Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Remmen als je door een bocht rijdt
Al je om meer grip vraagt dan beschikbaar is, kunnen zeer gevaarlijke situaties ontstaan. Daarom is het erg van belang om vóór de bocht al je snelheid aan te passen. Daarna kun je met de achterrem in de bocht nog kleine snelheidscorrecties uitvoeren.
In de bocht: gasgeven
Wanneer de motor wordt aangedreven (dus wanneer je gasgeeft en je niet de koppeling hebt ingeknepen) is hij veel stabieler. Wanneer je de koppeling inknijpt valt de motor naar binnen. Gedurende het eerste stuk van de bocht, het stuk waarin je aan de buitenkant blijft, geef je dus rustig gas.
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Je kan van 4de naar 2de versnelling terugschakelen , als je eerst genoeg afgeremd bent.
Welke bocht kent de meeste risico's? Bocht naar rechts.
Een grotere bocht naar links op een kruispunt met verkeerslichten neem je vaak met een hogere snelheid. Daar ligt je snelheid dan rond de 30 kilometer per uur. Dat betekent dus dat je met de meeste auto's de kleine bochten in de tweede versnelling neemt, en de grotere bochten naar links kunnen in de derde.
Belangrijk bij het nemen van een 'normale' bocht is dat je goed kijkt. Je kijkt goed de bocht in en blijft kijken naar het punt waar je heen moet rijden. Voordat je de bocht ingaat, matig je alvast je snelheid. Dit doe je, omdat je in de bocht minder grip op de weg hebt.
Niet uit de bocht vliegen, doe je zo
En tot slot: kijken, kijken! Kijk goed de bocht in en hou je ogen gericht op het punt waar je naartoe wil rijden. Als je de bocht uitgaat en je wielen weer recht naar voren staan, kun je gas bijgeven.
Tegensturen betekent dat je tegen je linker handvat duwt als je naar links wilt en tegen je rechterhandvat als je naar rechts wilt. Want wat gebeurt er wanneer je dit doet? Wanneer je je linker handvat van je weg duwt, draait het voorwiel naar rechts. Je zou verwachten dat je dan naar rechts rijdt maar dat is niet zo.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Na het kiezen van de juiste versnelling eerst het koppelingspedaal laten opkomen tot het aangrijpingspunt (de auto gaat weer afremmen op de motor) en daarna het rempedaal los laten. Dit dient te gebeuren voordat je de bocht in rijdt.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
U nadert een scherpe bocht naar rechts. Geadviseerd wordt om hier niet sneller dan 70 km/h te rijden. Bij het verlaten van de snelheid is het verstandig snelheid te matigen. Doe dit pas op de uitvoegstrook.
Haarspeldbochten zijn zeer scherpe bochten van meer dan 90 graden, soms tot 180 graden. Ze komen veel voor in bergwegen, waar ze het verkeer langs steile hellingen leiden. Ook in krappe ruimtes kunnen ze nodig zijn, bijvoorbeeld in dichtbebouwde steden.
Positieve of negatieve verkanting
De buitenkant van de bocht ligt dan hoger dan de binnenkant. Op rotondes komt vaak een negatieve dwarshelling voor, doordat het midden van de rotonde hoger ligt dan de buitenkant. Negatieve verkanting kan worden toegepast in bochten met een grote boogstraal.
Een versnelling overslaan bij schakelen is geen probleem als je omhoog schakelt, al is het verstandig om dan wat rustiger te schakelen en de koppeling iets langer ingedrukt te houden, zodat het toerental van de motor iets kan zakken.
Aangezien de motor al bijna in de toerenbegrenzer zit voor het overschakelen, schiet het blok direct naar toerentallen die de motor niet zonder schade kan verwerken. Onder autoliefhebbers heet zo'n motorschade veroorzakende schakelfout een 'money shift'.
Inderdaad, als je terugschakelt door een versnelling over te slaan en het toerental loopt te hoog op, ligt het risico op de loer dat je motor kapotgaat. Het is daarom het verstandigst om altijd in de juiste volgorde te schakelen, soepel en zonder haast.
Remtechniek motor
Moet je remmen, dan is het belangrijk eerst de rem aan te leggen en pas wanneer je merkt dat het gewicht naar beneden wordt gedrukt goed door te knijpen. Op die manier bereik je de grootste remkracht. Bij langere motoren, choppers bijvoorbeeld, speelt de achterrem een grotere rol.
Remmen in de juiste versnelling
Laat het gaspedaal los, druk de rempedaal zachtjes in, ontkoppel en schakel terug naar een lagere versnelling: van vijfde naar vierde bij 80 km/u, van vierde naar derde bij 60 km/u, van 3de naar tweede bij 40 km/u en van twee naar eerste als je minder dan 20 km/u rijdt.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.