Zo'n militaire colonne kan men volgens de Nederlandse verkeersregels als volgt omschrijven: Een aantal zich achter elkaar bevindende motorvoertuigen van een militaire organisatie of rampenbestrijdingsorganisatie, dat wettelijk vastgestelde herkenningstekens voert.
Voorrangsregels bij militaire colonne
Doorkruisen van een militaire colonne mag nooit, ook niet als je de militaire colonne op een voorrangsweg tegenkomt. Als deze de voorrangsweg aan het oversteken is, moet jij wachten, ondanks dat je volgens de normale verkeersregels voorrang hebt.
Een militaire colonne moet als zodanig herkenbaar zijn op de openbare weg, vandaar dat de volgende herkenningstekens aanwezig moeten zijn: Het eerste voertuig heeft zowel links als rechts een blauwe vlag op het voertuig en tevens aan de rechterzijde een blauwe kap voor de koplamp.
Een militaire colonne heeft geen bijzondere voorrangsrechten. Wel is het zo dat weggebruikers een militaire kolonie niet mogen doorsnijden, dit geldt alleen op gelijkwaardige kruispunten.
Voorrangsregels uitgelegd
Zo mag je als automobilist een militaire colonne niet doorkruisen. Ook als je bijvoorbeeld groen licht hebt, dan moet je de colonne legervoertuigen voor laten gaan. Daarbij mag je pas doorrijden op het moment dat het laatste voertuig gepasseerd is.
Bij gelijkwaardige kruispunten geldt dat u, als u van rechts komt, voorrang heeft op de colonne zolang het voorste voertuig nog niet is gepasseerd. Wanneer het voorste voertuig al is gepasseerd, heeft u geen voorrang en mag de colonne dus niet doorkruist worden.
Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Dat moet ook wanneer de rouwstoet van links komt of afslaat. Voor het eerste voertuig in de rouwstoet (doorgaans de rouwauto) gelden de normale voorrangsregels, deze mag dus niet zomaar voorrang nemen.
Een militaire colonne kun je herkennen aan de voertuigen die achter elkaar rijden. Het zijn namelijk oude leger of militaire voertuigen. Deze voertuigen hebben ook herkenningspunten. Het eerste voertuig heeft twee blauwe vlaggen links en rechts voorop.
In het Reglement verkeersregels en verkeerstekens is geregeld dat o.a. een uitvaartstoet niet doorsneden mag worden door overige weggebruikers. Door de regeling moeten weggebruikers op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet, ook als de rouwstoet van links komt of afslaat.
Als een politievoertuig zwaailichten en sirene gebruikt, is het een voorrangsvoertuig. Als weggebruiker dient u dan onder alle omstandigheden het politievoertuig vrije doorgang te verlenen. Bij het gebruik van zwaailicht en sirene is het politievoertuig over het algemeen onderweg naar een spoedgeval.
Bus en tram
Afspraken: Als de ambulance, de brandweer en de politie hun sirene en het blauwe zwaailicht aan hebben, moet je stoppen. Als een bus binnen de bebouwde kom weg wil rijden, heeft hij voorrang. De tram heeft altijd voorrang.
Voordat een motor op de openbare weg mag rijden, moet het voertuig voldoen aan technische eisen. Zo mag een motor niet langer zijn dan 4 meter en moet een motor goed werkende remmen hebben. De technische eisen voor de motor staan in de Regeling voertuigen.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
aan de kop van de colonne, aan de linker voorzijde een naar alle zijden, wit of geel licht uitstralende lantaarn; aan de staart van de colonne, aan de linkerzijde een naar alle zijden rood licht uitstralende lantaarn. De personen die deze lantaarns voeren, maken deel uit van de colonne.
Snelheid ligt lager
U zult zien dat de lijkwagen langzaam accelereert en beneden de maximumsnelheid blijft: Binnen de bebouwde kom, waar u normaal 50 km/h rijdt, rijdt u in een rouwstoet meestal rond de 40 km/h. Op provinciale wegen waar u normaal 80 km/h rijdt, rijdt u in een rouwstoet zo'n 60 – 70 km/h.
Het is een ceremonieel gebruik en moet worden gezien als een eerbetoon aan de overledene. Het voorlopen symboliseert de overgang van stilte naar beweging. Meestal loopt de uitvaartverzorger een meter of vijftig om dan vervolgens aan de kant de rouwauto te laten passeren.
De overledene wordt vervoerd door de uitvaartondernemer met een lijkwagen (rouwauto). Voordat u een auto gebruikt als rouwauto, moet u de auto eerst laten keuren door de RDW . De rouwauto moet onder meer een speciale uitrusting hebben.
De vijfde colonne is een term die gebruikt wordt voor bepaalde krachten die in een land of een andere eenheid voor de vijand actief zijn. De term suggereert een georganiseerde samenzwering, die op instigatie van de vijand van binnenuit de weerstand probeert uit te hollen.
Konvooi is een groep uit veiligheidsreden, samenreizende voertuigen of schepen. Het begrip komt in verschillende categorieën voor: In maritieme termen is een konvooi een grote groep (koopvaardij)schepen die (dicht)bij elkaar varen en worden beschermd door een of meer oorlogs- of marineschepen.
de colonne
(m./v.) Verbuigingen: colonnes (meerv.) rij van militairen of voertuigen in een groot aantal gelederen van kleine frontbreedte.
Zo'n militaire colonne kan men volgens de Nederlandse verkeersregels als volgt omschrijven: Een aantal zich achter elkaar bevindende motorvoertuigen van een militaire organisatie of rampenbestrijdingsorganisatie, dat wettelijk vastgestelde herkenningstekens voert.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram.
De hoofdregel, rechts heeft voorrang
Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Motorrijders zijn kwetsbaar in het verkeer. Het risico, per afgelegde kilometer, om bij een verkeersongeval te overlijden, is 25 maal zo groot voor motorrijders als voor inzittenden van personenauto's; het risico om in het ziekenhuis te belanden 20 maal.