Doordat de zon laag hangt, moet het zonlicht een lange weg afleggen voor het je ogen bereikt, vervolgt ze. "Daardoor stuit het zonlicht op tal van deeltjes in de lucht, zoals stof en waterdamp. Dat verstrooit alle kleuren, maar rood het minst. Dus dat blijft over, waardoor de lucht die rode gloed krijgt."
Wanneer er veel vocht in de lucht zit vindt meer verstrooiing plaats. Hierdoor is de lucht overdag minder blauw en rond zonsondergang zie je meer oranje en rode kleuren. Wolkenvelden kunnen dan extra en gevarieerde kleuren veroorzaken.
Avondrood ontstaat voornamelijk bij verstrooiing van zonlicht door stof. Op mooie warme dagen gaat er in de regel vervuiling in de lucht omhoog. In het licht van de laagstaande avondzon leidt dit stof tot roodkleuring.
Tegen dat het licht die grote afstand heeft afgelegd, is al het licht met de korte golflengten (blauw) reeds verstrooid en bereikt het onze ogen niet meer. Enkel het licht met de langere golflengten (rood) bereikt nog onze ogen, zodat we een rode schijn zien.
Het avondrood is te zien rond zonsondergang. Het ontstaat doordat het witte zonlicht in zijn lange tocht doorheen de atmosfeer verstrooid wordt door de interactie met zuurstof en stikstof. Daarbij blijft de rode kleur behouden. Avondrood ontstaat vaak door de aanwezigheid van minuscule stofdeeltjes in de atmosfeer.
Voornamelijk blauw licht wordt weerkaatst, terwijl het rode licht ons oog wel bereikt. "Rood komt veel meer aan. Blauw wordt makkelijker gereflecteerd en is voor het oog dus een stuk minder sterk zichtbaar." Zodoende ontstaan een rode of roze lucht.
Zo'n paarse, rode of roze lucht is eigenlijk alleen bij zonsopkomst of zonsondergang te zien, vertelt William Huizinga, meteoroloog bij Buienradar. "Er zitten allerlei vuildeeltjes in de lucht. Op het moment dat het zonlicht daarop botst, verstrooit het", vertelt hij aan EditieNL.
De kleur van de lucht wordt bepaald door de lichtinval van de zon op de verschillende (lucht)deeltjes in onze atmosfeer. Al het zonlicht is wit. Wit licht is echter een samenstelling van rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
De hemel kleurde daar namelijk felroze. Waar kwam dat door? De gekleurde lucht werd veroorzaakt door lampen van de kassen in die regio. Bepaalde kleuren ledlampen zouden ervoor zorgen dat planten beter groeien.
In tegenstelling tot het blauwe licht, wordt het rode licht niet verstrooid. Dit blijft uit één specifieke richting komen. Dit geeft de zon dan een rode kleur. De wolken die bij een zonsondergang aanwezig zijn worden ook rood of roze verlicht door de ondergaande zon.
Volgens wetenschappers kan de lucht heel soms groen worden als er veel regenwater in de wolken zit. Dan schijnt er blauw licht door de wolken en dat blauwe licht mengt dan met rood licht van de zon. En dan kleurt de lucht dus groen.
In werkelijkheid is de lucht violet. Vogels, vlinders en bidsprinkhaankreeften kunnen dat voor je bevestigen. De reden dat wij mensen een blauwe lucht zien, is dat ons oog wat minder gevoelig is voor paarse tinten dan voor hemelsblauw.
Bij de zonsopgang en zonsondergang staat de zon laag aan de horizon en legt het licht leen langere weg door de atmosfeer af. Door het stof in het atmosfeer wordt een deel van het lichtstralen verstrooid in het spectrum van kleuren en verandert de hemel van geel naar oranje en rood.
Over de groene gloed van de zon
Onder de juiste omstandigheden en op de juiste plek kun je de laatste zonnestralen van een zomerdag als een groene gloed zien. Dit komt omdat de atmosfeer van de aarde werkt als een lens die de kleuren van het zonlicht breekt dat schuin de atmosfeer in komt.
Wanneer de Maan lager aan de hemel staat, is dit filteren sterker en krijgt de Maan een meer gele kleur, door het ontbreken van blauw licht. Wanneer de Maan ondergaat is de lichtweg door de atmosfeer het langst en wordt ook het grootste deel van het gele licht weggefilterd, waardoor de Maan rood van kleur wordt.
Geen; lucht zelf is kleurloos. De kleur die je feitelijk waarneemt is 'wit' ofwel alle kleuren door elkaar. Omdat echter niet alle kleuren even makkelijk binnenkomen op het netvlies en het oog buitengewoon veel moeite heeft met blauw, nemen we de kleur op een wolkeloze heldere dag waar als blauw.
Als je naar de lucht kijkt, zie je dit als een blauwe lucht. Onze ogen kunnen violet licht minder goed zien en daarom zien we geen violette lucht.
Het rode licht wordt het minst verstrooid en blijft vaak zichtbaar. 's Ochtends zweeft er meestal nog niet zoveel stof in de lucht. Is de lucht dan rood dan wijst dat in de regel op waterdamp en een hoge luchtvochtigheid. Vandaar de oude weerspreuk "Morgenrood, water in de sloot".
Dikke druppels houden zonlicht tegen en zorgen dat een wolk er grijs uit ziet. Een wolk bestaat uit zwevende waterdruppeltjes. Die druppeltjes bepalen de kleur van de wolk. Hoe groter ze zijn, hoe grijzer de wolk is.
Dat avondlicht bevat dus minder blauw licht dan gewoonlijk en lijkt dus roder. Vermits de zon dan laag staat, kan het licht de onderzijde van de wolken beschijnen. Als je het fenomeen waarneemt na zonsondergang, heeft het waarschijnlijk te maken met lichtvervuiling.
Een regenboog is een gekleurde boog van regendruppels in de lucht. De regenboog ontstaat als het regent en de zon schijnt of als er hoge vochtigheid is en de zon is erg fel. Als het licht door de regendruppels schijnt, wordt het licht gebroken en weerkaatst. Daardoor worden de kleuren apart zichtbaar.
Kleur ontstaat wanneer (zon)licht weerkaatst of geabsorbeerd wordt door de objecten waar dit licht op schijnt. Bij het licht dat weerkaatst wordt, ervaren wij een bepaalde kleur. Zien we iets groens? Dan is dit het groene licht dat teruggekaatst wordt.
Een bekend gezegde is: 'Morgenrood water in de sloot, avondrood, mooi weer aan boord'. De gedachte hierachter was dat de toenemende luchtvochtigheid een voorbode zou zijn voor meer wolken en regen.
Wolken weerspiegelen het wit van het zonlicht. Waterdruppels kunnen namelijk alle kleuren absorberen. En daarom reflecteren ze alleen de kleur die erop geschenen wordt. Zonlicht is wit, daarom zijn de wolken ook wit.
Halo's worden veroorzaakt wanneer het zon- of maanlicht door een ijle nevel van ijskristallen schijnt, die zich op grote hoogte kan bevinden (in de vorm van cirrus- of cirrostratusbewolking) maar ook dichter bij de grond.