Gemeenten zijn verplicht om huurders van sociale (niet-geliberaliseerde) woningen te informeren over de WOZ-waarde van hun woning. Omdat gemeenten niet kunnen weten welke woningen geliberaliseerd verhuurd worden, krijgen álle huurders een WOZ-beschikking.
We zijn verplicht om de WOZ-waarde op uw aanslagbiljet te vermelden. De reden hiervoor is dat deze van invloed kan zijn op uw huurprijs. Dit geldt alleen bij een sociale huurwoning. Bij een huurwoning in de vrije sector heeft de WOZ-waarde geen invloed.
In verband met de invoering van het Woningwaarderingsstelsel kan de WOZ-waarde ook van belang zijn voor de huurders van woningen in de sociale (gereguleerde) huursector.
Degene die het pand op 1 januari van het jaar bezit of gebruikt, moet de belasting betalen. Een eigenaar die een pand bezit en gebruikt betaalt dus eigenarenbelasting en gebruikersbelasting. Een huurder van een bedrijfspand betaalt geen eigenarenbelasting, maar wel gebruikersbelasting.
Moet ik bij een huurwoning ook OZB betalen? In principe betaalt een huurder van een woning geen OZB, omdat de OZB in de vorm van eigenarenbelasting voor de rekening van de verhuurder is. Het kan echter zo zijn dat de verhuurder indirect de OZB doorberekent in de huurprijs.
Het is een belasting die iedereen die een eigen huis heeft aan de gemeente moet betalen. Ook als je het pand niet als woning gebruikt, moet je toch nog altijd de OZB betalen. Als huurder hoef je geen onroerende zaakbelasting te betalen, omdat je zelf geen eigenaar van de woning bent.
De WOZ-waarde wordt gebruikt bij het bepalen van de maximaal redelijke huurprijs voor sociale huurwoningen. Deze maximale huurprijs wordt berekend op basis van het aantal punten binnen het woningwaarderingsstelsel (WWS). Het woningwaarderingsstelsel (of WWS) wordt ook wel het puntensysteem genoemd.
Bent u huurder van een zelfstandige, sociale huurwoning?Dan kunt u bezwaar maken tegen de hoogte van de WOZ-waarde. U kunt op de website van de Rijksoverheid zien of u een zelfstandige huurwoning bewoont.
Uw verhuurder mag alleen verhuurkosten rekenen als de nieuwe huurder er iets concreets voor terug krijgt. Bijvoorbeeld een naamplaatje. Er moet dus sprake zijn van een tegenprestatie. Het opstellen van een huurcontract valt daar niet onder.
WOZ en de waterschapsbelastingen
Een (woning)eigenaar betaalt deze belasting. Dat geldt ook voor de eigenaar van andere gebouwde objecten.
Per 1 mei mag de WOZ-waarde voor maximaal 33% meetellen in de bepaling van de huurprijs. Met de WOZ-waarde stelt de gemeente vast hoeveel een woning waard is. In gebieden met een groot woningtekort geeft het gebruik van de WOZ-waarde in de huurprijs een onbedoeld effect.
Op de WOZ-beschikking van uw gemeente staat de WOZ-waarde van uw onroerende zaak (huis, garage of ander gebouw). Was u op 1 januari van een jaar eigenaar of huurder van een onroerende zaak?Dan ontvangt u een WOZ-beschikking. Gemeenten stellen de WOZ-waarde ieder jaar opnieuw vast.
Verhuurders in de vrije sector mogen als het aan het kabinet ligt vanaf 2024 niet meer vragen wat ze willen voor een woning. Daarnaast mogen de meeste huren straks niet meer stijgen dan de gemiddelde CAO-loonstijging plus 0,5 procent. Tot voor kort was de toegestane huurstijging gekoppeld aan de inflatie.
De WOZ-waarde is de door de gemeente getaxeerde waarde van uw woning. Deze waarde bepaalt voor huurders een deel van de maximale huurprijs. Voor eigenaren bepaalt de waarde de hoogte van de onroerend zaak belasting (OZB) en het huurwaardeforfait.
Groot onderhoud is voor rekening van de verhuurder. Voorbeelden zijn buitenschilderwerk en een nieuwe cv-ketel. Als huurder bent u verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud. Denk aan een nieuwe wc-bril of een leertje in de kraan.
Op dit moment mag de verhuurder jou nog steeds niet vragen naar je etnische oorsprong, nationaliteit, burgerlijke staat, of een uittreksel uit het strafregister. Wil hij toch meer weten over jouw gezondheidssituatie? Dat kan als jijzelf schriftelijk toestemming verleent, of wanneer die informatie echt ter zake doet.
De vaste lasten voor een huurhuis bestaan dus uit een aantal verschillende dingen. Bijvoorbeeld de kale huur en servicekosten, maar ook de energierekening en je telefoon, internet en televisie vallen onder de vaste lasten.
De gemeente betaalt de vergoedingen voor de WOZ en de Belastingdienst betaalt de vergoedingen voor de bpm. Voor bezwaarbureaus die burgers en bedrijven gratis helpen (no-cure-no-paybedrijven) zijn deze vergoedingen vaak de enige inkomsten.
Via het WOZ-waardeloket kunt u gratis de WOZ-waarde van uw woning opvragen. Ook kunt u bij uw gemeente een taxatieverslag opvragen van uw woning of bedrijfspand. Met de koopsominformatie van het Kadaster weet u of de WOZ-waarde ongeveer klopt.
Als een WOZ-waarde in het WOZ-waardeloket ontbreekt, kan dat 2 oorzaken hebben: Het pand dat u zoekt is geen woning. Alleen de WOZ-waardes van woningen zijn openbaar. De WOZ-waarde van de woning die u zoekt is nog niet door de gemeente vastgesteld.
Heb je een eigen woning, dan telt de Belastingdienst een percentage van de WOZ-waarde bij je inkomen op. Dit bedrag noem je het eigenwoningforfait. Geen aftrekpost maar een fiscale bijtelling dus.
De WOZ-waarde is de waarde van de woning die door de gemeente wordt bepaald. Ieder jaar wordt de WOZ-waarde herberekend. Volgens de Waarderingskamer stijgt de WOZ-waarde in 2023 met 17%. Dit percentage kan per gemeente verschillen.
Voordelen hoge WOZ-waarde
De WOZ-waarde is een schatting van de marktwaarde van jouw huis en potentiële kopers baseren vaak hun openingsbod deels op de WOZ-waarde. Ligt jouw WOZ-waarde hoger, dan ligt het openingsbod van kopers dus ook vaak hoger.
Gemiddelde huurprijs van 1.000 euro
De gemiddelde huurprijs die door particuliere verhuurders wordt gevraagd ligt net iets boven de 1.000 euro, volgens onderzoek van de Rabobank. Als de inkomenseis dan 3 of 4 keer de huurprijs is, betekent dat dat een starter een netto-inkomen van 3.000 of 4.000 euro nodig heeft.
Tot 1 juli 2024 mag uw verhuurder de (kale) huur met 3,1% verhogen. Vanaf 1 juli 2024 mag uw verhuurder de huur voor uw kamer, woonwagen of standplaats verhogen met maximaal 5,8%. De hoogte van uw inkomen is hier niet belangrijk.