De voornaamste reden voor die terughoudendheid was dat de VS hun relatie met de Arabische buurlanden van Israël niet wilden verpesten. Israël voerde al meteen oorlog met die landen, maar de VS waren afhankelijk van hun olie, en dus vreesden ze dat te veel steun voor Israël de Arabische handelspartners zou afschrikken.
De redenen zijn: Na de Tweede Wereldoorlog raakt de VS in Israël geïnteresseerd en Israël krijgt in verhouding tot andere landen veel meer hulp. Deze steun is zowel financieel als militair. De VS heeft hiervoor als argument in de jaren zestig en zeventig dat Israël een strategische positie inneemt tegen de Sovjet-Unie.
Truman aantrad, maakte hij duidelijk dat hij sympathie had voor het Joodse volk en accepteerde hij de Balfour-declaratie. Hij legde uit dat deze in overeenstemming was met het principe van 'zelfbeschikking' van voormalig president Woodrow Wilson. Truman initieerde verschillende onderzoeken naar de situatie in Palestina die zijn overtuiging ondersteunden dat ...
Israël wordt uitgeroepen op het moment dat de Britten hun zeggenschap over Palestina in 1948 beëindigen. Daarmee komt Palestina in een machtsvacuüm. De voorlopige Joodse regering maakt hier gebruik van door Israël uit te roepen.
In 1947 en opnieuw op 14 mei 1948 erkenden de Verenigde Staten de Israëlische Voorlopige Regering feitelijk, maar tijdens de oorlog handhaafden de Verenigde Staten een wapenembargo tegen alle strijdende partijen .
Israël en de Verenigde Staten zijn nauw verbonden door historische en culturele banden en door wederzijdse belangen. De bilaterale relatie tussen de VS en Israël is sterk, verankerd door meer dan $ 3 miljard aan Foreign Military Financing per jaar.
De oorlog van 1948 vormde het hoogtepunt van 30 jaar aan spanningen tussen Joden en Arabieren tijdens de periode van de Britse overheersing van Palestina. Onder de voorwaarden van het mandaat van de Volkenbond dat door de Britten werd uitgeoefend, werden voorwaarden geschapen die moesten leiden tot de oprichting van een Joods Nationaal Tehuis in het gebied.
Vanaf 1516 tot het eind van de Eerste Wereldoorlog maakte het gebied van de huidige staat Palestina deel uit van het uitgestrekte Ottomaanse Rijk, net als het gebied van het huidige Israël, Libanon, Syrië en Jordanië.
De oude Israëlieten worden beschouwd als nakomelingen van de oorspronkelijke Kanaänitische bevolking die lange tijd woonden in de zuidelijke Levant, Syrië, het oude Israël en de Transjordaanse regio.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het Jewish Agency een dag eerder de staat Israël uit.
Onder leiding van Theodor Herzl overwoog de organisatie gebieden in Oost-Afrika en Argentinië als locaties voor het Joodse nationale thuis. Uiteindelijk koos men echter voor Palestina, dat men claimde als nationaal thuis op basis van oude Joodse banden met het heilige land .
Het land zette de deuren open voor Joodse vluchtelingen uit alle windstreken: elke jood had het recht het land binnen te komen en het staatsburgerschap te verwerven. Tijdens de eerste vier maanden na de onafhankelijkheidsverklaring kwamen er zo'n 50 000 nieuwkomers aan in Israël.
Diplomatieke normalisatie en legitimiteit
Na het Oslo I-akkoord in 1993 erkende de PLO officieel de staat Israël en beloofde zij geweld af te wijzen. Israël erkende de PLO bovendien als vertegenwoordiger van het Palestijnse volk.
Het land heeft geen grondwet omdat de ultraorthodoxe groep stelt dat de wetten van God de grondwet vormen. In de basiswetten is alleen opgenomen dat Israël een democratisch land is.
Sinds de oprichting van Israël in 1948 heeft het land 158 miljard dollar aan militaire hulp ontvangen van de Verenigde Staten. Daarmee is het de grootste ontvanger in de geschiedenis.
Palestina wordt officieel erkend door ruim 130 landen, waaronder enkele EU-lidstaten. Israël, maar ook Nederland en België, erkennen Palestina niet. Het land werd in 2012 een waarnemend niet-lid van de Verenigde Naties.
In de oudheid werd Palestina bewoond door Semitische volkeren, waarvan de eerste van Kanaänitische oorsprong waren. Volgens de overlevering kwam Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van joden en Arabieren, uit Ur naar Kanaän.
Andere opties waren Palestina of Zion. Uiteindelijk werd toch de Bijbelse naam Israël gekozen. Sommige mensen vinden dat het gebied waar Israël ligt eigenlijk Palestina heet. Ook wordt Israël door joden en christenen soms het Beloofde Land of het Heilige Land genoemd.
In het Oude Testament wordt het gebied veelal Kanaän, het beloofde land of het land Israël (Èrètz Yisrael) genoemd. Het gebied wordt beschouwd als een goddelijk geschenk aan de aartsvadersAbraham, Isaak en Jakob. Jeruzalem, de stad van de Tempel, is de voornaamste locatie in het Heilig Land.
Zij stammen af van Arabieren die de afgelopen eeuwen in de landstreek Palestina zijn gaan wonen, vooral vanaf de negentiende eeuw. Tot de twintigste eeuw hadden de Arabieren in Palestina geen vastomlijnde nationale identiteit: natiestaten bestonden destijds immers nog niet in het Midden-Oosten.
Het land is heilig voor gelovige Joden. Hun verbondenheid met het land wordt beschreven in de Tora, het heilige boek van het Joodse geloof. Veel Joden zien het land ook als een veilige plek. Ze willen hier geen last meer hebben van de Jodenhaat die ze in Europa eeuwenlang hebben ondergaan.
De naam Palestina verwijst naar de Filistijnen, een volk dat zich hier aan het eind van de Bronstijd vestigde. Hun cultuur is verloren gegaan. Een oudere benaming voor dit gebied is Kanaän, de inwoners ervan waren Kanaänieten.
"De oorlog van 1948 vond plaats vóór het begin van de Koude Oorlog, en wereldmachten waren samen met andere kleine landen voor de oprichting van een Joodse staat", zei Al-Sayyid, waarbij hij het voorbeeld noemde van de USSR die Tsjecho-Slowakije onder druk zette om tijdens de oorlog wapens naar de Israëli's te sturen.
Belangrijke aspecten van het conflict zijn onder meer de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, de status van Jeruzalem, Israëlische nederzettingen, grenzen, veiligheid, waterrechten, het vergunningsstelsel, de bewegingsvrijheid van de Palestijnen en het Palestijnse recht op terugkeer.
Ontstaan van Israël
In 1947 stemden de Verenigde Naties in met een verdelingsplan voor Palestina: het gebied moest worden opgedeeld in een Joodse en Arabische staat. Op 14 mei 1948, toen het Britse mandaat over Palestina afliep, riep Israël zijn onafhankelijkheid uit.