Normaal moet alle mais binnen zijn voor 1 oktober, zodat andere gewassen als gras of bladkool de tijd hebben om overtollig stikstof uit de bodem te halen, wat goed is voor het milieu.
Boeren kunnen door de regen en de kou van de afgelopen tijd hun gewassen niet poten of zaaien.Door de natte grond is het land onbegaanbaar. Dat leidt bij hen tot zorgen, omdat door nieuwe regelgeving van de overheid de meeste gewassen vóór 1 oktober geoogst moeten zijn.
De regel om voor 1 oktober te oogsten, is onderdeel van het mestbeleid. Boeren die zich niet aan de kalender houden, mogen in het volgende jaar minder mest gebruiken. Door het natte en koude voorjaar werden de aardappelen pas laat in de grond gepoot, waardoor ze niet genoeg de tijd hadden om te volgroeien.
Ondanks de late zaai komt de maïsoogst toch begin oktober op gang. De droge warme weken in september hebben ervoor gezorgd dat de afrijping zeer vlot is gegaan. De komende week zal de eerste maïs worden geoogst.
Om ervoor te zorgen dat alles voor 1 oktober wordt geoogst en er ook nog een vanggewas wordt gezaaid, is het noodzakelijk om al vroeg in september te beginnen met hakselen. Het hakselen kan alleen plaatsvinden wanneer het droge stofgehalte van de maïs optimaal is.
Aardappelen op zand- en lössgrond moeten voor 1 oktober geoogst worden en vervangen door een zogeheten vang-gewas dat veel stikstof opneemt. Laten boeren de aardappelen langer in de grond, dan mogen ze het jaar erna minder stikstof gebruiken.
Oogsten in oktober
Denk bijvoorbeeld aan andijvie, bieten, verschillende kolen, courgetten, spinazie en wortelen. Verder doe je er goed aan om vorstgevoelige kruiden, zoals bieslook en peterselie, uit te graven en binnen in een pot te bewaren. Wat je ook naar binnen kunt halen, maar dan voor de sier, zijn pompoenen.
Bij het zaaien van maïs, is het motto: "Zo snel mogelijk, zo laat als nodig." Als de grond warm, goed droog en bestand tegen belasting en de bodemtemperatuur ongeveer 8-10°C heeft bereikt, vindt het zaaien onder normale omstandigheden plaats van half april tot half mei.
Maïs heeft 60 tot 100 dagen nodig om te oogsten, afhankelijk van het ras en het warme weer.
Om het verlies tot een minimum te beperken vond de oogst zo mogelijk 's nachts plaats, wanneer de op de planten liggende dauw ervoor zorgde dat het zaad niet uitvalt. Om het oogstwerk goed te kunnen doen hadden de boeren het licht van de maan nodig.
Vanaf 2023 mogen boeren in Nederland minder mest uitrijden dan zij nu doen. Boeren in Nederland hebben nog een uitzonderingspositie, waardoor ze meer mest mogen uitrijden dan boeren in andere landen. In 2026 moet die uitzondering voltooid verleden tijd zijn, vinden ze in Brussel.
Het voor 1 oktober moeten oogsten van alle bieten, aardappelen en cichorei gaat ten koste van de opbrengst en kwaliteit van deze gewassen. Bovendien binden deze gewassen juist na deze datum nog veel stikstof.
Zaaien en planten in oktober
Hierdoor kun je in oktober ook nog van alles zaaien en planten in je moestuin. Witte kool, savooie kool en kropsla bijvoorbeeld. En je kunt in oktober knoflook in de grond poten. Daarnaast is oktober het uitgelezen moment om fruitbomen te planten.
Voor het inzaaien van een vanggewas na de mais kunt u voor de beste slagingskans kiezen voor een Japanse haver of grasmengsel. Deze soorten kunnen zich nog goed ontwikkelen later in het najaar en gaan uitspoeling het beste tegen.
Op zand- en lössgrond zijn alle bedrijven verplicht om een vanggewas na mais te telen. Deze verplichting geldt vanaf dit jaar ook op derogatiebedrijven met maispercelen op klei- en/of veengrond in de hierboven genoemde waterschapsgebieden (NV-gebieden).
Het blijkt dat een vang of nagewas niet als een nieuwe teelt geldt en dat dus de mogelijkheid om 2 jaar achter elkaar mais te telen per 2023 vervalt. Dit gaat voor akkerbouwers en loonwerkers maar ook voor melkveehouders die mais telen op percelen die op afstand liggen behoorlijke consequenties hebben.
Volgende groenten kan je kweken tijdens de herfst en de winter: Broccoli, spruiten, wortels, koolraap, selder, erwten, rabarber, bloemkool en spinazie. Let wel op. Deze plantjes houden niet van hitte of te veel warmte, plant ze dus best in het najaar als het kouder is.
In de winter kan je bijvoorbeeld boerenkool, spruitjes, schorseneren en raap oogsten. Dit soort groenten moet echter ook eerder in het jaar worden gezaaid om de oogst in het koude seizoen veilig te stellen. Heb je niet tijdig gezaaid om in de herfst of de winter te kunnen oogsten?
Laat in de herfst is er nog wel iets te oogsten uit de moestuin. Prei, snijbiet, kolen, winterwortelen en knolselderij zijn groenten die goed tegen kou kunnen.
Tarwe en gerst zijn van oudsher de rustgewassen in het bouwplan. Dankzij de relatief vroege oogst bieden ze ruimte voor een groenbemester en het stro is gunstig voor de bodemkwaliteit. Ook de teelt van graszaad geeft rust in het bouwplan.
Vanaf 2006 is het verplicht om op zand- en zijn dat na een hoofdgewas geteeld wordt met de bedoeling uitspoeling van meststoffen, vooral stikstof, tegen te gaan. Vanaf 2006 is het verplicht om op zand- en lössgrond direct na de oogst van snijmaïs een vanggewas in te zaaien.
De hoeveelheid N die een gewas opneemt, verschilt sterk tussen gewassen en rassen. De N-opname kan variëren van 50 kg per ha voor erwten tot meer dan 300 kg per ha voor gewassen zoals witte kool. Voor intensief gebruikt grasland geldt dat het gewas meer dan 450 kg N per ha kan opnemen in de bovengrondse delen.