In 1996 werd het Fries door de Nederlandse overheid erkend als minderheidstaal binnen het Europees Verdrag voor Regionale Minderheidstalen. Daarmee kreeg het de status van zelfstandige taal, op het hoogste niveau van erkenning. In Nederland is alleen het Fries als zodanig erkend.
In Nederland zijn Friezen erkend onder het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden. De overheid vindt het belangrijk dat Friezen hun taal en cultuur kunnen uitdrukken. Taal is een belangrijk onderdeel van het Kaderverdrag.
De Friese taal
De 17 keuren en 24 landrechten van het Friese volk zijn tussen de 11e en 13e eeuw in het Oudfries geschreven, een Germaans dialect. Vanaf het moment dat hertog Albrecht van Saksen in 1498 besloot dat het Nederlands de bestuurstaal in Friesland moest worden, werd het Fries voornamelijk een gesproken taal.
De verschillen in status tussen het Fries en het Limburgs zijn kortom historisch en niet taalkundig van aard. Waarom het Fries wel en het Limburgs niet als officiële taal in Nederland is erkend, heeft te maken met tijdsgeest, identiteit en mentaliteit.
Het Westerlauwers Fries wordt geschreven met het Latijnse schrift, maar het Fries heeft maar 24 letters terwijl het klassiek Latijnse alfabet er 26 heeft. De Q en de X worden in de hedendaagse spelling van het Fries niet gebruikt. In Friese woordenboeken komen de I en de Y op dezelfde plaats.
De meeste Friezen spreken ook Standaardnederlands. Alle Friese steden en dorpen hebben een aparte naam in het Fries. Omdat Friesland officieel tweetalig is, ziet u op de meeste plaatsnaamborden de plaatsnaam altijd in het Nederlands en het Fries staan.
Het Fries is een West-Germaanse taal (vgl. hierbij de karakterisering van de Germaanse taalfamilie) die door ongeveer 400 000 mensen in de provincie Friesland wordt gesproken. Het is nauw verwant met het Nederlands maar vertoont ook een aantal frappante overeenstemmingen met het Engels, vooral op lexicaal niveau.
De tekst 'Maltho thi afrio lito' ('Ik maak je vrij, halfvrije'), uit een wetboek uit de zesde eeuw wordt over het algemeen beschouwd als de oudste Oudnederlandse zin. Daaruit kun je concluderen dat de Nederlandse taal veel eerder bestond dan de Friese.
Behalve het Standaardfries heeft het Fries ook een aantal dialecten: het Kleifries, Woudfries en Zuidwesthoeks hebben daarvan het grootste aantal sprekers. Kleinere groepen spreken of spraken Aasters (op Terschelling), Hindeloopers, en Schiermonnikoogs.
Ruim een op de tien Nederlanders spreekt thuis een van de erkende regionale talen. Nedersaksisch komt het meest voor (5 procent), gevolgd door Limburgs (3 procent) en Fries (2 procent).
Sommige talen hebben veel sprekers, maar worden toch niet altijd als een echte taal gezien. Dit geldt bijvoorbeeld voor dialecten, zoals het Nedersaksisch, dat in grote delen van Noord en Oost-Nederland wordt gesproken. Een dialect is een taalvariëteit die niet als standaardtaal wordt beschouwd.
Volgens onderzoek wordt Engels door tussen de 90% en de 93% van de Nederlandse bevolking als tweede taal gesproken. Engels is daarmee de meest gesproken tweede taal in Nederland. Voorts is Engels de officiële bestuurstaal op de eilanden Sint Eustatius en Saba.
Het Fries heeft sinds 1956 in de provincie Friesland een officiële status die gelijk is aan die van het Nederlands. In dat jaar werd in het Staatsblad 1956, 242 een begin gemaakt met het formeel toegestane gebruik van het Fries in het rechtsverkeer.
Het leren van de taal kost zoals dat bij elke taal het geval is even tijd, maar door actief te luisteren, mensen uit te nodigen de taal te spreken en eventueel een cursus op maat is het Fries in korte tijd goed te verstaan.
De Friezen zijn een trots volk, ze zijn vaak koppig en standvastig (blijven bij hun ideeën). Zo worden Friezen vaak omschreven. Ook zijn ze vaak blond van haarkleur, hebben ze vaak een lichte oogkleur en zijn ze lang van gestalte.
De term Friezen duidt echter niet zozeer op de oude Frisii uit de Romeinse tijd maar is slechts de verzamelnaam voor Angelen, Saksen en andere Germaanse stammen die rond 400 na Christus het zeer dunbevolkte gebied ten Noorden van de Rijn bevolkten.
De Germanen is een verzamelnaam voor de volken en stammen uit de oudheid die een Germaanse taal spraken, zoals de Bataven, de Gothen, de Saksen en de Friezen. Ze ontwikkelden een eigen alfabet in runen. Lange tijd leefden ze in Europa naast de Romeinen en Kelten, van wie ze ook grote gebieden innamen.
Dan kun je Fries leren via internet. Op www.edufrysk.nl raak je vertrouwd met de Friese taal doormiddel van muziek, verhalen en video's. Bijzonder aan eduFrysk is dat er een digitaal plein aan gekoppeld is, waar je andere mensen kunt ontmoeten die ook Fries leren.
Als samenleving en als overheid willen we dat de kinderen en volwassenen in het Friesland van de toekomst graag en goed Fries blijven spreken, lezen en schrijven. Daaraan is behoefte bij de leerlingen, en ook de maatschappij en de overheid zien het belang van het Fries.
De zeven rode pompeblêden of waterleliebladeren zouden volgens de 16e-eeuwse geleerde Suffridus Petrus naar de Zeven Friese Zeelanden verwijzen, die door drie waterstromen van elkaar gescheiden waren.
De Nederlandse overheid erkent drie regionale talen in Nederland: het Nedersaksisch, waartoe de dialecten van (een deel van) Gelderland, Overijssel, Drenthe en Groningen behoren (4,8 procent) , het Fries, met uitzondering van Stadsfries (Leeuwarden en andere oudere Friese steden) (2,0 procent) en het Limburgs (3,4 ...