“Zo zijn er heel veel woorden waarvan je denkt dat het synoniemen zijn, maar eigenlijk hebben die een net iets andere gebruiks –of gevoelswaarde. Daardoor kan je ze niet zomaar in om het even welke situatie door elkaar vervangen.”
Wat zijn synoniemen? Woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen. Een synoniem noemen we ook wel evenwoord. Evenwoord is dus een synoniem van het woord synoniem!
Een synoniem is een ander woord voor 'een ander woord voor': woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: onecht (bn) : gekunsteld, gemaakt, geveinsd, kunstmatig, ongemeend, onnatuurlijk, onwaarachtig, overdreven, voorgewend.
reden (zn) : aanleiding, argument, beweeggrond, beweegreden, drijfveer, grond, motief, motivatie, motivering, oorzaak, verklaring. reden (zn) : bewijsgrond, bewijsvoering, bestaansrecht, waarom.
behouden, bergen, bevrijden, in veiligheid brengen, sauveren, verlossen, vrijwaren. redden (ww) : halen, lukken, slagen.
Voorbeeld: `'Mooi' is een antoniem van 'lelijk', en 'lelijk' een antoniem van 'mooi'.
oprecht (bn) : eerlijk, eerzaam, gemeend, hartelijk, hartgrondig, innig, loyaal, ongeveinsd, open, openhartig, rechtschapen, rechtuit, rondborstig, ronduit, ruiterlijk, serieus, vierkant, waarheidlievend, welgemeend.
akelig, boosaardig, doortrapt, fielterig, geniepig, honds, krenkend, kwetsend, laag, laag-bij-de-gronds, laaghartig, min, onedel, oneerlijk, ploerterig, ploertig, schofterig, schurkachtig, slecht, smerig, snood, trouweloos, vals, verachtelijk, verraderlijk, vilein, vinnig, vuig, vuil, wreed.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: nep (zn) : bedrog, fake, façade, imitatie, misleiding, namaak, namaaksel, schijn, show, vals, vervalsing, wassen neus.
Waarom je synoniemen moet gebruiken (en andere gerelateerde woorden) Goede tekstschrijvers maken gebruik van synoniemen. Want synoniemen zorgen voor variatie in je tekst, waardoor deze minder stijf en saai oogt. Prettig voor de lezer, maar niet alleen voor hem.
goed (bn) : betrouwbaar, bevredigend, bruikbaar, degelijk, deugdelijk, geldig, gepast, geschikt, handig, passend, proper, solide. goed (bn) : behoorlijk, tevredenstellend, voldoening gevend.
leuk (bn) : amusant, dolletjes, enig, geinig, grappig, lollig, mieters, moppig, olijk, vrolijk, prettig, tof, vermakelijk. leuk (bn) : aangenaam, fijn, gezellig, plezierig, prettig.
Denk aan fiets, velo en rijwiel, waarvan het eerste in algemeen gebruik is, het tweede een regionale variant uit België en het derde een verouderde term uit het ambtelijk taalgebruik in Nederland.
Twee woorden zijn homoniem als ze een gelijke uitspraak en spelling hebben, maar een duidelijk verschillende betekenis. Homonymie komt ook voor bij woorden die tot verschillende woordsoorten behoren. Ook zinnen kunnen homoniem zijn.
Achterbaks is niet open maar stiekem, achter de ellebogen, geniepig of slinks. Een tweede kenmerk: het is niet eerlijk. Men heeft bijbedoelingen of men speelt onder één hoedje. Kortom: je kunt er niet op aan, het is gemeen, gluiperig, gehaaid, slinks, sluw, doortrapt en vals.
Tips voor de partner die liefde aan de ander ontzegt
Geef aan hoe jij je voelt en koppel daar vervolgens een behoefte aan. Maak duidelijk hoe je partner deze behoefte bij jou kan vervullen. Als je alles hebt gedaan maar nog niets hebt bereikt, vraag je dan serieus af of je partner jou wel kan geven wat je nodig hebt.
Iemand die oprecht is, heeft geen bijbedoelingen, geen verkeerde bedoelingen. Kortom: het is duidelijk en transparant wat de bedoeling is. Ik duid het met een hele bekende uitspraak: 'wees oprecht als een duif'. Het is een Bijbelse uitspraak maar dat geeft precies weer waar het om gaat.
eerlijk = wie de waarheid spreekt en niet bedriegt vb: je moet eerlijk tegen me zijneerlijk duurt het langst [als je liegt of bedriegt kom je niet ver]eerlijk gezegd heb ik geen zin [ik zeg eerlijk dat ik geen zin heb]ik heb hard gewer...
Eerlijke mensen proberen nooit iedereen te behagen.
Deze mensen zijn trouw en kordaat in hun overtuigingen. Bovendien weten ze precies hoe ze sterke en betekenisvolle banden kunnen scheppen met mensen die volgens hen hun vriendschap waard zijn.
knap, magnifiek, mooi, riant, schoon, sierlijk, smaakvol, stijlvol, welgevormd. knap (bn) : aantrekkelijk, bevallig, fraai, mooi, schitterend, sprankelend, welgevormd.
knap (bn) : aantrekkelijk, bevallig, fraai, mooi, schitterend, sprankelend, welgevormd. knap (bn) : bedreven, bekwaam, capabel, handig, kundig, kunstig, welgemaakt.
koppig (bn) : bokkig, dwars, eigenwijs, eigenzinnig, halsstarrig, hardhoofdig, hardleers, hardnekkig, obstinaat, onbuigzaam, onredelijk, onverzettelijk, steilorig, stijfhoofdig, stijfkoppig, stug, weerbarstig, weerspannig.