Adviezen bij gebruik van anti-epileptica
Uw medicatie neemt u altijd in, ook als u een andere ziekte heeft. Als u door een arts andere medicijnen krijgt voorgeschreven, geef dan altijd aan dat u anti-epileptica gebruikt. Als u medicatie heeft uitgebraakt, neem de dosis dan nogmaals in. Neem uw medicijnen regelmatig in.
Toediening. Altijd innemen samen met voedsel omdat de stof in een zure omgeving (bv. bij blootstelling aan maagzuur in een lege maag) wordt afgebroken. Niet innemen met melk of zuivelproducten (yoghurt, kwark), vruchtensap of dranken met koolzuur, coffeïne, of theofylline.
De meest voorkomende bijwerkingen van Keppra (waargenomen bij meer dan 1 op de 10 patiënten) zijn nasofaryngitis (keel- en neusontsteking), slaperigheid en hoofdpijn. Zie de bijsluiter voor het volledige overzicht van alle gerapporteerde bijwerkingen van Keppra.
U kunt niet zomaar stoppen. Overleg altijd met uw arts als u wilt stoppen. De dosering moet namelijk langzaam worden afgebouwd, omdat anders ernstige epileptische aanvallen kunnen ontstaan. Dit afbouwen duurt meestal 2 tot 3 maanden.
Levetiracetam is sinds 2000 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar onder de merknamen Keppra, Kevesy en Matever en als het merkloze Levetiracetam. Het is te verkrijgen in tabletten, drank en infuus.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
Behandeling met medicijnen is meestal langdurig: meerdere jaren tot soms een leven lang. De medicijnen onderdrukken de aanvallen, ze genezen de epilepsie niet. Op grond van het soort aanvallen en de vorm van epilepsie kiest de neuroloog een medicijn. In principe is dat het middel met de minste bijwerkingen.
De neuroloog begint de behandeling meestal met medicijnen tegen epileptische aanvallen (anti-epileptica). 70% van de mensen heeft geen epileptische aanvallen meer door deze medicijnen. Soms duurt de behandeling een paar jaar, soms een heel leven.
De aanval kan erger worden, waarbij het kind niet reageert of zelfs een grote aanval krijgt. Rolandische epilepsie komt vooral voor bij kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Veel alcohol drinken wordt sterk afgeraden. De combinatie van alcohol en bijvoorbeeld weinig slaap en onregelmatiger leven, kan bij sommige mensen met epilepsie aanvallen veroorzaken. Plotseling stoppen met alcohol bij mensen die altijd veel alcohol drinken, kan er sneller een epleptiche aanval ontstaan.
Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
Hoe kun je het herkennen? De precieze symptomen zijn afhankelijk van de plaats waar de epileptische overprikkeling van de hersenen zich bevindt. Vaak zal de persoon zich niets herinneren van de epileptische aanval, maar kunnen omstaanders de aanval goed omschrijven.
Patiënten kunnen aanvallen hebben die sterk op epileptische aanvallen lijken, maar dat niet zijn. Zulke aanvallen laten dan geen elektrische ontladingen in de hersenen zien.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Na een epileptische aanval kan de betrokkene kortdurend verward zijn of klachten hebben van vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn of een tijdelijk verminderde functie van een arm en/of been.
De meeste epileptische aanvallen komen spontaan op. Sommige mensen voelen ze echter wel aankomen. Iemand krijgt dan een paar minuten van tevoren een kleine focale aanval, ook wel aura genoemd.
(1) Op de eerste dag van een behandeling met levetiracetam wordt een oplaaddosis van 15 mg/kg aanbevolen. (2) Aansluitend op de dialyse wordt een aanvullende dosis van 5 tot 10 mg/kg aanbevolen.
Keppra moet twee keer per dag worden ingenomen, één keer 's ochtends en één keer 's avonds, iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip. Dosis bij volwassenen en jongeren (van 16 jaar en ouder): Gebruikelijke dosis: iedere dag tussen de 1000 mg en 3000 mg.