'Alcoholgebruik verhoogt namelijk het niveau van vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen) in het bloed. Een verhoogde oestrogeenspiegel verhoogt het risico op borstkanker, vooral (maar niet alleen) het soort borstkanker met veel oestrogeen receptoren.
Leverontsteking door alcohol tijdens de behandeling kan de nevenwerkingen doen toenemen. Sommige chemotherapeutica en bestraling ter hoogte van hoofd, hals en borst kunnen het mondslijmvlies doen ontsteken (ook stomatitis of mucositis genoemd). Dan kan alcohol de mond irriteren en de ontsteking doen toenemen.
Bijwerkingen van alcohol
De interacties: alcohol kan inwerken op heel wat geneesmiddelen (chemotherapie, pijnstillers enz.) waardoor de werking van die geneesmiddelen verandert. Soms wordt de werking versterkt en wordt de medicatie (bijna) toxisch voor bepaalde organen, soms kan het effect door de drank verminderen.
Alcohol vertraagt de afbraak van geneesmiddelen in de lever, waardoor uw man meer last kan ondervinden van mogelijke neveneffecten van de chemotherapie. Denk bijvoorbeeld aan misselijkheid en braken, ontsteking van het mondslijmvlies, diarree en constipatie.
Wat is het verband tussen alcohol en het risico op kanker? Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat alcohol het risico kan verhogen op mond- en keelkanker, strottenhoofdkanker, darmkanker, slokdarmkanker, leverkanker en borstkanker, waarbij elk glas alcohol het risico op kanker al verhoogt.
Alcohol tast bij grote hoeveelheden tijdelijk het zenuwstelsel aan. Hierdoor worden prikkels in het lichaam niet meer goed overgedragen. Onder andere werkt de peristaltiek (de samentrekking van de darmwand waardoor de darminhoud wordt voortbewogen) in de darmen dan niet meer goed. Dit kan juist diarree veroorzaken.
Verschillende studies hebben aangetoond dat de ingrediënten in ananas het risico op kanker kunnen verminderen. De reden hiervoor is het feit dat deze oxidatieve stress en ontstekingen kunnen tegengaan. Zo bleek uit onderzoek dat het spijsverteringsenzym bromelaïne het lichaam helpt om tegen de kanker te vechten.
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden.
Bij borstkanker blokkeert tamoxifen de werking van het vrouwelijke oestrogeenhormoon. Het remt daardoor de groei van de tumor en voorkomt dat er opnieuw borstkanker ontstaat. Na 5 jaar behandeling met tamoxifen is het aantal teruggekeerde borstkankertumoren met de helft verminderd.
Na een behandeling met cytostatica kan de huid gevoeliger zijn voor zonlicht. Dit kan onder andere leiden tot ongewenste verkleuringen van de huid. Daarom adviseren wij u direct zonlicht zoveel mogelijk te vermijden en een goede beschermingsfactor te gebruiken. Bedek uw hoofd in de zon wanneer u tijdelijk kaal bent.
Vermijd de zon op het midden van de dag (tussen 12.00 en 15.00 uur). Voorkom langdurig zonnen tot 6 à 8 weken na de chemotherapie. Uw hoofdhuid kan snel verbranden. Bedek uw hoofd als door de chemotherapie uw haar is uitgevallen of dunner is geworden.
Uw huid is kort na de bestraling namelijk overgevoelig. Door de zon kan jeuk optreden en soms ontstaan wondjes. Ook in het eerste jaar na de behandeling is het belangrijk dat u extra voorzichtig bent met zonnen en gebruik van de zonnebank.
Na bestraling is het risico klein dat de tumor terugkeert in het behandelde gebied. Bovendien kunt u, wanneer de tumor toch zou terugkomen, nog genezen door middel van chemotherapie.
Alcohol verhoogt de kans op kanker
8% van alle gevallen van kanker in Nederland is gerelateerd aan alcohol. Voor veel mensen is het drinken van alcohol een geaccepteerde (sociale) gewoonte.
Zolang u zich fit genoeg voelt, is er geen enkel bezwaar tegen autorijden. Uiteraard is het niet toegestaan aan het verkeer deel te nemen als u gebruik maakt van medicatie die de rijvaardigheid beïnvloedt, bijvoorbeeld bepaalde pijnmedicatie.
Vermoeidheid tijdens je behandeling
Dat geldt voor chemotherapie en bestraling, maar je kunt ook moe zijn door andere behandelingen. Behandelingen beschadigen kankercellen en gezonde cellen. Daardoor is je lichaam steeds bezig met kankercellen opruimen en gezonde cellen laten herstellen. En daar kun je moe door zijn.
Als u bestraald wordt op een plaats met haargroei, dus op het behaarde hoofd, oksel of schaamstreek, kan het haar ter plaatse uit gaan vallen. De mate van haaruitval is afhankelijk van de dosis die u krijgt en de grootte van het bestralingsgebied. Haaruitval treedt meestal op na enkele weken.
Sommige mensen krijgen een soort longontsteking door bestraling van de longen. Meestal is dat 3 tot 6 maanden na de behandeling. Klachten kunnen dan zijn: hoesten, kortademigheid, pijn op je borst, zwakte, en soms koorts.
Wat doet ananas met een meisje? Deze tropische vrucht zit vol met antioxidanten, zoals vitamine C, beta-caroteen en zink die zowel de mannelijke als vrouwelijke vruchtbaarheid beïnvloeden. Tevens is het foliumzuur (vitamine B11) in de ananas een belangrijke vitamine voor zwangere vrouwen.
Eet je te veel van deze tropische vrucht, dan begint je tong te prikken, kriebelen of zelfs branden en wordt je gehemelte ronduit rauw.
Daarnaast wordt soms het advies gegeven om ananas, kiwi of papaja te eten omdat er stofjes in zitten die eiwitten afbreken. Er wordt gedacht dat deze stofjes ook het taaie slijm afbreken. Uit reageerbuisonderzoek blijkt inderdaad dat kiwi slijm uit de mond kan afbreken.
Voorbeelden hiervan zijn pomelo, ugli, mineola, tangelo en de zure sinaasappel (ook wel Sevilla sinaasappel genoemd). Het advies is om deze vruchten ook niet te nemen rondom chemotherapie.
Deze tweede chemo is harder binnen gekomen dan de eerste. Ik voelde op de eerste dag de chemo daadwerkelijk met een hoog tempo door mijn lichaam razen. De tweede dag was dat minder en ben ik in de ochtend zelfs nog naar de markt geweest, 's-middags een uurtje geslapen, daarna nog veel op geweest.
Chemotherapie tast de haarcellen aan, waardoor het haar broos wordt en afbreekt of uitvalt. Haarverlies kan van persoon tot persoon verschillen en hangt ook af van de medicijnen, de dosis en de duur van de behandeling. Sommige mensen worden volledig kaal, bij anderen wordt het haar dunner.