Hoogwater op de rivieren ontstaat vooral na langere perioden met veel neerslag (regen, maar ook sneeuw). In de zomer en de herfst kan de bodem nog veel water opnemen. Ook verdampt er meer water door de hogere temperaturen en via de opname van water door begroeiing.
Hoogwater is het bereiken van een bepaald kritisch waterpeil in zeeën of rivieren, dat soms leidt tot overstromingen.
De waterstand die aan het einde van de vloedperiode bereikt is, heet hoogwater of hoogtij. De hele periode van rijzend water, dus meteen vanaf het moment van laagwater, heet vloed. Het tijdsverschil tussen het begin van de ene vloed en het begin van de daaropvolgende vloed is gemiddeld 12 uur en 25 minuten.
Tot wel 2,5 meter kan het water hoog komen. Naast het vele water is er een kans op geen drinkwater en elektriciteit en kunnen er problemen zijn met de riolering, de gaslevering én grote drukte op de weg.
Reacties. Door aantrekkingskracht van de maan op de aarde (en omgekeerd) wordt het water in de zee richting de maan getrokken. Door de draaing van de aarde & van de maan om de aarde krijg je 2 keer per dag een 'vloedgolf' langs.
Twee keer per maand is het springtij
Zeven dagen na volle maan of nieuwe maan staan de zon en de maan haaks op elkaar. De krachten van de hemellichamen werken elkaar dan tegen. Dit noemen we doodtij: tijdens hoogwater stijgt het water niet zoveel, tijdens laagwater zakt het water niet zoveel.
In quasi volledig afgesloten zeebekkens zoals de Middellandse Zee of de Baltische Zee is het tijverschil nog kleiner dan op de wereldoceanen, omdat ze zo ingesloten liggen dat de getijgolf nauwelijks binnen- en buitengeraakt.
Zoek de hoogste plek in huis op of ga naar een droge plek in de buurt. Controleer of u weg kunt komen via dakraam of ladder. Denk aan uw persoonlijke medicatie, hygiëne en EHBO-kist. Zorg voor voldoende (houdbaar) eten en (drink)water (vul uw badkuip).
Ruim een kwart van Nederland ligt onder zeeniveau. En maar liefst 59% van het land kan overstromen door water uit de zee of rivieren. Om Nederland te beschermen tegen deze overstromingen, heeft ons land ruim 3.700 kilometer aan waterkeringen.
Eenmalige overstroming
De kans op een grote (“eenmalige”) overstroming vanuit zee of vanuit de grote rivieren zal in 2050 naar verwachting kleiner zijn dan nu, en de kans is nu al heel klein. We stellen namelijk strenge veiligheidseisen aan onze waterkeringen, strenger dan enig ander land ter wereld.
Omdat de aarde zelf ook nog in z'n geheel naar de maan getrokken wordt, en de waterlaag door haar losse 'gladde' massa iets achterblijft bij de beweging van de aarde, wordt deze er in feite vanaf 'geslingerd', en hoopt het water zich daar aan de kant het verst van de maan dus ook op.
De meeste steden voeren regenwater in aparte buizen af en op sommige plekken gaat het nog via het riool. Als het regenwater apart wordt afgevoerd, stroomt het terug naar de rivieren. Via het riool wordt het water eerst gefilterd, waarna het ook terugstroomt in de rivieren.
Doordat de aarde in 24 uur één maal om haar as draait, is het per etmaal tweemaal hoog water en ook tweemaal laag water. De aarde draait als het ware onder de twee vloedbergen door. Doordat de maan in ongeveer een maand om de aarde draait, is de maan in dat ene etmaal ook een stukje opgeschoven.
Het getij ontstaat door aantrekkingskracht van hemellichamen (zon en maan) zo ontstaat hoog en laag water, eb en vloed. De hoogte van het getij wordt gemeten naar N.A.P. Dit is een nulpunt afgeleid van het gemiddelde vloed-niveau van het IJ in de 17e eeuw in Amsterdam.
Van alle landen in Europa heeft Nederland veel wateroppervlakte: 11 procent. Finland (16 procent) en Zweden (12 procent) hebben nog net iets meer water. Zo is de Nederlandse grond verdeeld: 12 procent steden, wegen en spoor.
Oorzaak zeespiegelstijging
Bij een oplopende temperatuur stijgt de zeespiegel. Dit komt door de uitzetting van zeewater, het smelten van gletsjers en kleine ijskappen en het gestaag slinken van de grote ijskappen op Groenland en Antarctica.
De bevolkingsgroei, van bijna 17,5 miljoen nu naar 20 miljoen in 2100, wordt voor een belangrijk deel opgevangen in middelgrote, deels nieuwe steden in Zuid- en Oost-Nederland. Als bescherming tegen de stijgende zeespiegel wordt de duinenrij langs de Noordzee verbreed en worden zandsuppleties uitgevoerd.
Uit de Flood Analyzer kunnen ook rankings worden afgeleid: de top 11 landen waar de bevolking bijvoorbeeld het meest wordt getroffen door rivieroverstromingen zijn: India, Bangladesh, China, Vietnam, Pakistan, Indonesië, Egypte, Myanmar, Afghanistan, Nigeria en Brazilië.
Nederlanders denken dat we over 100 jaar onder water staan: hoe reëel is dat? In 1953 werd Nederland getroffen door een grote watersnoodramp. Eén op de vijf Nederlanders weet het zeker: over honderd jaar zal het grootste deel van Nederland onder water liggen.
Dijken, sluizen, dammen en andere waterkeringen houden water tegen en beschermen ons land zo tegen overstromingen. De bekendste waterkeringen zijn de 13 Deltawerken. Ze zijn Nederlands grootste verdedigingssysteem tegen hoogwater langs de kust. De Oosterscheldekering is het grootste en beroemdste Deltawerk.
Ongeveer 59% van het Nederlandse landoppervlak loopt een overstromingsrisico: 26% ligt onder zeeniveau, 29% kan overstromen als rivieren massaal buiten hun oevers treden en 4% ligt buitendijks. Gezien de potentiële gevolgen behoren overstromingen tot de ergste rampen die Nederland kunnen treffen.
We zien dat de Randstad inderdaad het grootste risicogebied is in Nederland. Het hangt af van de waterstand en de plek van de dijkdoorbraak hoe hoog het water kan komen. Voor deze kaart zijn computerberekeningen uitgevoerd van verschillende dijkdoorbraken. Voor elke locatie is gekeken wat de maximale waterhoogte was.
Golven ontstaan door de zwaartekracht van de maan. De aarde, zon en maan werken als magneten op elkaar. De maan trekt het water op aarde een beetje naar zich toe. Daardoor ontstaat vloed.
Het op open zee gewoonlijk slechts geringe verschil tussen eb en vloed wordt groter, wanneer de watermassa's bijvoorbeeld door zee-engten geduwd worden. In de Middellandse Zee zijn er nauwelijks merkbare getijverschillen, omdat het een door landmassa's omsloten water is.
Golven worden opgewekt door de wind die over het water blaast. Golven komen uit de richting waar de wind vandaan komt. Bij noorderwind komen ze dus uit het noorden en lopen naar het zuiden. Hoe harder de wind, hoe hoger de golven.