De taal van de oude Romeinen is Latijn. Latijns is het bijvoeglijk naamwoord bij Latijn.Het is niet correct om Latijns te gebruiken als naam van de taal.
Het Latijnse alfabet is via het Etruskische en Griekse alfabet afgeleid van het Fenicische alfabet en het telde in de tijd van Cicero 21 letters. Het ontstond omstreeks 600 v. Chr.
Eigenlijk zijn ze allebei niet uitgestorven, alleen veranderd. Dat is normaal, want talen veranderen in de loop van de eeuwen altijd. In dat veranderingsproces heeft het Latijn nieuwe namen gekregen, maar het Grieks niet. Het Nieuwgrieks lijkt ook nog wel op het klassieke Grieks, maar de verschillen zijn groot.
De Latijnen waren een volk dat vanaf het eerste millennium voor Christus in de streek Latium (het huidige Lazio, Italië) woonde. De naam van de taal is afgeleid van deze streeknaam.
Latijn leren is leren over de geschiedenis van Europa en zal je waarschijnlijk een veel beter idee geven van waarom de landen vandaag de dag zijn zoals ze eruit zien en de moderne taal spreken die ze doen. Als je graag over oude culturen leert, kan Latijn je helpen ze beter te leren kennen!
Het grootste misverstand dat er bestaat, is dat Latijn makkelijker zou zijn. Dat klopt niet: Grieks en Latijn zijn anders, maar gelijkwaardig. Doordat het Grieks lidwoorden gebruikt is deze taal vaak wel wat makkelijker te volgen. Op het CE scoren onze leerlingen voor Grieks ongeveer 0.8 punt hoger.
De Latijnse taal zal je in het dagelijks leven niet zo veel gebruiken, maar het is een goede basis om andere Romaanse talen makkelijk te leren. Talen als Spaans, Frans, Italiaans en Roemeens zijn allemaal vele malen makkelijker te leren als je de Latijnse taal begrijpt.
In Nederland is de meest gebruikte manier de schooluitspraak: leerlingen leren dat de c altijd als een /k/ klonk en dat de u uitgesproken moet worden als een /oe/, maar verder spreken ze de woorden uit volgens de Nederlandse uitspraakregels en nog erger: met de Nederlandse beklemtoning.
u en v zijn in het Latijn spellingsvarianten van dezelfde letter, die afhankelijk van de context als oe of als een bilabiale w werd uitgesproken. Anders dan het Nederlands maakt het klassiek Latijn onderscheid tussen lange en korte klinkers/lettergrepen.
In het geval van Latijns-Amerika heeft Latijns de betekenis 'Romaans': het gaat om de Amerikaanse landen waar een Romaanse taal (Spaans of Portugees) wordt gesproken, dat wil zeggen Zuid- en Midden-Amerika en Mexico.
Ook in de wetenschappelijke en medische wereld zit je goed als je Latijn hebt gedaan. Denk maar aan woorden als cardio-vasculair, aan Latijnse benamingen van planten, en aan woorden als astrolabium. Ook voor de studie rechten is Latijn een handig duwtje in de rug.
Bij Latijn leer je veel van de zeer grote Romeinse geschiedenis en de talrijke grote gebeurtenissen van die tijd. Het Romeinse volk heeft zich namelijk in een korte tijd ontwikkeld tot een welvarende samenleving en ontwikkelde ver voor het tijdperk van Christus goedwerkende macht- en rechtssystemen.
Door de kennis van de Latijnse spraakkunst krijg je meer inzicht in de manier waarop een taal is opgebouwd. Die kennis en vaardigheden kun je ook gebruiken bij het leren van andere talen. Het lezen van Latijnse teksten vraagt van jou een grote nauwkeurigheid, die nuttig is in andere vakken.
Moderne letteres als G, J, U, W, Y en Z waren in het begin nog niet aanwezig in het Latijnse alfabet. In de loop der jaren voegden mensen steeds meer letters toe aan het Latijnse alfabet, waardoor de huidige stand van 26 letters werd bereikt. De 'Y' en 'Z' werden toegevoegd om Griekse woorden weer te geven.
Waarschijnlijk gebruikten ze de letter A (voor os) het meest en staat daarom de A als eerste letter in het alfabet.
De lettercombinatie ea kan in het Engels op verschillende manieren worden uitgesproken. Meestal klinkt ze als 'ie', bijvoorbeeld in leave, seat en heater. Het kan ook een 'ee' zijn, zoals in great en steak, en in een aantal gevallen een 'è', zoals in dead, sweat en sweater.
De Æ wordt in het Nederlands uitgesproken als een lange 'e'-klank, bijvoorbeeld in 'fee', zoals in de namen Phaedra of Laetitia of als een lange 'a', zoals in namen als Maerten, die dan wordt uitgesproken als 'Maarten'.
De klanken ou en eu worden uitgesproken als 'oe' en 'eu'. Luister naar en herhaal het voorbeeld. Tous mes vœux !
Antwoord. In het klassieke Latijn ten tijde van Cicero was de enig mogelijke uitspraak /k/. Voldoende bronnen geven aan dat de "palatalisering" van /k/ voor een /e/ of een /i/ slechts veel later heeft plaats gevonden, waarschijnlijk niet voor de 3de eeuw na Christus.
Het is zo dat wanneer je dokter wil worden een aantal Latijnse woorden moet kenne, zoals voor een bepaald lichaamsdeel of een bepaalde aandoening. Hoewel dat zo is, is het niet noodzakelijk om specifiek Latijn te studeren.
Moeilijk en minder moeilijk
Romaanse talen als het Frans, Spaans, Italiaans en Portugees zijn voor ons gemiddeld moeilijk. Deze talen stammen af van het Latijn en wanneer iemand één van deze talen redelijk beheerst, is het niet moeilijk om de andere talen te leren.