Er zijn diverse oorzaken voor kinderarbeid, zoals armoede, gebrek aan kennis, het ontbreken van goed onderwijs en een slechte naleving van wetten die kinderen beschermen. Ook kinderhandel is een groot probleem. Meestal werken kinderen omdat hun ouders niet genoeg verdienen. Zonder hun loon is er geen geld voor eten.
Oorzaken van kinderarbeid
Ervaring leert dat vastgeroeste opvattingen, sociale onrechtvaardigheid en politieke onwil de belangrijkste redenen zijn dat kinderen werken en niet naar school gaan. In sommige gebieden wordt het nog steeds normaal gevonden dat kinderen werken in plaats van naar school gaan.
In Azië, en met name India, komt kinderarbeid het meeste voor. In veel landen in Afrika werkt bijna een derde van de kinderen (Unicef, 2019). De meeste kindarbeiders, 112 miljoen, werken in de landbouw. Bijna 48 miljoen kinderen werken in de dienstverlening of industrie.
Kinderarbeid komt voornamelijk voor in de landbouw (Afrika en Zuid-Amerika) en in de industrie (Azië). Met name in India, Bangladesh en Pakistan werken veel kinderen in de tapijtindustrie. Kinderen werken ook in de mijnbouw. Zo is in Peru 20 procent van de arbeiders in de goudmijnen tussen de 11 en 18 jaar.
Niet al het werk dat kinderen doen is kinderarbeid. Bij kinderarbeid gaat het om werk dat kinderen beroofd van hun kindertijd en hun recht op scholing. Deze vorm van uitbuiting van kinderen is schadelijk voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van kinderen.
Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten en daarom willen fabriekseigenaren hen graag als personeel. Naarmate het aantal fabrieken toeneemt, groeit ook het verzet tegen kinderarbeid. In 1874 verbiedt het Kinderwetje van Van Houten arbeid van kinderen tot twaalf jaar.
Om kinderarbeid helemaal te stoppen zouden overheden, lokale gemeenschappen, organisaties en werkgevers moeten samenwerken en wetten moeten aangepast worden. De kinderen moeten uit de fabrieken worden gehaald en naar school gestuurd worden. Ook hun ouders moeten geholpen worden.
Er zijn diverse oorzaken voor kinderarbeid, zoals armoede, gebrek aan kennis, het ontbreken van goed onderwijs en een slechte naleving van wetten die kinderen beschermen. Ook kinderhandel is een groot probleem. Meestal werken kinderen omdat hun ouders niet genoeg verdienen. Zonder hun loon is er geen geld voor eten.
Al in 1874 zorgde het Kinderwetje van van Houten ervoor dat kinderarbeid onder de 12 jaar in Nederland afgeschaft werd. Met al deze wet- en regelgevingen in Nederland tegen kinderarbeid kunnen we wel stellen dat kinderarbeid ver van ons af staat.
Met 10 tot 12 uur werken met dag verdient een gezin van vier personen ongeveer 15 € per week. Te weinig om van te leven, te veel om van te sterven, zoals het gezegde luidt.
Wereldwijd werken er 168 miljoen kinderen als kindarbeider. Hieronder enkele voorbeelden van landen waar kinderarbeid nog voor komt: • India: India is het land met de meeste kindarbeiders.
Het werk dat de kinderen moesten verrichtten was eentonig, zwaar, gevaarlijk en de werktijden waren onvoorstelbaar lang. Twaalf of vijftien uur per dag werken was heel gewoon, en vrije dagen bestonden nauwelijks.
Het verbod van kinderarbeid
De Arbeidstijdenwet bepaalt dat kinderen in principe niet morgen werken. Hierop zijn een aantal uitzonderingen. Indien blijkt dat het verbod van kinderarbeid is overtreden riskeert de werkgever en de ouder/voogd een boete.
Kinderarbeid nam toe
"Als je kijkt naar de laatste cijfers van de ILO, de International Labour Organisation, kom je op 3,6 miljoen kinderen in Europa." Die werken, vertelt ze, in de agrarische sector, bouw of de industrie. Of ze bedelen.
Van de moeders met een jongste kind onder de vier jaar werkt gemiddeld 68% in de periode 2006-2016. En zij die werken, werken gemiddeld 23 uur per week. Voor vaders geldt dat 91% werkt, en gemiddeld bijna 38 uur per week. De gemiddelde moeder gaat ongeveer slechts 3% meer werken als haar jongste kind naar school gaat.
'Veel producten die we dagelijks consu- meren, zoals koffie, chocolade, noten, specerijen, suiker, palmolie en rijst, komen uit landen waar de risico's groter zijn dat ze geproduceerd zijn met kinderarbeid, of waar zaken als veiligheid, minimumloon, arbeidstijden en het recht van vereniging niet geregeld zijn of slecht ...
Het begin van kinderarbeid situeert zich in de achttiende eeuw in Engeland en in de negentiende eeuw in België en andere Europese landen. Het was de overgangsperiode van het feodalisme naar het kapitalisme.
Ook in de gigantische textielfabrieken werkten kinderen vanaf zes jaar veertien uur per dag, zes dagen in de week, tussen levensgevaarlijke machines. Van kinderarbeid is lange tijd vooral sprake in de landbouw en de nijverheid. Na de Industriële Revolutie gaan kinderen in fabrieken aan de slag.
Fabrieksdirecteuren maakten graag gebruik van kinderen, die hoefden ze veel minder te betalen dan volwassenen. Zonder kinderen zou hun bedrijf niet kunnen draaien. Na 1850 vonden steeds meer mensen dat er wetten gemaakt moesten worden, die kinderarbeid verbood.
Veel internationale kledingmerken, waaronder H&M, C&A, Esprit, Marks & Spencer, GAP, VF Corporation en Kmart Australia, dragen bij aan deze situatie. Dit zijn belangrijke bevindingen van het rapport Branded Childhood dat vandaag wordt gepubliceerd door de Stop Kinderarbeid coalitie en SOMO.
Meer dan 25 kinderen
Spermadonoren mogen in Nederland maximaal 25 kinderen verwekken bij 12 gezinnen. Zo moeten incest en inteelt worden voorkomen.