Je langzame tempo is ongeveer je kilometertijd van je snelste 5 km + 2 minuten per km. Dus stel dat je 5 km in 25 minuten loopt, dan ga je 5 min/km. Je langzame tempo is dan rond de 7 min/km.
Een goede vuistregel luidt: doe over je langzame kilometers zo'n twee minuten langer dan over de kilometers tijdens je beste vijf kilometer. Eigenlijk kun je nooit te langzaam lopen. Het lastigste is nog de lage hartslagen aanhouden die daarbij in je schema opduiken. Toch mag je best vaker heel langzaam lopen.
Waarom rustige duurlopen belangrijk zijn
Naast een basis vormen voor intensief werk, zorgen rustige kilometers voor het broodnodige herstel van de harde trainingsdagen ervoor. 'Elke training zou een hardloper een trainingseffect moeten bezorgen', zegt hardloopcoach Dennis Barker.
Ben je echt net begonnen, dan zal de gemiddelde snelheid lager liggen, waarschijnlijk rond 10 km/u. Ervaren hardlopers lopen al gauw rond de 14 – 15 km/u. Er is wel veel training voor nodig om deze snelheden te halen. Om de snelheden in perspectief te stellen: een normaal wandeltempo is 4 tot 5 km/u.
Tweewekelijks. De Amerikaanse trainingsgoeroe Jeff Galloway adviseert zelfs maar één lange duurloop per twee weken te doen. Hij heeft een vuistregel bedacht voor de periode tussen twee lange duurlopen: Voor elke mijl (1,6 kilometer) in een lange training moet je een dag langer wachten tot de volgende lange duurloop.
Van een zware tien kilometer wedstrijd moet je vaak minimaal vijf dagen herstellen om boven het oude niveau uit te stijgen. Van een kort rustig duurloopje is een halve dag herstel al vaak voldoende om daarna weer te gaan trainen.
De duur van een lange duurloop is verschillend naargelang het doel wat je wilt bereiken en de getraindheid die je hebt. Grofweg is een lange duurloop een duurloop die langer duurt dan 60 minuten, en 90 minuten voor marathonlopers.
Ik probeer altijd mijn langste duurloop 3 tot 4 weken voor de marathon te doen, iedereen heeft verschillende ideeën over hoe ver je moet gaan, voor de meeste mensen is 33km-35km lang genoeg, maar sommige topatleten trainen zelfs meer dan de marathonafstand.
Naast enkele duurloopjes begin je met een wekelijkse intervaltraining met snelle stukken van een minuut. Doe dit gedurende drie weken. Ga dan verder met intervallen van twee minuten gedurende drie weken. Doe vervolgens een keer in de week de 1-2-3 workout in de weken voorafgaand aan je (virtuele) 5-kilometerwedstrijd.
Het kan heel verfrissend zijn om eens heel anders te gaan trainen dan je gewend bent. Loop je vooral duurlopen, voeg dan eens wat pittig intervalwerk aan de trainingsweek toe. Doe je veel tempowerk en intervaltrainingen, probeer dan eens een tijdje vooral lange, langzame duurlopen gecombineerd met kort snelheidswerk.
Volgens Robertz zijn de meestvoorkomende blessures bij hardlopers: achillespeesklachten, een lopersknie, springersknie, scheenbeenklachten of door je enkel gaan. "Die blessures zijn vaak het gevolg van een te snelle opbouw en het gebrek aan krachttraining van de beenspieren."
Je bent ongetwijfeld tips over de juiste techniek tegengekomen, als: loop rechtop met een licht voorovergebogen romp; beweeg de armen van achter naar voren; land veerkrachtig op je voorvoet; strek je heup bij de afzet. Al deze aanwijzingen kunnen je het gevoel geven een sterkere loper te zijn.
Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat de maximale snelheid een belangrijke factor is op het prestatievermogen. Trainingsvormen als heuvelsprints, explosieve loop oefeningen en een gecombineerde training van kracht opgevolgd door sprinttraining dragen bij aan het verbeteren van de maximale snelheid.
Wil je sneller worden? Je loopt al hard, hebt een keer een 10-kilometerwedstrijd gelopen en dat smaakte naar meer. Je voelt dat je harder kunt. Dan zal je zeker drie keer in de week moeten lopen; een rustige, langere duurloop, een intervaltraining en een kortere duurloop is dan wel je minimale trainingsweek.
Sowieso plan je minimaal één rustdag per week. De overige rustdagen zijn afhankelijk van hoe intensief je traint, wat je prettig vindt en hoe je lichaam zich hersteld. Er zijn hardlopers die aan één rustdag genoeg hebben, anderen lopers trainen liever om de dag en er zijn lopers die 2x per week trainen.
Tijden en snelheid voor de 10 km
Normaal is 10 kilometer per uur, dus 1 uur over 10 kilometer. Snel is 12 kilometer per uur, dus 50 minuten over 10 kilometer. Supersnel is 15 kilometer per uur, dus 40 minuten over 10 kilometer. Super super snel is 20 kilometer per uur, dus 30 minuten over 10 kilometer.
Eet binnen 2 uur na het sporten
Door binnen 2 uur na het hardlopen of sporten iets eiwit- en koolhydraatrijks te eten, vul je snel je energievoorraad aan en kun je zorgen voor voldoende beschikbaar eiwit wat nodig is voor spierherstel. Je kunt er ook voor kiezen een normale hoofdmaaltijd te eten.
Het is logisch dat het hardlopen aanvankelijk zwaar aanvoelt… Dit heeft er mee te maken dat je lichaam (nog) niet gewend is aan het sporten. Het heeft tijd nodig om een cardiovasculaire conditie op te bouwen. Door regelmatig te gaan hardlopen verbeter je jouw conditie, maar er is meer.
Als je de marathon binnen drie uur wilt lopen, moet je minstens het dubbele aan trainingstijd en -last inplannen, dat is dus 90-100 kilometer en ongeveer acht uur per week.
Over het algemeen heeft het spierstelsel na een grote inspanning 48 uur rust nodig. Als het lichaam geen tijd krijgt om te herstellen, kan dit resulteren in vermoeidheid, spierblessures, stressfracturen en ademhalingsklachten. Dit alles gaat ten koste van de training en uiteindelijk de prestatie.