“Bij dieren met droge hoest is er vaak niet echt longontsteking.Wel is het een duidelijk signaal dat er iets niet klopt in de stal. Kijk hierbij naar het klimaat, aanwezigheid van stof en bv ammoniak. Natte hoest of langdurige hoest kan wel uitmonden in een daadwerkelijke longontsteking.
Hoe herken je een ziek schaap? Een schaap dat sloom is of zich afzondert van de kudde, heeft mogelijk iets onder de leden. Ook als een van je dieren zonder aanwijsbare reden mager wordt, wijst dit op een probleem. Raadpleeg de dierenarts als je vermoedt dat een schaap ziek is.
Bij schapen en geiten kan longontsteking voorkomen, veroorzaakt door de bacterie Mannhaemia haemolytica. Dit wordt ook wel zomerlongontsteking genoemd. Dat is niet geheel juist, want de aandoening doet zich ook voor in het voorjaar en de herfst.
Hoe krijg je de ziekte? Verschillende dieren zoals geiten, schapen, runderen, honden en (wilde) varkens kunnen via hun zuivelproducten, speeksel of urine brucellose overbrengen op mensen. De ziekte komt zelden voor in Nederland.
Door middel van bloedonderzoek kan vastgesteld worden of een schaap besmet is. De positief reagerende schapen worden afgevoerd. Als na een aantal bloedonderzoeken blijkt dat er geen besmette dieren op een bedrijf aanwezig zijn, krijgt het bedrijf een zwoegervrij certificaat.
Na 4 weken neemt de melkproductie af en kan de ooi minder krachtvoer krijgen. De lammeren beginnen al na drie weken ook hooi te eten. Na circa 6 weken is het normaal gesproken niet meer nodig het rantsoen van de ooien aan te vullen met krachtvoer.
Een schaap dat nog levenskracht heeft, zal zelf ook willen opstaan, en hoeft alleen maar geholpen te worden. Een schaap dat geheel niet meewerkt, moet niet te plotseling op de poten gezet worden, maar in etappes, zodat de organen zich weer aan kunnen passen aan de nieuwe situatie.
Indien slechts 1 standweide: om de 8 weken ontwormen tussen eind april en eind oktober. Indien ooien en/of geiten met lammeren: altijd de moederdieren ontwormen voordat ze naar buiten gaan. Lammeren ontwormen bij het spenen en vervolgens na enkele dagen in een schone weide brengen.
Veelal hebben de betreffende schapen last van pijnlijke hoefjes door rotkreupel. Rotkreupel is een stinkende ontsteking van de klauwtjes die door een samenwerking van twee bacteriën (Bacteroides Nodosus(rotkreupelbacil) en Fusobacterium Necrophorum) ontstaat.
Schapen eten ruwvoer, dat wil zeggen gras en hooi. Pas op dat er geen Jacobskruiskruid in het hooi zit, dit is giftig. Ook lusten ze wat blaadjes en twijgjes, maar let wel op dat u ze, bijvoorbeeld met snoeiafval, geen giftige planten zoals bijvoorbeeld Taxus voert, dat kan dodelijk zijn.
Uit onderzoek blijkt dat de kans erg klein is dat bepaalde diersoorten, zoals runderen, kippen, varkens, geiten, schapen en paarden, besmet raken met het nieuwe coronavirus. Fretten, en daarmee ook nertsen, zijn gevoelig voor besmetting met het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2, de verwekker van COVID-19 bij mensen.
Coccidiose is een parasiet waarmee het lam zich besmet door opname van de eieren, dit zijn oöcysten. Dit kan zowel in de stalperiode als in het weiland gebeuren. Na opname van oöcysten via water of voer wordt de darmwand aangetast. Hierdoor kunnen voedingsstoffen minder goed worden opgenomen.
Blauwtong (BT) is een niet-besmettelijke meldingplichtige virusziekte bij schapen en andere herkauwers zoals runderen en geiten. De belangrijkste besmettingsroute is is de beet van vliegjes (knutten) die besmet zijn met het blauwtongvirus (BTV).
Lammeren hebben nog geen weerstand tegen worminfecties en zonder preventieve maatregelen kunnen ze daar last van krijgen. Dergelijke infecties worden zichtbaar door dunne mest, slechte groei of hoesten, in geval van longwormen.
Adviesvoor ooien tijdens aflamseizoen
Ontworm ooien die buiten aflammeren en blijven binnen 2 weken na aflammeren. Vermijd onderdoseren. Breng elk koppel ooien met lammeren na het ontwormen zoveel mogelijk op veilig land. Ontworm guste, verwerpende, mislamde en niet zogende ooien niet.
De hoeven van schapen moeten minstens drie keer per jaar worden gecontroleerd en bekapt. De frequentie hangt af van de ondergrond en het seizoen. Door elke maand de hoeven te inspecteren, kan het moment van bekappen goed worden bepaald.
De behoefte aan koper is bij Texelaars en Suffolks laag, hoger bij melkschapen en het hoogst bij Fin-kruisingen en Scottish Blackface. Texelaars hebben daarom minder snel kopergebrek maar zijn juist wel gevoelig voor kopervergiftiging. Zandgronden bevatten weinig koper, hier zijn dan ook eerder problemen te verwachten.
Rotkreupel is een besmettelijke tussenklauwhuidaandoening bij schaap en geit die met ondermijning van het klauwhoorn gepaard gaat. De aandoening begint met een ontsteking van de tussenklauwhuid. Rotkreupel wordt veroorzaakt door een samenspel van de twee bacteriën Dichelobacter nodosus en Fusobacterium necrophorum.
De appels en peren zijn vanwege hun hoge energiewaarde zeker in te schakelen in een rantsoen van melkkoeien, vleesrunderen, schapen of geiten, hetzij rauw en in stukken gehakt, hetzij ingekuild.
Een veelgebruikt middel is Cydectin. Daarvan wordt een dosering van 1 ml per 5 kg lichaamsgewicht voor schapen voorgeschreven. Voor geiten moet men 2 ml per 5 kg lichaamsgewicht geven. Om onderdosering te voorkomen is het raadzaam door weging een goed beeld van de gewichten van de dieren te krijgen.
Ooien. Ooien die buiten aflammeren en buiten blijven, ontwormen binnen 2 weken na aflammeren met het middel Dectomax of Cydectin. Ontworm 95 – 98% van de dieren en gebruik zoveel mogelijk veilig land.
Een schaap valt soms om door overgewicht, want in koudere tijden zijn ze vetter dan normaal. Dan komt daar nog bij dat het schaap in het najaar vaak drachtig is, wat het ook moeilijker maakt om terug op te staan.
De nieuwste trend bij rodeo's is schaapje rijden. Dat is rodeo speciaal voor kinderen. Dappere kinderen moeten proberen zo lang mogelijk op de rug van een rennend schaap te blijven zitten. Het kind dat het langst blijft zitten, heeft gewonnen.
Ga achter de kop van het schaap staan en neem het dier bij de voorpoten vast, tegen de oksels. Trek het schaap voorzichtig omhoog tot het op zijn achterste zit. Laat het dier even bekomen zodat de bloedsomloop herstelt. Als het dier weer tekenen van leven vertoont, laat je het voorover leunen.