In een te natte en te koude grond komen bonen gewoonweg niet op. Ook de kiemplantjes zijn nog heel gevoelig voor kou en vocht. Doordat volgroeide bonen een oppervlakkig wortelstelsel hebben, kan de plant na enkele dagen wateroverlast al afsterven.
U hebt bonen of snijbonen gezaaid en lang niet alle bonen komen op. Oorzaak: bonen zijn verrot of bonen kiemen niet door te droog weer. Benodigdheden: • Plastic bakken ca 6 cm diep (b.v. Hertog ijsbak). Stukjes ijzerdraad of satéprikkers • Keukenpapier.
bonen: 8 -18 dagen. paprika : 8 tot 20 dagen. prei: 15 – 20 dagen. wortelen: 2 tot 3 weken.
Als een bonenzaadje te snel (of te veel) water opneemt dan wordt het bruin. Het zaadje gaat dan niet kiemen. Vaak gaat er schimmel op het zaadje groeien. Te snel water opnemen kan gebeuren als de bonenzaden te vochtig zijn geworden, bijvoorbeeld hierdoor: E)# Bonenzaad kiemen in een laagje water.
Boontjes houden niet van natte grond want dan kunnen de zaden rotten, het zand zorgt voor een betere afwatering. Houd de zaden vochtig maar geef ze zeker niet te veel water. Bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen 1 tot 2 weken.
Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig. Compost van plantaardig materiaal is ideaal. Ook om bonenvliegen tegen te gaan, die afkomen op stalmest.
Tijdens hun groei zijn bonen op het gebied van verzorging weinig veeleisend. Ze hebben niet veel water nodig, met uitzondering van het moment van zaaien, de eerste week na het uitplanten en bij erg droog weer, maar hebben wel een hekel aan onkruid aangezien deze de voeding uit de bodem haalt.
Boontjes en erwtjes kunnen ook zeker groeien op een plek waar minder zon schijnt, maar 5 uur zon zorgt ervoor dat je meer oogst hebt.
Dat valt reuze mee. Maar bonen houden van lekker mooi weer en niet van natte voeten. Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op.
Groenten die een normale dosis kalk nodig hebben (1 kg/10 m²): Vruchtgewassen, zoals: tomaten,komkommer, courgettes, pompoenen, meloenen … Peulgroenten, zoals: bonen, erwten … Kleinfruit, zoals: aarbeien, frambozen, rode bessen, witte bessen, kruisbessen ...
Bodem en bemesting
Aan de bodem stellen de sperziebonenplanten verder niet heel veel eisen, zolang deze maar niet te zuur is. Een zure bodem kun je meer basisch maken door wat kalk toe te voegen. Verder houden sperziebonen van een vochtige grond. Pas wel op dat de bodem nooit te nat is, hierdoor ontstaat snel rotting.
Zaai boontjes 2 tot 4 cm diep. In zandgrond kun je iets dieper planten, in kleigrond iets minder diep. Zaai of Plant struikbonen 8 cm uit elkaar en de rijen 40 cm tussen de rijen. Voor stokbonen zet je om de 50 cm een stok die je diagonaal plaatst recht tegenover een andere stok.
Bonen leggen
Bonen plant of zaai je vanaf half mei, na de ijsheiligen, tot eind juli. Eigenlijk noem je het zaaien van bonen niet zaaien, maar leggen. Je legt immers letterlijk een boontje in de grond.
In maart kun je de volgende gewassen al in de moestuin zaaien: spruitjes, raapstelen, radijs, rapen, snijbiet, spinazie, tuinkers, herfst- en winteruien, wortelen, kapucijners, doperwten, peultjes, postelein en prei. Tip: Sommige planten kun je beter wel, of juist beter niet naast elkaar zetten.
bonenstaken zetten
Zet (bamboe)stokken of wilgentakken stevig in de grond en maak op de kruispunten bovenaan een horizontale stok vast. Rondom elke staak plant je 7 bonen die je later uitdunt op 5. Bonen zijn linkswindend en als ze loswaaien moet je ze dus linksom vastzetten.
Doe de bonen in een kom of beker en vul deze met water. Laat de bonen vervolgens een nacht op kamertemperatuur weken in het water. Hierdoor wordt de buitenste schil van de bonen zachter en zal het gemakkelijker zijn voor de planten om te ontkiemen.
Twintig juli wordt algemeen gezien als de uiterste zaaidatum. Tenzij vroege nachtvorst roet in het eten gooit kan je dan nog oogsten tot na half oktober. Kies eventueel voor een ras dat minder weelderig groeit zoals Chinese boontjes, want die gaan sneller bloeien.
Wanneer de watjes droog beginnen te worden moet er weer wat water bij. Bij warm weer kan het zijn dat er iedere twee dagen water nodig is. Als je de bruine bonen in de grond plant is het nodig om ze hierna even goed water te geven. Daarna is een keer per week voldoende.
Allereerst is het belangrijk te weten dat een zaadje geen licht nodig heeft om te ontkiemen, alleen maar een vochtige omgeving. Licht is voor het zaadje pas van belang als er blaadjes aan komen, die nemen namelijk het licht op. Tot die tijd maakt het niet uit of het licht op donker is.
Stambonen en stokbonen:
De opbrengst van stambonen bedraagt gemiddeld 12 kilo per 10 vierkante meter. Het grootste voordeel van stambonen is het snelle groeien en dus ook snelle oogsten (sneller dan stokbonen die eerst veel stengels en blad moeten maken om te klimmen).
Snelgroeiende groenten zoals sla, tuinkers, raapstelen, spinazie, andijvie, rucola, radijs en snijbiet liggen al na enkele weken op het bord. Zaaien in maart of april verlengt de teeltperiode omdat zaden warmte nodig hebben om te ontkiemen. In deze maanden is de temperatuur vaak nog laag.
Bonen groeien het best op een vrij droge en goed doorlaatbare grond. Boontjes kan je ter plekke zaaien vanaf de tweede helft van mei omdat boontjes vorstgevoelig zijn. Bij koud en slecht weer is het aan te bevelen de grond af te dekken met een vliesdoek tot de boontjes uitkomen.
De opbrengst is bij bonen dikwijls een meevaller en schommelt tussen de 12 kg (stam) en 20 kg (stok) per 10 m2. Afhankelijk van de varieteit zijn een, twee of meerdere plukbeurten nodig. Wacht niet te lang met oogsten, de kwaliteit gaat snel achteruit.
Regelmatig doorplukken (2 x per week) en te dikke bonen verwijderen om de groei er in te houden. Zaaitijd half mei tot begin juli, 4-5 bonen per stok, afstand 75 x 75 cm. 75 gram is genoeg voor ongeveer 30 stokken. De oogst bij stokbonen begint wat later dan bij stambonen.