Mussen lijken misschien de hele dag te zingen, maar ze pieken – net als andere zangvogels – vroeg in de ochtend. Dan zingen ze om een territorium te verdedigen of gewoon om te melden dat ze er zijn.
Als het mannetje besluit om verder te gaan vliegen, dan verzamelt hij iedereen door ze te roepen. Ook wanneer de groep ergens aan komt, controleert het mannetje of iedereen veilig aangekomen is door ze te roepen. Alle musjes antwoorden dan door terug te tjilpen.
Het gebruik van vogelpennen of draad tegen mussen: Wanneer mussen rusten op een vensterbank of dakgoot en daar wachten op voedselaanbod, dan is het aanbrengen van vogelpennen een adequate oplossing.
Avitex, ook wel duivennetten genoemd, hebben maaswijdte waar de huismus niet doorheen kan. Het is een effectieve manier van weren en Avitex kan op verschillende oppervlaktes worden aangebracht.
Nu blijkt hoe zwaar giftig NaCl is voor huismussen: Een hoeveelheid van slechts 5 korrels strooizout, bestaande uit NaCl, blijkt binnen 20 minuten al apathie te kunnen veroorzaken en binnen 2 uur al dodelijk te zijn voor huismussen.
Net als andere vogels heeft de huismus behoefte aan de 3 V's: voedsel, veiligheid en een plekje om zich voort te planten. Op alle drie deze vlakken liggen echter gevaren op de loer. Verdwijnen van nestplekken. Moderne, goed geïsoleerde huizen hebben geen gaatjes, kieren, nisjes en holtes.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
De oorzaak: in een modern geïsoleerd huis is geen broedgelegenheid voor de mussen. Op het platteland zul je ze ook niet vaak zien en mussen houden ook niet van bosrijke omgeving. Dus vooral in dorpen en steden met veel groen en rommelhoekjes vind je ze. Daar houden mussen van.
Huismussen broeden in een los kolonieverband. Het nest wordt vooral gemaakt onder dakpannen, in gaten en kieren van gebouwen en in mussenkasten. Het slordige nest bestaat uit takjes, stro, veertjes en hondenharen.
Uilen zijn roofvogels waar mussen bang voor zijn. Door middel van een nep uil neer te zetten in uw tuin verjaagd u de mussen. Dit schrikt de mussen af en zullen niet meer in de buurt komen. Verplaats de uil af en toe zodat de vogels niet zien dat het een nep uil is.
Roofvogels zoals de sperwer, ransuil en kerkuil, kraaiachtigen zoals de ekster, kauw en gaai, spechten en zoogdieren zoals de kat zijn (min of meer) natuurlijke vijanden van de huismus. Ook meeuwen, reigers en soms zelfs kippen laten de kans een jonge mus te eten niet makkelijk voorbijgaan.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Omdat de mussen het fijn vinden om samen te nesten, is het raadzaam om een aantal nestkasten bij elkaar te hangen. Struiken waar de mussen dol op zijn; meidoorn, berberis, hulst, vuurdoorn,vlierbes, lijsterbes. Alle prik- of bessenstruiken worden zeer gewaardeerd.
Meestal groenblijvende struiken en klimplanten ( Taxus, Liguster, Laurier, Vuurdoorn, Klimop, diverse coniferen, bamboe, Hulst e.d. ). De jongen vliegen daar naartoe wanneer ze voor het eerst het nest verlaten, en de ouders gebruiken het als uitkijk alvorens met voedsel het nest in te gaan.
Ze moeten vooral uitkijken voor andere vogels zoals uilen en kraaiachtigen. Maar ook meeuwen en reigers lusten wel een kleine mus. Zelfs kippen eten zo nu en doen een jonge mus. Daarnaast is natuurlijk ook de kat een groot gevaar.
Mussen, vink en groenling
Voedsel: onkruid-zaden, zonnepitten, Premium voedertafelmix, pindablokken, wat bruin broodkruimels en Premium pinda's. Voerplaats: op de grond, eventueel voedertafel.
Wat eet de huismus? De huismus eet vooral zaden en is gespecialiseerd in de zaden van cultuurgewassen: tarwe, gerst, haver, gierst en maïs. Ook zaden van grassen, russen, ganzenvoet en muur staan op zijn menu, aangevuld met een ruim aanbod aan tafelrestjes. De mus eet vooral op de grond.
Mussen en vinken eten graag zaden, merels houden van rozijnen en pimpelmeesjes hangen graag aan een vetbol. Strooivoer: dit voer bevat stukjes mais, kleine zaden, zonnebloempitten en stukjes pinda. Vetbollen: vetbollen zijn vooral geschikt voor de winterperiode.
Ook mussen kunnen zwemmen en ze baden sowieso graag, net zoals duiven trouwens (al is het bij deze laatsten niet duidelijk of ze ook echt kunnen zwemmen).
Dat brood geven we tenslotte vertederd aan de mussen. Mussen eten per dag een derde van hun gewicht aan brood. Van één boterham leven ze derhalve een hele week, hippen, trippen, vliegen en fluiten inbegrepen. Dure vogels zijn het niet.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Huismussen zijn honkvast: wanneer ze een goede plek vinden om te leven, kan de kolonie hier generaties na elkaar wonen. Als hun gebied te veel verslechtert of te snel wijzigt, zal de kolonie het moeilijk krijgen en zijn ze gedwongen om te verhuizen, iets wat ze absoluut niet graag doen.
Er zijn een aantal manieren waarop je vogels kunt weren of wegjagen uit je tuin. Zo kan je een groot net spannen waar ze altijd zitten of vogelpinnen plaatsen waar ze altijd landen. Ook hebben vogels een hekel aan sterke geuren van kruiden zoals peper bijvoorbeeld.
Oudere gebouwen hebben vaak nog daken met kierende dakpannen, schoorstenen en vele hoekjes en gaten. Hier komen veel gierzwaluwen, spreeuwen, huismussen en zwarte roodstaarten op af. Zij maken graag hun nest in de holtes onder je dak.