecontroleerd trillen van een lichaamsdeel, meestal een arm of been. Het trillen ontstaat doordat het zenuwstelsel niet goed functioneert.
Inefficiënte spieren
Als spieren onbekend zijn met een nieuwe beweging, dan worden ze snel inefficiënt en gaan ze op een ongecoördineerde manier werken, wat resulteert in het trillen. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor als je, bijvoorbeeld, voor het eerst een statische plank-oefening doet.
Typisch zijn ook de spierspasmen (spierkrampen): een spier trekt plots en ongecontroleerd samen. Dat kan zeer pijnlijk zijn. Bij aanhoudende spasticiteit neemt de kans toe dat de spier zelf ook verkort. Daardoor kan de beweeglijkheid blijvend verminderen.
Die moderne 'stressoren' gaan niet weg na een aantal minuten of uren, maar blijven constant aanwezig. Je stresssysteem komt niet meer tot rust en dat heeft funeste gevolgen in je lijf. Als we zeggen dat cortisol bedoeld is voor stress die wat langer duurt, bedoelen we minuten of uren, niet maanden of zelfs jaren!
De kernsymptomen tremor, bradykinesie, rigiditeit en houdingsinstabiliteit worden soms voorafgegaan door klachten van de reuk (verminderde reuk), obstipatie, depressie en slaapstoornissen. Deze klachten zijn echter zo aspecifiek dat de diagnose parkinson in dit stadium zelden wordt gesteld.
Trillen (tremor) van de handen, benen, kin of tong. Trager worden van bewegingen (bradykinesie), moeite met starten van bewegingen (akinesie) en ontbreken van automatische bewegingen (hypokinesie) Stijfheid van de spieren (rigiditeit) Houdings- en evenwichtsproblemen en soms vallen bij langer bestaan van de ziekte.
Er is behoefte aan een wetenschappelijk advies over het gebruik van vitamine D bij de ziekte van Parkinson. Een tekort van vitamine B12 kan onder andere leiden tot anemie (normo- of macrocytair), onverklaarde polyneuropathie en cognitieve klachten.
Bij essentiële tremor trillen uw handen en onderarmen. Essentiële tremor komt vaak in de familie voor. Het is iets anders dan de ziekte van Parkinson. Koffie, roken, stress en sommige medicijnen kunnen het trillen erger maken.
Bij een intentietremor ligt de oorzaak in de kleine hersenen. Dit kan ontstaan na een beroerte of een andere beschadiging van de kleine hersenen. Deze tremor is vaak asymmetrisch: het trillen begint niet tegelijkertijd links en rechts in uw lichaam. De rusttremor zien we vooral bij de ziekte van Parkinson.
Dystonie is een neurologische bewegingsstoornis die gepaard gaat met onwillekeurige spiersamentrekkingen. Daardoor kunnen draaiende, wringende bewegingen ontstaan of abnormale pijnlijke houdingen van één of meer lichaamsdelen.
Om een beeld van de vorm en functie van uw hersenen te krijgen, kan er een MRI-scan, PET-scan, SPECT-scan of hersenfilmpje (EEG) worden gemaakt. Ook kan er aanvullend bloedonderzoek plaatsvinden. Bij onduidelijkheid over cognitieve klachten is een neuropsychologisch onderzoek nodig.