Een fijne, voorspelbare en positieve sfeer zorgt ervoor dat leerlingen (en ouders) graag naar school komen. Dit geeft een goede, ontspannen startsituatie om te leren. Aandacht en concentratie zijn daarnaast belangrijk om tot leren te komen.
Een positieve relatie tussen leerlingen en leraar heeft een positief effect op het welbevinden van de leerlingen. Als het contact goed is, voelen leerlingen zich veilig, doen ze actief mee, zijn de leerprestaties hoger en kunnen leerlingen zich optimaal ontwikkelen.
Organisatorische vaardigheden zijn onmisbaar bij het managen van een klas. Naast het organiseren zelf gaat het om het plannen, coördineren, leidinggeven en het controleren van leeractiviteiten. De leerkracht moet het onderwijs zo organiseren dat alle leerlingen voldoende aandacht en tijd krijgen om te leren.
Een positief leerklimaat in de klas en op school zorgt voor gemotiveerde leerlingen en kan de prestaties verhogen. Om een positief leerklimaat te creëren zijn verschillende factoren belangrijk, zo is het bijvoorbeeld noodzakelijk dat de leerlingen zich veilig voelen en dat ze actief betrokken zijn.
Structuur geeft kinderen op school houvast. Hierdoor wordt het gevoel van veiligheid en zekerheid vergroot. Kinderen die zich veilig voelen, voelen zich vrij om op onderzoek uit te gaan en kunnen zich beter ontwikkelen. Ze zijn in staat op nieuwe dingen te leren en durven fouten te maken.
Werk regelmatig met klassenbouwers of energizers. Een goede manier om de sfeer positief te beïnvloeden en zelfs op meta-niveau gesprekken te hebben met elkaar (wat zie ik hier nu gebeuren). Stel duidelijke grenzen en communiceer hier duidelijk over. Dit kan streng over komen, maar dat mag als leerkracht!
Regels: leidraad en toetssteen
Vanaf dag één leren de kinderen om hun jas aan de kapstok te hangen, niet te hollen in de gangen, elkaar niet te storen in de klas, et cetera. Net als in het verkeer zorgen deze regels ervoor dat kinderen en medewerkers op school samen kunnen leven en werken.
In de ruimste omschrijvingen wordt een positief klasklimaat beschouwd als een sfeer die de leerkracht creëert in de klas door de regels die er gelden, de interactie met de leerlingen en de fysieke omgeving (Freiberg, 1999, in Teacher Effectiveness Enhancement Programme, 2002).
Een belangrijk aspect van het creëren van veiligheid in een groep is de mate waarin men open is in de communicatie. Wanneer groepsleden uitspreken wat voor hen belangrijk, is zal de groep meer openheid vertonen. Daarbij helpt het als men spreekt vanuit de 'ik-vorm' en zijn of haar gevoelens tot uitdrukking brengt.
Scholen willen een veilig leerklimaat en ze willen incidenten voorkomen. Zoals ongepast gedrag, intimidatie, pesten, diefstal en agressie. Daarom investeren ze in een goede vertrouwensband, prettig klimaat en heldere regels over hoe je met elkaar omgaat.
Klasmanagement is een verzamelterm voor alle maatregelen die een docent neemt om een klimaat te scheppen waarin studenten met succes kunnen leren en werken. Goed klasmanagement is een voorwaarde om een les vlot te laten verlopen en een positief leerklimaat te bekomen.
Zo kan het gaan om de onderstaande regels1: 1 Vertel vanuit je eigen perspectief of eigen ervaring. 2 Laat de ander zijn/haar verhaal vertellen. 3 Wees écht nieuwsgierig naar de ervaringen, gedachten en gevoelens van anderen. Probeer je open te stellen en tot je door laten dringen wat de ander zegt.
Pedagogiek is de grootste van de twee omdat pedagogiek het waarom en hoe van het onderwijs behandelt, maar ook spreekt en denkt over het curriculum, de waarden, de visies op onderwijs, enz. Pedagogiek kan daarom soms filosofischer zijn. Didactiek richt zich op het hoe.
Een veilig pedagogisch klimaat is een voorwaarde om goed te kunnen leren. Het zorgt ervoor dat leerlingen zich prettig en veilig voelen op school en in de klas. Dit is bevorderlijk voor het leren en de motivatie van leerlingen, en is vooral voor jongens van belang.
“In september liggen de 'gouden weken': 3 weken waarin je als leraar samen met je leerlingen de klassfeer boetseert.
Er zijn verschillende van dit soort theorieën. Een van de bekendste is de theorie van Tuckman, die ook wordt toegepast in het basisonderwijs. Het is echter niet duidelijk of toepassing van deze theorie kan bijdragen aan een positief klasklimaat.
Orde houden is de regie hebben over wat er in de klas gebeurt. Dit grenzen stellen moet je leren. Het is belangrijk maar ook moeilijk je grenzen te ontdekken en te bewaken. In een eerste les kijken leerlingen de kat uit de boom.
Een kind heeft regels nodig. Regels bieden een kind houvast en duidelijkheid en hierdoor ook veiligheid, omdat het kind weet wat er van hem of haar verwacht wordt, maar het kind ook weet wat het van de ouders kan verwachten. En deze duidelijkheid en veiligheid helpen het kind weer om het zelfvertrouwen op te bouwen.
Leerkrachten of directieleden mogen iets dat in je schooltas of broekzak zit op te vragen als ze vinden dat je de les stoort. Maar ze mogen er zelf niet in kijken. Ze hebben ook niet het recht om jou te fouilleren. Dit geldt ook bij het doorzoeken van jouw locker of op schoolexcursies.
De school vindt jassen in de klas onveilig. Bij lessen als scheikunde of techniek kan een overdaad aan jassen gevaren opleveren voor de leerlingen. Bovendien moeten de scholieren tegen elkaar beschermd worden. Mevrouw Bloem: ,,In jassen kun je ook voorwerpen verbergen om klasgenoten mee te bedreigen.''