“Zij kunnen niet, zoals vogels, rennend opstijgen. Door aan de voeten te hangen, de vleugels te spreiden en zich te laten vallen, krijgen ze wel genoeg lift om te vliegen. En op zijn kop aan het plafond hangend houden ze met zicht en hun echolocatie een goed beeld van wat er onder ze gebeurd.”
Overdag slapen vleermuizen hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden (roofvogels, uilen, katten, marters). Ze zitten op warme, droge, donkere plekken. Bijvoorbeeld in een spouwmuur, onder dakpan- nen van een modern gebouw of in een boomholte.
Het lichaam van een vleermuis is aangepast om ondersteboven te hangen. Wanneer ze met hun kop naar beneden hangen, dan trekt hun lichaamsgewicht aan een pees zodat hun pootjes dicht worden getrokken. Eigenlijk hebben ze geen spierkracht nodig om te blijven hangen. Ondersteboven hangen kost ze dan ook geen energie.
In de winter zijn er te weinig insecten om te eten daarom houden de vleermuizen een winterslaap. Een winterslaap van een vleermuis duurt ongeveer 4 maanden. Ze gaan vaak in de winterslaap als de buitentemperatuur vaak onder de 10 graden Celsius komt. Meestal slapen ze in een spleet tussen de muren.
Vleermuizen zijn niet blind, maar gebruiken om te 'zien' toch vaker hun oren dan hun ogen. Om zich te oriënteren zendt een vleermuis een signaal uit dat weerkaatst op voorwerpen in de omgeving.
Stinkende uitwerpselen van vleermuizen
De stank van de uitwerpselen van vleermuizen wordt vaak vergeleken met de geur van rottend knoflook. Maar in combinatie met de urine van ratten, zal de ammoniaklucht van de urine overheersen.
Wanneer het gaat over de verspreiding van levensbedreigende virusinfecties, wordt geregeld in de richting van de vleermuizen gekeken. Maar zolang mensen hen niet opeten of met blote handen aanraken, valt er niets te vrezen.
Vleermuizen vliegen in uw haren. Dit klopt niet, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Soms lijkt het alsof ze recht op u af vliegen, maar dit doen zij alleen om uw exacte locatie te vinden zodat ze juist niet tegen u aanvliegen. De dieren proberen juist aanvaringen met mensen te vermijden.
De meeste Nederlanders krijgen al de rillingen van het woord vleermuis. Laat staan dat dit dier in jouw woning voorkomt. Je verwacht mogelijk niet dat jou dit overkomt, maar dit is wel degelijk mogelijk. Indien er een vleermuis in huis zit, zorgt dit in veel gevallen voor overlast.
De vleermuis zal enkele rondjes door de ruimte cirkelen. Dat is zijn manier om met behulp van zijn echolocatie de omgeving te verkennen. Al snel zal hij het open raam ontdekken en hierdoor naar buiten vliegen.
Vleermuizen poepjes zijn gemakkelijk te herkennen. Ze hebben ongeveer het formaat van muizenkeutels. Omdat vleermuizen veelal onder een dakbeschot of andere hoge plek kruipen blijven de uitwerpselen op de muur geplakt. Ook kunt u op het dak keutels vinden.
“Ondersteboven hangen heeft een aantal voordelen voor vleermuizen”, legt zoogdierkenner en vleermuisexpert Jasja Dekker uit. “Zij kunnen niet, zoals vogels, rennend opstijgen. Door aan de voeten te hangen, de vleugels te spreiden en zich te laten vallen, krijgen ze wel genoeg lift om te vliegen.
Luiaard. Een luiaard is gebouwd om zijn hele leven ondersteboven aan een tak te bungelen. Hij heeft geen normale handen, maar een soort kromme haken die om de tak passen.
Waarom zijn vleermuizen zo'n nuttige beestjes? De vleermuis is een natuurlijke insectenbestrijder. Hij eet iedere nacht een kwart tot de helft van zijn lichaamsgewicht in muggen, motten, spinnen en andere insecten. Dit kan wel oplopen tot 3000 insecten in een nacht.
Overdag kom je zelden vleermuizen tegen, ze vliegen en jagen vooral 's nachts. Hun vermogen tot echolocatie en het bezit van vleugels biedt hun de mogelijkheid om 's nachts op insecten te jagen en een unieke ecologische niche te bezetten.
Echolocatie Vleermuizen gaan vaak in het donker op jacht, maar ze hebben niet zulke goede ogen. Om ervoor te zorgen dat ze tijdens het vliegen nergens tegenaan botsen, gebruiken ze echolocatie. Echolocatie betekent: vleermuizen maken een heel hoog geluid tijdens het vliegen.
Katten kunnen levende vleermuizen zelf vangen. Het hoeft niet zo te zijn dat het al een dood exemplaar was. Vaak vinden katten (dwerg)vleermuizen bij u in of nabij uw huis of bij een spouwmuur.
Vleermuizen gaan het liefst 's nachts op pad om eten te zoeken. Dan gaan ze vaak met een heleboel tegelijk hun schuilplaats uit. Ze zoeken naar muggen, nachtvlinders, torren en vliegen. Midden in de nacht jagen kan lastig zijn.
Vleermuizen zijn gevoelig voor lichtverstoring. Bij hun verblijfplaatsen, op vliegroutes en in hun jachtgebied. Vooral straatverlichting kan leiden tot pijnlijke verblinding bij deze beschermde nachtdieren.
Het kan gebeuren dat ze zo soms rakelings langs je heen scheren. Hun sonar heeft hen echter al lang laten weten dat jij geen smakelijk insect bent maar een groot, te mijden voorwerp. In je haren vliegen - en erin verstrikt raken - doen ze dus niet.
Roots ontrafelt regelmatig een broodjeaapverhaal. Deze keer: kan een vleermuis vast komen te zitten in je haar? Vleermuiskenner Jasja Dekker geeft antwoord. Jasja Dekker, dierecoloog en voorzitter van Batlife Europe, vertelt dat je niet bang voor hoeft te zijn dat je met dit nachtdier in je haar hoeft rond te lopen.
Via wondjes, maar ook via de slijmvliezen van de ogen of de mond, kan het virus het lichaam binnenkomen. Het virus kan vervolgens het zenuwstelsel binnendringen en via de zenuwbanen uiteindelijk in de hersenen komen. De ziekte is dan altijd dodelijk.
Zo'n beet doet allereerst pijn. De meeste vleermuizen hebben namelijk scherpe tanden. Bij de beet kun je echter ook besmet raken met het lyssavirus. Dit virus kan rabiës veroorzaken, ook wel hondsdolheid genoemd.
Probeer dat te voorkomen door vleermuizen met handschoenen te pakken als dat nodig is. Een jonge of gewonde vleermuis kun je voorzichtig in een doosje vegen, zodat je ze niet hoeft aan te raken. Moet je ze wel oppakken, trek dan geen vuurvaste lashandschoenen of ovenwanten aan, want dan voel je de vleermuis niet.
Guano wordt in zeer grote hoeveelheden aangetroffen op bepaalde eilanden in de Grote Oceaan en op plaatsen in Chili en Peru.