Het verschil met een pacemaker is dat een ICD kan ingrijpen bij een levensbedreigende hartritmestoornis door een elektrische schok toe te dienen, waarna het hartritme normaliseert. Direct levensbedreigend zijn vooral bepaalde hartritmestoornissen in de kamers, niet in de boezems.
Een hartpatiënt krijgt een ICD als: er een gevaarlijke hartritmestoornis is vastgesteld, zoals kamertachycardie en ventrikelfibrilleren. als iemand een verhoogd risico loopt op een gevaarlijke ritmestoornis of hartstilstand. medicijnen tegen de hartritmestoornis onvoldoende helpen en een operatie niet mogelijk is.
Nadelen van een ICD
Een ICD kan een ontsteking met complicaties geven en ook onterechte schokken treden soms op. “Na 5 jaar heeft 18 procent een onterechte schok gekregen. Dat kan erg pijnlijk zijn en patiënten kunnen hier angstig van worden.” Deze groep heeft bovendien een 60 procent hogere kans op overlijden.
Een Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) is een elektronisch apparaatje dat een stroomstoot naar het hart zendt wanneer er een hartstilstand is of een levensbedreigende ritmestoornis optreedt. Een pacemaker zorgt er voor dat het hart in het juiste ritme slaat, en wordt ingezet als het hartritme te traag is.
De levensduur van de ICD ligt tussen 5 en 10 jaar, afhankelijk van de instellingen en hoe vaak de ICD moet ingrijpen. De ICD houdt dag en nacht uw hartritme in de gaten en verbruikt dus altijd stroom. Na verloop van enige jaren zal bij de controles van de ICD blijken dat de batterij van de ICD leeg begint te raken.
2.4 Overlijden met pacemaker of ICD
Het kan dus zijn dat het hart niet meer contraheert, terwijl een pacemaker pulsen blijft afgeven. Een patiënt kan dus gewoon overlijden met een functionerende pacemaker. Ook met een functionerende ICD kan iemand overlijden.
Hartslag te snel
Als dat het geval is, geeft de S-ICD een elektrische stroomstoot af. Deze stroomstoot noemen weeen shock. Het voelt aan als een harde slag of stoot midden op uw borst en/of in uw linkerzijde. Houd er rekening mee dat deze shock onprettig aanvoelt als u deze bij vol bewustzijn meemaakt.
De risico's die verbonden zijn aan de implantatie van een traditioneel pacemakersysteem, zijn onder andere infectie op de operatieplek en/of allergische reactie op materialen van het systeem, het niet-afgeven van therapie wanneer dat nodig is, of het ontvangen van extra therapie wanneer dat niet nodig is.
Afhankelijk van uw indicatie mag u twee weken/twee maanden geen autorijden. Na deze periode kan voor een beperkte periode goedkeuring worden verkregen voor rijbewijzen van groep 1 (motorfiets, auto en auto met aanhanger). De geschiktheidstermijn bedraagt hierbij in principe vijf jaar.
De eerste ICD-controle vindt meestal vier tot zes weken na de implantatie plaats. Daarna zult u elke drie tot zes maanden bij uw arts op controle gaan. Met behulp van een speciaal programmeerapparaat kan uw arts uw ICD uitlezen en controleren of deze nog naar behoren functioneert.
Stel dat het implanteren van een ICD of CRT-D ongeveer € 30.000 kost. Op het moment dat een ICD maar zes jaar meegaat, betekent dit dat de kosten per jaar per ICD-drager € 5000 zijn. Gaat de ICD twaalf jaar mee, dan zal dit resulteren in een halvering van de kosten per jaar per ICD-drager.
Nederland telt bijna 60.000 ICD-dragers en elk jaar komen er 3.000 tot 4.000 bij.
geregeld een hartslag van meer dan 120 slagen per minuut in rust. geregeld een hartslag van minder dan 45 slagen per minuut. onregelmatige hartslag. hartkloppingen.
Wanneer iemand met een pacemaker een hartstilstand krijgt dan moet net als bij ieder ander zo snel mogelijk begonnen worden met reanimatie. Reanimatie en defibrillatie is ook bij mensen met een pacemaker de enige manier om te overleven.
Ritmestoornissen voorkomen
Genoeg bewegen, ontspannen en gezond eten zijn belangrijk. Soms merken mensen dat bij hen roken, alcohol of drugs een hartritmestoornis uitlokt.
De eerste 6 weken na implantatie zijn de meeste sporten niet toegestaan. Daarna zijn de meeste sporten gewoon mogelijk. Alleen met contactsporten, zoals vechtsporten of balsporten, moet je oppassen. Een klap of trap op de plek van de pacemaker is erg pijnlijk.
Ook het op hol slaan van de pacemaker door interne of externe factoren is uitgesloten bij de huidige systemen. Alleen het extern plaatsen van een magneet door de pacemakertechnicus kan de pacemaker kortdurend in een sneller ritme brengen, waardoor betere controle van de instellingen kan worden gewaarborgd.
Het plaatsen van de ICD
Hiervoor maakt de cardioloog of chirurg een snee in de huid van ongeveer vijf tot tien centimeter. Hierna maakt hij onder de huid of borstspier ruimte (pocket) voor het ICD-apparaatje. Daarna schuift de cardioloog via een ader in de buurt van het sleutelbeen één of twee elektroden naar het hart.
Het S-ICD Systeem raakt het hart en de bloedvaten niet aan, want de subcutane elektrode wordt direct onder de huid geplaatst en niet in het hart, zoals bij transveneuze draden. Eén van de redenen waarom de S-ICD is ontwikkeld is om het risico op (aan transveneuze draden verbonden) complicaties te verminderen.
Soms kan de ICD verschuiven in de pocket en bij sommige houdingen tegen de huid drukken. Dit kan gevoelig zijn. Als de ICD verder vrij onder de huid ligt zonder continue klachten te geven is er geen probleem.
Sporten is 6 weken na de ICD implantatie weer mogelijk. Bouw uw activiteiten geleidelijk op. De meeste patiënten volgen in hun eigen ziekenhuis een revalidatie programma. U kunt dit het beste overleggen met uw cardioloog, deze kan u dan eventueel doorverwijzen naar de afdeling hartrevalidatie.
Voor deze situatie kan een speciale magneet gebruikt worden om de shockfunctie te deactiveren. Als een zware magneet ter plaatse van de de ICD op de huid wordt geplaatst, wordt de shockfunctie van de ICD gedeactiveerd.
Bij een begrafenis kán de pacemaker verwijderd worden, maar het hoeft niet. Het verwijderen van een pacemaker wordt wel gedaan door de begrafenisondernemer. Het kan ook een vraag zijn aan de huisarts. Voor het verwijderen van een pacemaker of ICD is toestemming van de nabestaanden nodig.
Meestal is een pacemaker nodig bij een te traag hartritme. Bijvoorbeeld als de sinusknoop of de AV-knoop in het hart niet goed werkt. Een pacemaker is soms ook nodig bij hartfalen. De pacemaker kan de elektrische aansturing van de hartkamers dan verbeteren.