Queer (Q) of Questioning (Q) Mensen die deze term gebruiken staan voor een open, brede identiteit en seksualiteit, en willen zichzelf niet in een hokje plaatsen qua geslacht en/of seksuele voorkeur. De Q staat voor sommigen ook voor Questioning: iemand die nog niet weet op welk geslacht of gender hij/zij/hen valt.
Het ontbreken van seksuele aantrekkingskracht wordt aseksualiteit genoemd. Ongeveer één procent van de mensen is aseksueel en ook aseksualiteit bestaat in allerlei vormen. Er zijn vier vormen van aseksualiteit beschreven: Type A: Voelen wel seksuele drang maar geen behoefte tot seksuele interactie.
Heteroseksueel betekent dat je je aangetrokken voelt tot personen van een ander geslacht. Bijvoorbeeld als een man zich aangetrokken voelt tot vrouwen. Cisgender is iemand bij wie de genderidentiteit overeenkomt met het geboortegeslacht. Bijvoorbeeld als iemand geboren is als vrouw en zich ook zo voelt.
Panseksueel. Deze term wordt gebruikt door mensen die zich aangetrokken voelen tot het innerlijk van iemand. Mensen die zich zien als panseksueel vallen dus niet op iemands geslacht of op een bepaalde genderidentiteit, maar op de persoonlijkheid van diegene.
Vaak wordt gezegd dat panseksuelen op mensen vallen ongeacht hun genderidentiteit. Queer: Queer wordt vaak gezien als parapluterm voor LHBTI+. De term wordt meestal gebruikt door mensen die zich willen afzetten tegen de standaard heteronorm en trekt hokjes in twijfel.
Er bestaan verschillende genderidentiteiten: man, vrouw, queer, non-binair, bigender, genderfluïde, agender, genderneutraal, pangender, derde gender …
Panseksueel betekent dat je op mensen verliefd wordt, ongeacht het geslacht. 'Pan' betekent 'alles' in het Grieks. Aan de afkorting LGBTQ zijn een tijd geleden een paar letters toegevoegd, namelijk de I, A en P. De P staat dus voor panseksueel.
Skolio-seksueel gedrag wordt gedefinieerd door een seksuele aantrekking tot mensen die zich niet identificeren met het traditionele gender-binaire getal.
Er bestaan verschillende genderidentiteiten: de meest bekende zijn man en vrouw. Daarnaast bestaan ook trans vrouw, trans man, genderqueer, non-binair, agender,.. Meestal worden genderidentiteiten verzameld in twee grote groepen: transgender en cisgender.
“Een CIS-man kan heteroseksueel zijn, want dit is een ander deel van je identiteit. Maar ook transmannen kunnen hetero zijn.” CIS-gender is een term die beschrijft dat het geslacht dat je toegewezen krijgt bij je geboorte overeenkomt met je genderidentiteit, dus met hoe je je voelt.
Panseksueel betekent dat je verliefd wordt op mensen. Het maakt je niet uit wat voor sekse of genderidentiteit iemand heeft. Meer over lesbisch, homo, bi.
Non-binair is eigenlijk een parapluterm: het wordt gebruikt voor alle genders die buiten de tweedeling man/vrouw vallen.
Androfiel zijn mensen die seksuele aantrekking voelen tot mannen. Gynefiele mensen voelen seksuele aantrekking tot vrouwen. Biseksualiteit of ambifilie verwijst naar het voelen van seksuele aantrekking ten aanzien van beide geslachten, waarbij de mate van aantrekking tot één van beide nog kan variëren.
Het wordt vaak verward met polyamorie, de aantrekking tot meerdere personen tegelijk. Ook wordt het wel beschouwd als een vorm van biseksualiteit. Polyseksualiteit is ook iets anders dan panseksualiteit, waarbij de aantrekkingskracht zich uit naar alle manifestaties van gender en geslachten.
Iemand die aseksueel of 'ace' is, voelt zelden tot nooit seksuele aantrekking voor iemand. Ze worden zelden seksueel opgewonden, of hebben zelden zin in seks met een partner. Dat betekent niet dat ze geen seks kunnen hebben, of nooit seksuele zaken doen.
Seksuele oriëntatie
Je hebt een homoseksuele voorkeur als jij je tot hetzelfde geslacht voelt aangetrokken. Ben je een meisje, dan wordt dit ook wel lesbisch genoemd. Voel je je seksueel aangetrokken tot jongens én meisjes?Dat heet biseksueel.
Anderen voelen zich geen jongen/man maar ook geen meisje/vrouw. Zij voelen zich genderloos en of agender. Een ander woord voor non-binair is genderqueer of genderneutraal. Omdat iedere persoon zich anders voelt en anders gedraagt, uit ook iedereen dit anders.
Tegenwoordig wordt er onderscheid gemaakt tussen gender en geslacht. Geslacht komt, oppervlakkig bezien, in drie vormen: mannelijk, vrouwelijk en intersekse. Intersekse mensen hebben zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. Maar dat is oppervlakkig bezien.
Neutrois is een non-binaire genderidentiteit die vaak geassocieerd wordt met 'nihil', 'neutraal' of 'nul-gender'. Elke persoon ervaart neutrois anders, het is daarom een overkoepelende term. Neutrois heeft veel overeenkomsten met agender – mensen die zichzelf genderloos of neutraal voelen.
De meeste mensen identificeren zich op seksueel gebied als heteroseksueel. Andere seksuele oriëntaties zijn bijvoorbeeld homoseksueel, lesbisch, biseksueel, panseksueel of aseksueel. Sommige jongeren gebruiken liever het woord 'queer' om aan te geven dat ze niet heteroseksueel zijn of niet voldoen aan de gendernormen.
Wanneer iemand zich seksueel of romantisch aangetrokken voelt tot een levenloos object noem je dat objectofilie.
Zoöfilie is het beleven van seksuele opwinding van mensen tot dieren. Zoöfilie omschrijft de seksuele aantrekkingskracht niet de handeling. Bij bestialiteit gaat het om de handeling en hoeft die aantrekkingskracht er niet te zijn. Bestialiteit betreft seksuele handelingen tussen mens en dier.
De Pan-sexual vlag staat symbool voor mensen die op andere mensen vallen, waarvan het geslacht van de ander er niet toe doet. Dit wordt ook wel omniseksueel genoemd.
Een non-binair persoon is dus iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. We gebruiken non-binair hier als een paraplubegrip voor een verzameling aan genderidentiteiten die niet (enkel of helemaal) man of vrouw zijn.
Non-binair valt onder de transgender paraplu. In Nederland zijn er tussen de 90.000 en 390.000 trans personen.